Discover
Slimmer Presteren Podcast
Slimmer Presteren Podcast
Author: Gerrit Heijkoop en Jurgen van Teeffelen
Subscribed: 203Played: 17,802Subscribe
Share
© Copyright 2025 Gerrit Heijkoop en Jurgen van Teeffelen
Description
Over sport, onderzoek en innovatie. Jouw wekelijkse kop koffie met wetenschapsjournalist Jurgen van Teeffelen en middle-aged-man-in-lycra Gerrit Heijkoop. Voor mensen die hun grenzen willen verleggen, maar daarbij de grens tussen 'onzin' en 'zinvol' niet uit het oog willen verliezen.
271 Episodes
Reverse
Dit is de 248e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Hardlopen zonder blessures: de nieuwste tips uit de wetenschapINLEIDING:Waarom komt die hardloopblessure altijd op het moment dat je net lekker in een ritme zit? In de aflevering van deze week duiken Gerrit en Jurgen in nieuwe lopersstudies die eindelijk laten zien waar het écht misgaat.Plotselinge piekweken, schoenen die stiekem hun demping verliezen en herstel dat je vaker overslaat dan je denkt. Sportarts Guido Vroemen laat horen welke signalen lopers voortdurend missen en hoe je jezelf veel ellende kunt besparen.Wil je hardloopblessures voorkomen en weer met vertrouwen trainen? Dan is dit jouw aflevering.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat is de belangrijkste reden dat hardlopers toch geblesseerd raken, zelfs als ze rustig trainen?Veel blessures ontstaan niet door hoe veel je loopt, maar door hoe snel je belasting verandert. Een rustige week gevolgd door een stevige duurloop of een plotselinge toename van kilometers voelt logisch, maar je lichaam ervaart het als een piekbelasting. Pezen en spieren reageren trager dan je motivatie en hebben tijd nodig om belastbaarheid op te bouwen. Door weekvolumes geleidelijk te verhogen en grote schommelingen te vermijden, verklein je het blessurerisico al aanzienlijk. 2. Hoe herken je vroege signalen van overbelasting voordat het een echte blessure wordt?Het lichaam fluistert altijd eerst. Lichte stijfheid die langer blijft hangen dan normaal, een plek die de tweede dag gevoeliger is dan de eerste of een herhalend zeurend gevoel tijdens rustige trainingen zijn belangrijke signalen. Als je merkt dat je loopritme verandert om iets te ontzien is dat een teken om rustiger te lopen of een alternatieve training te doen. Vroege herkenning voorkomt dat een klein signaal verandert in weken herstel. 3. Helpt het om schoenen te wisselen om hardloopblessures te voorkomen?Ja, afwisseling blijkt een sterke beschermende factor. Uit recente studies blijkt dat lopers die twee of drie paar schoenen door elkaar gebruiken minder blessures ontwikkelen. De reden is eenvoudig: elke schoen belast je voeten en pezen net anders, waardoor de belasting zich beter verdeelt. Let vooral op het gevoel van demping. Zodra een schoen platter aanvoelt of minder responsief lijkt, is dat een beter signaal dan het aantal kilometers dat erop staat. 4. Wat zeggen de nieuwste onderzoeken over een veilige trainingsopbouw?Data uit grote lopersgroepen laten zien dat rigide formules zoals de acute chronische verhouding onvoldoende voorspellen hoe een lichaam reageert op training. Het draait om een stabiel ritme in je weekvolume, een duidelijke afwisseling tussen intensiteit en herstel en een voorkeurslijn die je per week iets omhoog tilt. Hardloopblessures voorkom je vooral door consistentie. Kleine stappen leveren meer op dan scherpe sprongen vooruit. 5. Is ouder worden echt een grotere risicofactor voor hardloopblessures?Leeftijd op zichzelf is minder bepalend dan vaak wordt gedacht. De echte invloed zit in hoeveel je beweegt. Wie ouder wordt en minder actief is verliest belastbaarheid, en dat voel je sneller tijdens het lopen. Regelmatig bewegen en voldoende herstelmomenten houden het lichaam robuust. Veel vijftigplussers die wekelijks trainen ervaren minder blessurerisico dan dertigers die onregelmatig lopen. 6. Wat raadt sportarts Guido Vroemen aan om blessures te voorkomen tijdens opbouw naar een evenement?Guido kijkt vooral naar het totale weekvolume. Dat...
Dit is de 247e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Hoe win je een virtuele koers? Over het geheim van racen op Zwift met Bob DickhoffINLEIDING:Iedereen kan trappen, maar niet iedereen weet hoe je een Zwift race echt wint.In de aflevering van deze week laat Bob Dickhoff zien welke racegeheimen recreanten over het hoofd zien. Van de harde start tot de kunst van perfecte timing.Je hoort hoe ervaren Zwifters hun power-ups bewaren, hoe ze het peloton lezen en hoe ze rust creëren in een race die nooit stilvalt.Als je ooit het gevoel had dat je sterker bent dan je uitslagen laten zien, dan is dit de aflevering die je nodig hebt.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Waarom is de start van een Zwift race zo bepalend voor je kansen op winst?De start van een Zwift race voelt intens, maar dat is precies waarom hij zo belangrijk is. Zwift reageert direct op vermogen en het peloton zit binnen seconden op snelheid. Wie dan nog rustig opbouwt, verliest direct de aansluiting. Een goede start betekent dat je al vóór het aftellen hoog in je vermogen zit. Zo val je meteen in de groep en kun je daarna pas stabiliseren. Zonder die aansluiting wordt winnen praktisch onmogelijk.2. Hoe bepaal je in welke Zwift categorie jij het beste kunt racen?Categorieën op Zwift zijn bedoeld om races eerlijk en uitdagend te houden. Zwift kijkt steeds vaker naar je vermogen over langere tijd, waardoor je eigen vermogensprofiel goed laat zien waar je hoort. In een te hoge categorie rijd je steeds op de limiet. In een te lage categorie word je teruggezet. De juiste categorie is de plek waar jij tactisch kunt racen, kunt reageren op versnellingen en een sprint kunt voorbereiden. Pas dan kun je groeien richting winst.3. Welke power-ups zijn het meest effectief om een Zwift race te winnen?De Aero Boost, Feather en Draft leveren het meeste voordeel op. De Aero is ideaal voor een sprint of een snelle groep. De Feather helpt op steile hellingen of korte versnellingen. De Draft werkt goed wanneer het peloton langgerekt is en het vermogen piekt. Het echte verschil zit in de timing. Met een goed geplaatste power-up overleef je kritieke fases en houd je energie over voor de finale. Slimme inzet van power-ups is vaak een belangrijk onderdeel van winnen.4. Hoe ga je om met de constante tempowisselingen in Zwift races?Zwift kent weinig echte rust. De koers beweegt voortdurend en kleine versnellingen kunnen grote gevolgen hebben. Renners die winnen reageren niet op elke piek maar op het ritme van het peloton. Ze schakelen snel en blijven rustig wanneer het tempo even oploopt. Door vaker te racen leer je herkennen wanneer een versnelling slechts een rimpel is en wanneer je echt moet reageren. Dat inzicht maakt dat je je inspanning beter verdeelt en minder energie verspilt.5. Waarom geeft parcourskennis zo veel voordeel in Zwift races?Veel routes op Zwift keren terug in vaste leagues en series. Daardoor ontstaan herkenbare patronen: punten waar het peloton breekt, stukken waar je kunt herstellen en segmenten waar iedereen versnelt. Wie de route kent racet met meer overzicht. Je spaart energie op de juiste momenten en je anticipeert op plekken die bepalend zijn voor de uitslag. Bob ziet dat sterke renners vaak niet harder trappen, maar beter voorspellen wat er komt. Dat geeft rust én controle.6. Hoe word je structureel beter in Zwift racen?Beter worden vraagt regelmaat, inzicht en feedback. Wie vaker met dezelfde groep rijdt ziet sneller wat werkt. De Slimmer Presteren Club op Zwift is daar ideaal voor. Je traint samen op je eigen niveau en ervaart hoe Zwift...
Dit is de 246e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Help mee aan een actieve start van de schooldag volgens de ASM Masters of MovementINLEIDING:Waarom beginnen zoveel kinderen hun schooldag zittend in plaats van bewegend? In de aflevering van deze week duiken Gerrit en Jurgen in de wereld van de ASM Masters of Movement, waar onderzoekers en praktijkexperts laten zien hoe groot de winst is wanneer kinderen weer actief naar school gaan.De inzichten van Geert Savelsbergh, Pim Koolwijk en Myrthe Heijnen maken duidelijk dat beweging vóór school motoriek, veiligheid en concentratie versterkt.Clubs en ouders spelen daarin een grote rol en veel zorgen over veiligheid blijken vooral het gevolg van gebrek aan oefening. Dit verhaal gaat niet alleen over kinderen maar ook over ons eigen gedrag. Wie zelf actief beweegt maakt de weg vrij voor een nieuwe norm.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat levert een actieve start van de schooldag op voor de concentratie van kinderen?Geert Savelsbergh laat in zijn onderzoek zien dat bewegen vóór school direct invloed heeft op hoe kinderen leren. Door te lopen, fietsen of steppen wordt het brein actiever en kunnen kinderen zich beter focussen zodra ze de klas binnenstappen. Het lichaam krijgt een natuurlijke opwarming, de bloedcirculatie komt op gang en kinderen voelen zich alerter. Het effect is voelbaar in hun gedrag en zichtbaar in hun resultaten. Een actieve route naar school wordt zo een dagelijkse investering in leerprestaties.2. Waarom zijn fundamentele motorische vaardigheden zo belangrijk om mee te kunnen doen op school en in sport?Pim Koolwijk benadrukt dat kinderen pas echt plezier ervaren in sport en spel wanneer hun lichaam kan wat de situatie vraagt. Draaien, springen, remmen en balanceren vormen de basis waarop alle andere vaardigheden worden gebouwd. Zijn onderzoek laat zien dat kinderen die deze basis missen sneller afhaken, soms uit schaamte, soms uit frustratie. Door variatie in beweging aan te bieden, bijvoorbeeld via fietsen, steppen of spelen buiten, groeit hun motoriek en daarmee hun zelfvertrouwen.3. Wat zijn de grootste misverstanden over veiligheid wanneer kinderen zelfstandig naar school fietsen?Myrthe Heijnen ziet dat veel ouders denken dat verkeer te gevaarlijk is, terwijl de meeste ongelukken ontstaan door gebrek aan fietsvaardigheid. Kinderen leren risico’s inschatten door te oefenen, niet door vervoerd te worden. Ze benadrukt dat veel ‘gevaar’ ontstaat uit onervarenheid, afleiding of onhandigheid, niet uit drukte op de weg. Wie stap voor stap ervaring opbouwt, helpt kinderen juist veiliger te worden. De weg mijden neemt het risico niet weg, maar verlaagt vaardigheid.4. Hoe ga je om met de extra risico’s die tieners lopen op e-bikes en fatbikes?Volgens Myrthe vraagt de hogere snelheid van e-bikes om extra stuurvaardigheid en bewustzijn. Tieners hebben vaak minder rijervaring terwijl ze tegelijk sneller rijden en elkaar soms onder druk zetten om tempo te maken. De oplossing ligt niet in verbieden, maar in begeleiden. Oefenen in sturen, remmen en inschatten helpt kinderen om controle te houden wanneer het snel gaat. Door samen routes te verkennen en te praten over risicosituaties bouw je aan veilige zelfstandigheid.5. Hoe kunnen ouders zelf bijdragen aan een actievere route naar school zonder dat het extra tijd kost?Veel ouders denken dat actief naar school gaan tijdrovend is, terwijl kleine keuzes al veel verschil maken. Een blokje om lopen naar de bakker, de fiets pakken voor korte ritten of een vaste loop- of fietsdag invoeren creëert routine. Wie zelf actief naar werk of sport gaat geeft bovendien een...
Dit is de 245e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Runner’s face: versnelt hardlopen de veroudering van je huid?INLEIDING:Rimpels, ingevallen wangen en een dunne huid: de zogenoemde Runner’s face duikt regelmatig op in sportbladen en op social media. Maar is het meer dan een hardnekkige mythe?In de aflevering van deze week onderzoeken Gerrit en Jurgen wat de wetenschap zegt over de relatie tussen sport en huidveroudering. Ze ontdekken waarom zon, uitdroging en voeding meer invloed hebben dan de kilometers zelf, en horen van sportarts Guido Vroemen hoe topsporters omgaan met zonnebescherming tijdens lange trainingen en wedstrijden.Een frisse blik op de wetenschap achter een gezond lichaam en een sterke, weerbare huid.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wordt je huid echt sneller oud als je veel sport?Nee. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat hardlopen of fietsen je huid sneller laat verouderen. Wat wél invloed heeft, is zonblootstelling, uitdroging en een laag vetpercentage. Sporters met weinig vet in het gezicht kunnen er wat ingevallen uitzien, maar dat is geen teken van schade. Beweging stimuleert juist de doorbloeding en vertraagt het natuurlijke verouderingsproces.2. Waarom hebben fanatieke buitensporters vaker last van huidproblemen?Omdat ze simpelweg veel buiten zijn. De combinatie van zon, wind, zweet en kou tast de beschermlaag van de huid aan. Zonder zonnebrand kan UV-straling het collageen in de huid beschadigen, waardoor die minder elastisch wordt. Jurgen noemt dat de belangrijkste factor achter het idee van een Runner’s face. Wie zich goed insmeert en hydrateert, vermindert dat risico aanzienlijk.3. Hoe belangrijk is zonnebrand tijdens het sporten echt?Volgens Guido Vroemen net zo belangrijk als drinken of eten. Zonverbranding kost het lichaam energie, verstoort de vochtbalans en kan prestaties beïnvloeden. Een zonnebrandcrème met factor 30 of 50, ruim vóór het sporten aangebracht, is essentieel. Smeren bij bewolking is ook zinvol, want UV-straling gaat dwars door wolken heen. Regelmaat is belangrijker dan dikte: beter vaak een dunne laag dan af en toe te veel.4. Wat kan ik doen om huidveroudering door sport te voorkomen?Bescherming begint met gezonde gewoontes. Hydrateer goed, eet gevarieerd en gebruik producten met antioxidanten zoals vitamine C en E. Draag bij felle zon een pet of shirt met mouwen. Beperk trainen midden op de dag, en geef je huid na inspanning tijd om te herstellen. Guido benadrukt: huidverzorging is geen luxe, maar onderdeel van slim presteren.5. Helpt het om extra te smeren na het sporten?Ja, dat helpt vooral bij herstel. Na het douchen kun je een lichte, hydraterende crème gebruiken om vocht en vet terug te brengen in de huid. Dat voorkomt irritatie en houdt de huid soepel. Bij verbranding kan een gel met aloë vera of menthol verlichting geven. Het doel is niet om de schade te verbergen, maar om het herstel te ondersteunen.6. Kunnen gezichtsoefeningen echt helpen tegen rimpels?Het bewijs is nog dun, maar er zijn interessante signalen. In een studie leek de huid na twintig weken lichte gezichtsoefeningen iets strakker. Jurgen ziet het vooral als een leuke aanvulling: beweging in het gezicht kan de doorbloeding verbeteren. Verwacht geen wonderen, maar net als bij sport geldt: consistentie werkt. Uiteindelijk is bescherming tegen zon en uitdroging veel effectiever tegen een Runner’s face.Handige bronnen en links:Review uit 2025 over huidveroudering bij duursporters: a...
Dit is de 244e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Gezond en fit ouder worden met alternatieve eiwitbronnen volgens Lotte KoopmansINLEIDING:Hoe blijf je sterk, fit en herstellend, ook als je ouder wordt? In de aflevering van deze week praten Gerrit en Jurgen met arts-onderzoeker Lotte Koopmans, die promoveerde op het effect van verschillende eiwitbronnen bij actieve ouderen.Ze deelt haar bevindingen over melkeiwit, erwteiwit en meelwormeiwit, en wat deze alternatieve eiwitbronnen kunnen betekenen voor spierherstel, voeding en duurzaamheid. Een gesprek over wetenschap, smaak en gewoontes, dat laat zien hoe slim eten bijdraagt aan gezond presteren op elke leeftijd.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Waarom hebben ouderen eigenlijk meer eiwit nodig dan jongeren?Ouder worden gaat vaak gepaard met een verminderde gevoeligheid van de spieren voor eiwit, ook wel anabole resistentie genoemd. Dat betekent dat het lichaam minder efficiënt reageert op voeding en training. Volgens Lotte Koopmans helpt het om de eiwitinname te verhogen naar ongeveer 1 tot 1,2 gram per kilo lichaamsgewicht per dag. Voldoende eiwit zorgt ervoor dat spieren sterk blijven en dat herstel na inspanning sneller verloopt.2. Wat verstaan we precies onder ‘alternatieve eiwitbronnen’?Daarmee bedoelen onderzoekers alle eiwitten die niet uit traditionele dierlijke producten komen, zoals melk of vlees. Denk aan plantaardige bronnen zoals peulvruchten en erwten, maar ook aan innovatieve varianten zoals insecteneiwit. Lotte benadrukt dat deze alternatieve eiwitbronnen niet per se minderwaardig zijn: ze kunnen vergelijkbare aminozuren bevatten, maar vragen soms een iets hogere inname om hetzelfde effect te bereiken.3. Zijn alternatieve eiwitbronnen geschikt voor sporters?Zeker, zegt Lotte, zolang de totale eiwitinname op orde is en de kwaliteit van de bron goed is. Melkeiwit blijft de referentie, maar een combinatie van dierlijke en plantaardige eiwitten werkt prima. Wie bewust kiest voor duurzaamheid, kan gerust variëren met erwten, soja of zelfs meelwormeiwit. Het belangrijkste is dat het product goed verdragen wordt en geen maag- of darmklachten geeft, iets wat bij nieuwe eiwitvormen soms voorkomt.4. Helpt meer eiwit ook om spierpijn te voorkomen?Niet direct, legt Lotte uit. Spierpijn en spierschade zijn niet hetzelfde. Eiwit helpt bij herstel van weefsel, maar voorkomt de tijdelijke stijfheid die hoort bij training niet volledig. 5. Zijn eiwitsupplementen nuttig, of kun je beter gewoon eten?De meeste mensen halen genoeg eiwit uit gewone voeding. Lotte ziet supplementen vooral als handig hulpmiddel als je te weinig binnenkrijgt via maaltijden. Ouderen geven vaak de voorkeur aan volwaardige voeding boven shakes of poeders. Daarom werkt onderzoek nu aan producten waarin alternatieve eiwitbronnen verwerkt zijn, zoals brood of soep met extra eiwit. Dat is praktischer, smakelijker en beter vol te houden.6. Wat kunnen jongere sporters leren van dit onderzoek bij ouderen?Volgens Lotte laat het onderzoek vooral zien hoe belangrijk consistentie is. Spieren reageren op prikkel en voeding, ongeacht leeftijd. Wie goed traint, gevarieerd eet en voldoende eiwit neemt, blijft sterk en herstelt sneller. Alternatieve eiwitbronnen kunnen daarbij helpen, zeker als je bewust met duurzaamheid bezig bent. Ouderen laten zien dat spierkracht te behouden is, zolang je blijft bewegen en slim eet.Handige bronnen en links:Link naar het proefschrift van Lotte: a...
Dit is de 243e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Spiergeheugen: hoe kun je slim profiteren van je eerdere trainingsarbeid?INLEIDING:Na een blessure of een drukke periode voelt het vaak alsof je helemaal opnieuw moet beginnen. Maar je spieren denken daar anders over. In de aflevering van deze week onderzoeken Gerrit en Jurgen wat wetenschap en praktijk zeggen over spiergeheugen: het vermogen van je lichaam om eerdere trainingsarbeid te “onthouden”.Samen met sportarts Guido Vroemen ontrafelen ze hoe kracht en vorm sneller terugkomen dan je verwacht, en wat dat betekent voor de manier waarop je na rust weer opbouwt. Een aflevering vol inzichten die je helpen slimmer, rustiger en met meer vertrouwen te trainen.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Hoe snel verlies je kracht en conditie als je stopt met trainen?Na een week of twee zonder training begint het lichaam merkbaar te veranderen. Je verliest wat uithoudingsvermogen en spierkracht, maar het gaat langzamer dan veel sporters denken. Jurgen legt uit dat spiervezels kleiner worden, maar de celkernen blijven behouden. Daardoor kan de spier bij hervatten sneller herstellen. Volgens Guido zien sporters na een rustperiode vaak binnen twee tot drie weken alweer duidelijke vooruitgang.2. Bestaat spiergeheugen echt of is het een mythe?Spiergeheugen bestaat echt, maar het is geen geheugen zoals in je hoofd. Het zit in de structuur van de spiercellen. Eerdere training laat sporen achter in de vorm van extra celkernen en epigenetische veranderingen. Daardoor reageren spieren sneller als je opnieuw begint te trainen. Guido merkt dat sporters die ooit goed getraind waren, veel sneller terug op niveau komen dan nieuwkomers, zelfs na maanden pauze.3. Hoe lang blijft dat spiergeheugen actief?Dat verschilt per persoon en per trainingsvorm. Studies laten zien dat spiergeheugen maanden tot zelfs jaren kan blijven bestaan. Jurgen vertelt dat de extra celkernen waarschijnlijk levenslang aanwezig blijven, terwijl de epigenetische aanpassingen langzaam vervagen. In de praktijk betekent dat: hoe langer en consistenter je hebt getraind, hoe sterker en duurzamer het geheugen. Guido ziet dat ervaren sporters zelfs na een lange blessureperiode opvallend snel herstellen.4. Geldt spiergeheugen alleen voor krachttraining, of ook voor duursporten?De sterkste bewijzen zijn gevonden bij krachttraining, waar spiercelstructuur en -volume belangrijk zijn. Bij duursport werkt spiergeheugen indirect: je lichaam herinnert zich het bewegingspatroon, de efficiëntie en de mentale prikkels. Daardoor voelt een herstart vaak sneller vertrouwd. Guido benadrukt dat ervaren lopers en fietsers na rust minder last hebben van techniekverlies, maar wel voorzichtig moeten zijn met belasting op pezen en gewrichten.5. Hoe kun je het spiergeheugen slim benutten bij een herstart?Volgens Guido is geduld de sleutel. Begin met lichte belasting en kortere trainingen, zodat je lichaam kan wennen. Spiergeheugen helpt vooral als je de heropbouw geleidelijk doet. Overhaasten heeft geen zin: pezen en banden moeten meekomen. Jurgen vult aan dat variatie helpt om het geheugen te “activeren”; afwisselen tussen kracht, tempo en techniek zorgt voor een snellere terugkeer van vorm. Consistentie is belangrijker dan intensiteit.6. Wat betekent spiergeheugen voor sporters die even rust moeten nemen?Voor wie door vakantie, werk of een blessure minder traint, is het geruststellend om te weten dat spiergeheugen sporters helpt sneller te herstellen. Guido adviseert om rustperiodes niet te zien als verlies, maar als onderdeel van een langere cyclus.
Dit is de 242e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Vloekend en tierend naar de finish: zinvol of onzin?INLEIDING:Kan vloeken tijdens het sporten je prestatie verbeteren, of is het vooral een manier om frustratie kwijt te raken? In de aflevering van deze week onderzoeken Gerrit en Jurgen wat wetenschap en praktijk zeggen over vloeken en sportprestatie, en de kracht van taal in sport.We praten met taboestrijder Filip de Groeve over waarom een vloekwoord zoveel impact heeft op je lichaam, en met sportarts Guido Vroemen over hoe woorden pijn, motivatie en prestatie beïnvloeden.Het resultaat is een verrassend kijkje in de psychologie van pijn, emotie en zelfspraak, met praktische inzichten voor iedereen die zichzelf weleens tot het uiterste pusht.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Helpt vloeken echt om beter te presteren tijdens het sporten?Uit verschillende onderzoeken blijkt dat vloeken tijdelijk kan helpen om beter te presteren, vooral bij korte, krachtige inspanningen. Het verhoogt de hartslag, onderdrukt pijn en activeert het zenuwstelsel, waardoor je net iets dieper in je reserves kunt tasten. Het effect is vooral merkbaar bij sprinten, gewichtheffen of korte tests. Bij duursport is het verschil minimaal. Vloeken is dus geen wondermiddel, maar kan als emotionele ontlading wel bijdragen aan een betere sportprestatie.2. Waarom werkt een vloekwoord beter dan een verzonnen krachtterm?Volgens taboestrijder Filip de Groeve zit de kracht van een vloek in de emotionele lading. Omdat taboewoorden vaak verboden waren in onze jeugd, zijn ze diep in ons brein verankerd. Ze roepen daardoor een fysieke reactie op die verzonnen woorden niet teweegbrengen. Een echt vloekwoord triggert emoties, spanning en adrenaline, terwijl een ‘nepwoord’ dat niet doet. Het effect van vloeken op sportprestatie is dus niet rationeel, maar biologisch en emotioneel.3. Kun je vloeken bewust inzetten als strategie tijdens inspanning?Niet echt, zeggen Gerrit en Jurgen. De kracht van vloeken zit juist in de spontaniteit. Wie probeert te vloeken omdat het “zou moeten helpen”, mist de oprechte emotie die het effect veroorzaakt. Bovendien treedt gewenning op als je het te vaak doet. De beste resultaten zie je bij sporters die uit pure frustratie of pijn een vloek laten ontsnappen. Zodra het een trucje wordt, is het effect verdwenen.4. Zijn er alternatieven voor sporters die niet willen vloeken?Absoluut. Muziek met een stevige beat of zelfs expliciete teksten kan een vergelijkbare reactie oproepen. Het verhoogt de motivatie en maakt pijn draaglijker. Ook positieve self-talk en aanmoediging van teamgenoten werken goed. Uit recent onderzoek blijkt dat sporters die verbaal werden aangemoedigd tijdens een test beter presteerden dan sporters die in stilte moesten doorgaan. Uiteindelijk draait het om taal, emotie en ritme: woorden hebben kracht, ook zonder vloeken.5. Wat vindt Guido Vroemen van vloeken in de sportpraktijk?Guido ziet regelmatig dat sporters vloeken tijdens zware inspanningstesten. Hij begrijpt dat mechanisme: een krachtterm kan helpen om pijn of frustratie los te laten. Zolang het niet respectloos is, ziet hij het als een natuurlijke reactie. Guido benadrukt wel dat het niet om het woord zelf gaat, maar om de emotie erachter. Wie die energie positief weet te gebruiken, haalt er het meeste voordeel uit.6. Wat is de belangrijkste les uit deze aflevering?Vloeken kan tijdelijk helpen om door pijn en vermoeidheid heen te breken, maar het is geen structurele prestatieverbeteraar. De sleutel ligt in hoe taal en emotie samenwerken. Of je nu vloekt, zingt...
Dit is de 241e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren met extra vitamine C: zinvol of onzin?INLEIDING:De R is weer in de maand en dat betekent: koude trainingen, snotterende teamgenoten en de verleiding om naar een vitaminepil te grijpen. Maar helpt dat echt tegen verkoudheid? Of zelfs bij het trainen?In de aflevering van deze week onderzoeken Gerrit en Jurgen de relatie tussen vitamine C en sportprestaties. Wat doet het in je lichaam en hoe verhouden de beloftes zich tot de wetenschap? Sportarts Guido Vroemen vertelt hoe hij kijkt naar supplementengebruik in de winter, terwijl Jurgen uitlegt waarom te veel vitamine C juist de trainingseffecten kan afremmen.Een nuchter gesprek over weerstand, herstel en slim doseren, met inzichten waar iedere sporter wat aan heeft.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat doet vitamine C eigenlijk in je lichaam?Vitamine C speelt een sleutelrol in verschillende processen. Het ondersteunt de vorming van bindweefsel en collageen, helpt bij de opname van ijzer en is betrokken bij de aanmaak van adrenaline. Daarnaast werkt het als antioxidant en beschermt het cellen tegen oxidatieve stress die bij inspanning vrijkomt. Jurgen legt uit dat deze antioxidatieve werking belangrijk is, maar dat een te hoge inname juist het natuurlijke aanpassingsproces van spieren kan verstoren.2. Is het zinvol om als sporter extra vitamine C te slikken?Volgens Guido Vroemen is dat zelden nodig voor wie gezond en gevarieerd eet. “Een sporter die goed eet, krijgt meestal genoeg binnen,” zegt hij. Alleen in de winter of tijdens intensieve trainingsperiodes kan een lage dosis tijdelijk nuttig zijn om de weerstand te ondersteunen. Guido benadrukt dat langdurig of hoogdoseren niet verstandig is. “Een beetje bijslikken is prima, maar structureel veel slikken heeft geen meerwaarde.”3. Helpt vitamine C echt tegen verkoudheid?De meeste mensen merken weinig verschil, blijkt uit wetenschappelijke analyses. Toch lijkt het voor sporters anders te liggen. Bij marathonlopers, skiërs en soldaten die onder koude omstandigheden trainden, werd een kleiner risico op verkoudheid gevonden bij extra inname van vitamine C. Guido herkent dat beeld: “Wie zwaar traint in de winter, kan met een bescheiden dosis iets extra’s doen voor de weerstand.” Maar hij benadrukt dat voldoende rust, slaap en herstel nog belangrijker zijn.4. Kan te veel vitamine C kwaad?Het lichaam scheidt overschotten grotendeels uit via de urine, maar dat betekent niet dat ongelimiteerd slikken zonder risico is. “Hoge doseringen kunnen darmklachten veroorzaken,” zegt Jurgen. “Er wordt ook wel een verband gelegd met nierstenen, maar dat is nog niet overtuigend bewezen.” De dagelijkse aanbevolen hoeveelheid ligt rond de 75 milligram. Wie voldoende fruit en groente eet, komt daar moeiteloos aan zonder supplementen nodig te hebben.5. Heeft extra vitamine C invloed op sportprestaties?Onderzoek laat zien dat langdurig gebruik van hoge doseringen de vitamine C sportprestaties juist negatief kan beïnvloeden. De spieren passen zich dan minder goed aan training aan. Jurgen verklaart dat door het wegvallen van de natuurlijke oxidatieve prikkel die nodig is voor spierherstel. Guido vult aan: “Wie slim traint, goed eet en voldoende rust neemt, haalt meer uit zijn trainingen dan iemand die zijn vertrouwen in supplementen legt.”6. Wat is het advies van Guido voor sporters in de winter?“Eet gevarieerd, slaap goed en luister naar je lichaam,” zegt Guido. Wie merkt dat hij sneller verkouden is of veel buiten...
Dit is de 240e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:‘Ik worstel en kom boven’: Slimmer Presteren tijdens de epische Kustmarathon 2025 INLEIDING:Het is de mooiste én zwaarste van Nederland zeggen de Zeeuwen zelf. De Kustmarathon in Zeeland is sowieso voor echte diehards.Maar toen stak er tijdens de editie van 2025 ook nog een megastorm op, en was het maximaal vloed. Toch durfde een groep Slimmer Presteren luisteraars, samen met Team ZLM, de uitdaging wel aan.Hebben ze het overleefd en hoe kijken ze terug op #dezwaarste editie van #dezwaarste?In de aflevering van deze week blikken Gerrit, Jurgen samen met een aantal deelnemende luisteraars terug op deze unieke race langs de Zeeuwse kust. Wat doe je als de omstandigheden je dwingen tot overleven in plaats van presteren?En wat leer je van een marathon die jou temt, in plaats van andersom? [spoiler!] Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Waarom geldt de Kustmarathon als de zwaarste van Nederland?De Kustmarathon combineert unieke factoren: tien kilometer strand, honderden hoogtemeters in de laatste kilometers en vaak stevige wind vanaf zee. In 2025 kwam daar vloed en storm Amy bij, met windstoten tot kracht negen. Het parcours dwingt lopers tot constante aanpassing in tempo en techniek. Dat maakt de Kustmarathon niet alleen fysiek zwaar, maar ook mentaal uitdagend.2. Wat maakt de omstandigheden van 2025 uitzonderlijk?Tijdens de editie van 2025 viel het moment van vloed precies samen met het strandgedeelte. Daardoor moesten lopers over smalle, drassige stroken zand rennen terwijl de wind van zee vol tegenstond. De storm zorgde bovendien voor schuin lopen op de dijken en zand dat continu tegen het lichaam sloeg. Elke kilometer vroeg concentratie en energie om overeind te blijven.3. Welke invloed had de storm op de spieren en coördinatie?De wind en het mulle zand zorgden voor een voortdurende aanslag op spieren en evenwicht. Door de kuilen, golven en schuine hellingen moesten lopers voortdurend corrigeren. Dat betekende extra spanning op enkels, kuiten en romp, terwijl het tempo lager bleef. Vooral op het strand bleek de coördinatie een grotere uitdaging dan het uithoudingsvermogen.4. Wat leer je van zo’n extreme editie van de Kustmarathon?De grootste les is dat slim presteren niet alleen gaat over snelheid, maar over doseren en aanpassen. In zulke omstandigheden bepaalt de omgeving het tempo. Wie te hard start, betaalt de prijs in het tweede deel. Lopers die hun energie goed verdeelden en mentaal flexibel bleven, kwamen beter door de storm. De marathon winnen begint met luisteren naar de omstandigheden.5. Welke rol speelde samenwerking tijdens deze editie?De samenwerking tussen Team ZLM en de Slimmer Presteren-lopers liet zien hoe belangrijk teamgevoel is in extreme omstandigheden. Vrijwilligers en supporters langs het parcours gaven mentale steun op momenten dat de wind het zwaarst was. Samen afzien hielp om vol te houden waar het individueel bijna onmogelijk leek.6. Wat is de belangrijkste tip voor wie de Kustmarathon 2025 als inspiratie ziet?Respecteer het parcours. Train niet alleen op afstand, maar ook op kracht, balans en variabele ondergrond. Bereid je voor op wisselende weersomstandigheden en leer doseren vanaf de eerste kilometer. De Kustmarathon beloont wie slim traint en verstandig loopt – niet wie zich laat meeslepen door de start.Handige bronnen en links:Al onze terugblikken op eerdere marathons en triatlons:
Dit is de 239e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Over slimme sportkleding met hoogleraar Hein DaanenINLEIDING:Een slidingbroek die je trainingsbelasting meet. Een bh die je hartslag registreert. Een shirt dat zweet analyseert. Slimme sportkleding klinkt futuristisch, maar onderzoekers werken er vandaag al aan.In de aflevering van deze week schuift hoogleraar Hein Daanen aan om te vertellen wat slimme sportkleding echt kan. Hij legt uit waarom pasvorm allesbepalend is, welke toepassingen kansrijk zijn en waarom je kritisch moet kijken naar de beloftes van fabrikanten.Is slimme kleding de toekomst van sport, of vooral een dure gimmick? Ontdek het in deze aflevering.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat maakt sportkleding eigenlijk slim?Slimme sportkleding bevat sensoren of actuatoren die fysiologische signalen meten en terugkoppelen. Denk aan hartslag, looppatroon of zweetanalyse. Hoogleraar Hein Daanen benadrukt dat kleding hiervoor ideaal is, omdat het de interface vormt tussen lichaam en omgeving. Het gaat dus niet alleen om hightech stoffen, maar vooral om de combinatie van textiel en meetfuncties die waardevolle informatie opleveren voor sporters.2. Waarom is pasvorm zo belangrijk bij slimme kleding?Volgens Hein Daanen is een perfecte pasvorm een randvoorwaarde. Als kleding niet nauw aansluit, meet een sensor vooral lucht of voelt de atleet de feedback niet goed. Daarom wordt steeds vaker 3D-scanning gebruikt om kleding exact op maat te maken. Niet omdat dat kleding slim maakt, maar omdat het de basis legt voor betrouwbare metingen en bruikbare signalen tijdens training of wedstrijd.3. Welke toepassingen van slimme sportkleding zijn er nu al?Voorbeelden zijn sport-bh’s met hartslagmeting, compressiekleding met sensoren voor spieractiviteit, sleeves voor looppatroon en zelfs kleding die zweet analyseert. Er wordt ook geëxperimenteerd met koelmaterialen, zoals petten met smeltende zouten bij de Olympische Spelen van Tokio. Veel producten zijn nog prototypes, maar de mogelijkheden groeien snel. Belangrijk blijft: niet alles wat slim klinkt, heeft ook bewezen effect.4. Wat kan slimme sportkleding concreet bijdragen aan prestaties?Sommige toepassingen leveren harde data, zoals hartslag of bewegingsanalyse, die je training direct verbeteren. Andere spelen meer met beleving. Een koelband kan je frisser laten voelen, ook als de kerntemperatuur niet verandert. Placebo en perceptie kunnen prestaties daadwerkelijk beïnvloeden, al moet je kritisch zijn: hoeveel geld wil je investeren in een effect dat vooral tussen de oren zit?5. Welke uitdagingen zijn er nog voordat slimme kleding doorbreekt?De grootste obstakels zijn praktisch. Elektronica moet tegen wassen en slijtage kunnen, zonder dat kleding zwaar of ongemakkelijk wordt. Ook het geven van intuïtieve feedback via trillingen of signalen staat nog in de kinderschoenen. Daarnaast is de commerciële haalbaarheid lastig: zolang consumenten twijfelen aan nut en betrouwbaarheid, blijft opschalen moeilijk. Hein verwacht dat geleidende inkten en flexibelere elektronica hier in de toekomst verandering in brengen.6. Hoe kan een sporter slim omgaan met deze ontwikkelingen?Wees nieuwsgierig, maar ook kritisch. Vraag je af wat een kledingstuk precies meet, hoe betrouwbaar dat is en of jij er als sporter echt voordeel uit haalt. Voor sommige innovaties geldt dat ze vooral leuk zijn om te proberen, maar pas zinvol worden als ze aansluiten bij je doelen. Zie slimme sportkleding niet als wondermiddel, maar als mogelijke aanvulling op je bestaande trainingsaanpak.Handige...
Dit is de 238e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:De lange, rustige duurtraining: hoe zinvol is die eigenlijk?INLEIDING:Iedereen lijkt er heilig van overtuigd: de lange, rustige duurtraining is dé sleutel tot succes. Fitfluencers noemen het zone 2 en ook topsporters hebben er stapels van in hun schema.Maar hoeveel zin heeft die rustige duurtraining echt?Word je er daadwerkelijk beter van, of voelt het vooral alsof je goed bezig bent?In de aflevering van deze week zoeken Gerrit, Jurgen en Guido Vroemen het uit. Waarom zweren topsporters erbij, maar kunnen recreanten er juist niet blind op vertrouwen?Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat is het nut van een lange duurtraining voor sporters?Volgens Guido Vroemen vormt de lange duurtraining de basis voor volume zonder dat je lichaam voortdurend overbelast raakt. Het helpt je aerobe capaciteit opbouwen, bevordert herstel en draagt bij aan je uithoudingsvermogen. Voor topsporters die twintig tot dertig uur per week trainen is dit onmisbaar. Voor recreanten is het waardevol, maar vooral als aanvulling op intensieve blokken, niet als hoofdmoot.2. Waarom trainen topsporters pyramidaal in plaats van gepolariseerd?Onderzoek laat zien dat elites het grootste deel van hun trainingen rustig doen, een kleiner deel rond de drempel en een klein percentage hoogintensief. Omdat ze zo veel uren maken, is dat kleine percentage intensief alsnog een flinke hoeveelheid. Een Spaanse studie van 120.000 marathonlopers bevestigt dit beeld: de snelste lopers besteden veel tijd aan rustige duurtraining, maar combineren dit altijd met intensieve sessies.3. Wat zegt de hype rond zone 2 training over sportprestaties?Coach Iñigo San Millán maakte zone 2 populair door zijn werk met Tadej Pogačar. Maar wat vaak vergeten wordt: ook bij Pogačar is zone 2 absoluut nog steeds een flinke inspanning, omdat hij dit vaak vijf uur lang volhoudt. Zijn vermogen, zuurstofverbruik en energieverbranding liggen hoog, de hele fysiologische keten is actief, ook al registreert zijn hartslag de inspanning als relatief laag. Voor recreanten is dat effect veel minder.4. Is zone 2 superieur aan andere trainingszones?Nee. Hoewel rustige duurtraining nuttig is voor basisuithouding, is zone 2 niet superieur aan zone 3. Integendeel, wat intensievere trainingen leveren vaak meer prikkel voor mitochondriën, hart en spieren. Voor wie weinig tijd heeft, zijn interval en tempo effectiever dan lange rustige kilometers. Het is dus belangrijk om de hype te relativeren en te zoeken naar balans.5. Wat zijn veelgemaakte fouten van recreatieve sporters met weinig tijd?Guido benadrukt dat veel recreanten te veel vertrouwen op “lekker rustige” duurloopjes of duurritjes. Die voelen productief, maar geven weinig adaptatie. Als je weinig tijd hebt, moet je juist de intensieve blokken prioriteit geven. Een training overslaan mag niet betekenen dat je interval of tempo laat vallen. Andersom levert een extra rustige duurtraining zelden echte vooruitgang op.6. Wat betekent durability en waarom is het belangrijk?Durability gaat over de mate waarin je prestatievermogen overeind blijft na urenlange belasting. Het draait niet alleen om energie, maar ook om mentale frisheid en blessurebestendigheid. Lange duurtraining kan hieraan bijdragen, omdat je leert efficiënt te blijven presteren ondanks vermoeidheid. In aflevering 234 werd dit onderwerp uitgebreid besproken: veerkracht na twee uur inspanning blijkt cruciaal, zeker bij lange wedstrijden.Handige bronnen en links:Artikel van Jurgen in Sportgericht: moet nog uitkomen. Zal
Dit is de 237e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren met kennis van je spiervezeltype, met Special Guest Eline LievensINLEIDING:Sommige sporters lijken gemaakt voor lange afstanden, anderen voor pure explosiviteit. Het verschil zit vaak in hun spiervezeltype. Maar hoe ontdek je wat jouw spieren je vertellen, en hoe gebruik je dat slim in training en herstel?In de aflevering van deze week spreken Gerrit en Jurgen met spierexpert Eline Lievens van de Universiteit Gent. Zij laat zien hoe een moderne test jouw spiervezeltypes zichtbaar maakt zonder pijnlijke biopten. En vooral: wat je er als sporter mee kunt, van betere trainingskeuzes tot gerichter herstel.Wil jij weten of jouw spieren meer op een jachtluipaard of een albatros lijken? Luister mee en ontdek hoe inzicht in je spiervezeltype jou kan helpen slimmer te presteren.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat zijn spiervezeltypes en waarom zijn ze relevant voor sport?Volgens Eline Lievens bestaat elke spier uit een mix van trage en snelle vezels. Trage vezels zijn efficiënt en volhardend, snelle vezels zorgen voor explosieve kracht. De verhouding bepaalt deels of iemand aanleg heeft voor duur- of krachtsport. Voor sporters en coaches is inzicht hierin waardevol, omdat het verklaart waarom trainingsrespons en herstel per individu zo sterk kunnen verschillen.2. Hoe werkt een moderne spiervezeltype test zonder biopt?Eline ontwikkelde samen met haar team in Gent een niet-invasieve MRI-techniek waarbij de stof carnosine in spieren wordt gemeten. Carnosine komt vaker voor in snelle vezels en geeft zo een betrouwbaar beeld van de verdeling. Deze methode vervangt het pijnlijke spierbiopt en wordt inmiddels toegepast door topsportclubs als Manchester United en de Belgische wielerbond. Ook in Nederland zijn veldtesten ontwikkeld om dit inzicht praktisch te benutten.3. Wat kan een sporter met de kennis van zijn spiervezeltype?Eline benadrukt dat kennis van je spiervezeltype helpt om training en herstel beter af te stemmen. Sporters met veel trage vezels kunnen doorgaans meer volume en frequentie aan, terwijl snelle vezeltypes gevoeliger zijn voor overbelasting en beter gedijen bij intensieve maar kortere prikkels. Dit inzicht helpt zowel individuele sporters als coaches in teamsporten om programma’s te personaliseren.4. In hoeverre kun je je spiervezeltype trainen of veranderen?Onderzoek laat zien dat de verdeling tussen trage en snelle vezels grotendeels genetisch bepaald is en stabiel blijft. Wel kan training zorgen voor subtiele verschuivingen tussen subtypes, zoals van snelle IIx naar IIa vezels. Volgens Eline is het vooral zaak om je trainingen af te stemmen op je dominante vezeltype. Daarmee haal je het meeste rendement uit je aanleg, zonder onnodige risico’s op blessures of overbelasting.5. Wat zijn de Muscle Talent Scan en Muscle Monitor?De Muscle Talent Scan is een instrument dat Eline ontwikkelde om jonge atleten inzicht te geven in hun spiervezeltype en zo te helpen bij de juiste disciplinekeuze. De Muscle Monitor is haar nieuwe onderzoeksproject dat kijkt naar de link tussen spiervezeltypes en gezondheid. Het doel: nagaan of bepaalde vezelprofielen een hogere kans geven op ziektes zoals diabetes of obesitas, en hoe training preventief kan werken.6. Welke lessen zijn er voor recreatieve sporters?Niet alleen topsporters profiteren van deze kennis. Voor iedere sporter kan een beter begrip van het eigen spiervezeltype helpen om slimmer te trainen. Zo kan een loper met veel snelle vezels beter kiezen voor minder kilometers en meer...
Dit is de 236e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren met menthol: zinvol of onzin?INLEIDING:Je denkt er niet snel aan, maar soms zit slimmer presteren gewoon in een simpel snoepje. Tijdens de triathlon in Renkum besloot Jurgen een experiment te doen: een mentholsnoepje in zijn mond, in de hoop dat de frisse kick hem sneller zou maken.Het resultaat? Zijn neus ging open, zijn ademhaling voelde ruimer… maar of hij er echt harder van ging? Dat heb je vorige week kunnen horen.In de aflevering van deze week onderzoeken Gerrit, Jurgen en Guido of menthol meer is dan alleen een lekker fris gevoel. Ze bespreken recente studies, kijken naar de belofte van wetenschappers en de realiteit in de topsport. Want één ding staat vast: de perceptie van koeling is er, maar of dat ook echt je sportprestatie verbetert, blijft spannend.En er is een keerzijde: menthol kan je lichaam ook ‘foppen’, waardoor je ongemerkt verder gaat terwijl je kerntemperatuur oploopt. Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat doet menthol in het lichaam tijdens inspanning?Menthol activeert koude-receptoren (TRPM8) in mond en huid, waardoor je hersenen signalen krijgen dat het kouder is dan in werkelijkheid. Daardoor voelt ademhaling frisser en lijkt het lichaam minder warm, ook al verandert de kerntemperatuur nauwelijks. Het effect zit dus vooral in de perceptie van koeling.2. Wat zeggen wetenschappelijke studies over menthol en sportprestatie?Een review uit 2017 suggereerde dat mondspoelingen met menthol een positief effect kunnen hebben op volhoudtijd en prestatie in de hitte. Een meta-analyse uit 2025 laat echter zien dat dit effect klein en niet overtuigend is. Vooral in gecontroleerde labomstandigheden waren er kleine voordelen, maar bij commerciële producten zoals energiedranken of gels bleef het uit.3. Hoe gebruiken sporters menthol in de praktijk?Volgens Guido Vroemen ziet hij weinig topsporters die menthol structureel inzetten. Recreanten en sommige lopers proberen het wel, bijvoorbeeld via snoepjes of drankjes. Jurgen testte zelf een mentholsnoepje tijdens een triathlon en merkte vooral een frisser gevoel in ademhaling, maar geen objectieve prestatieverbetering.4. Wat zijn de mogelijke risico’s van mentholgebruik tijdens sport?Het belangrijkste risico is dat je lichaam zich kouder voelt dan het werkelijk is. Daardoor kan een sporter ongemerkt harder of langer doorgaan, terwijl de kerntemperatuur gevaarlijk oploopt. Vooral bij warme marathons of triathlons kan dit risico op oververhitting vergroten. Menthol is dus niet gevaarlijk op zich, maar kan sporters misleiden.5. Wat zijn betere strategieën om koel te blijven?Bewezen effectieve strategieën zijn onder andere sponsen, iceslurries en goed hydrateren. Menthol kan hooguit een prettige extra zijn, vooral voor de beleving, maar vervangt geen echte koelmaatregelen. Voor wie experimenteert kan het interessant zijn, maar het is zeker geen wondermiddel.6. Wanneer is menthol dan wél zinvol?Menthol kan nuttig zijn voor sporters die het prettig vinden om een frisse mond of koel gevoel te ervaren tijdens inspanning. Het mentale effect kan bijdragen aan comfort of motivatie. Maar wie echt prestaties wil verbeteren in de hitte, moet het zien als aanvulling, niet als vervanging van bewezen koelstrategieën.Handige bronnen en links:Aflevering 152 met warmtewetenschapper Puck Alkemade:
Dit is de 235e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Met een jetlag aan de start in Renkum: wat doet het met je prestatie?INLEIDING:Hoe presteer je als je lichaam denkt dat het nacht is? Dat vroeg Gerrit zich af toen hij, net terug uit Costa Rica met acht uur tijdsverschil, aan de start verscheen van het NK Crosstriathlon in Renkum. Slaperig, vlak en zonder echte gretigheid dook hij de Rijn in.In aflevering 235 onderzoeken we wat een jetlag doet met je prestatie, maar ook waarom 70% van de mensen ongemerkt te maken heeft met 'sociale jetlag'. Dat weekend-ritme van later naar bed en langer uitslapen kan je herstel en je energie net zo goed verstoren.Wat zegt de wetenschap hierover, en welke strategieën helpen om je bioritme weer in lijn te krijgen?En hoe beleefden Jurgen en de vele luisteraars de race in Renkum?Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat doet een jetlag met je sportprestatie?Een jetlag verstoort je interne klok, waardoor je lichaam niet synchroon loopt met het lokale dag- en nachtritme. Dat beïnvloedt hormonen, lichaamstemperatuur en zenuwgeleiding. Vooral explosieve en technische sporten lijden daar direct onder, maar ook bij duursporters kan het prestatievermogen dalen. Je voelt je minder scherp, coördinatie gaat omlaag en herstel verloopt trager. De effecten zijn sterker bij reizen naar het oosten.Hoe lang duurt het om te herstellen van een jetlag?Een veelgenoemde vuistregel is één dag per uur tijdsverschil. Vlieg je bijvoorbeeld acht uur terug uit Costa Rica, dan kan je lichaam ruim een week nodig hebben om volledig aangepast te zijn. Factoren zoals slaapkwaliteit, chronotype en lichtblootstelling bepalen hoe snel dit gaat. Je kunt dit proces versnellen door direct te eten, slapen en bewegen volgens de lokale tijd.Wat is sociale jetlag en waarom is dat belangrijk voor sporters?Sociale jetlag ontstaat als je slaap- en waakritme in het weekend afwijkt van je doordeweekse patroon. Denk aan later naar bed en langer uitslapen. Je lijf ervaart dat als een mini-jetlag. Ongeveer 70% van de mensen heeft ermee te maken. Het kan metabolisme, insulinegevoeligheid, bloeddruk en herstel beïnvloeden. Voor sporters die scherp trainen en herstellen is dit een serieuze factor om rekening mee te houden.Kun je je voorbereiden op een wedstrijd met jetlag?Ja, er zijn strategieën die helpen. Schuif in de dagen vooraf je slaap- en eetmomenten dagelijks een uur op richting de nieuwe tijdzone. Zorg voor lichtblootstelling in de ochtend en vermijd fel licht in de avond. Houd je slaaphygiëne strak: koel, donker en stil slapen, schermen uit. Direct bewegen en eten op de lokale tijd helpt je lichaam sneller omschakelen. Melatonine kan een hulpmiddel zijn, maar wordt niet als eerste keus gezien.Wat merk je van jetlag tijdens een triathlon of marathon?Jetlag maakt een race niet per se zwaarder qua belasting, maar het vlakt de intensiteit van je beleving af. Je voelt minder explosiviteit, minder gretigheid en minder scherpte. In de aflevering vertelt Gerrit dat hij in Renkum wel gewoon kon racen, maar dat hij zich vlak en slaperig voelde, alsof zijn lichaam nog in de nacht zat. Jetlag verandert dus vooral de kwaliteit van je prestatiebeleving, niet altijd de kwantiteit van wat je fysiek aankunt.Is sociale jetlag net zo schadelijk als een echte jetlag?De effecten zijn subtieler, maar ze stapelen zich wel op. Waar een vliegreis incidenteel voorkomt, kan sociale jetlag wekelijks terugkomen. Voor je herstel, je energieniveau en je prestatie kan dat net zo goed beperkend zijn. Wie structureel beter wil presteren, doet...
Dit is de 234e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren na twee uur wedstrijd: hoe veerkrachtig ben jij?INLEIDING:Na 2,5 uur wedstrijd begint het pas echt. Je tempo zakt weg, je benen voelen zwaar en je hoofd wil nog wel, maar je lijf sputtert tegen. Wat gebeurt er precies op dat punt? En belangrijker: kun je het trainen? In aflevering 234 zoeken we dat tot op de vezel uit. We doken in de wetenschap achter fysiologische veerkracht en spraken met Guido Vroemen over taaiheid: hoe bereid je je voor op het moment dat je glycogeen opraakt, je coördinatie achteruitgaat en elk signaal uit je lijf zegt: “stop maar”?Gerrit deelt hoe hij als een zombie de laatste kilometers van een marathon doorkwam, en samen met Jurgen onderzoekt hij waarom vrouwen soms taaier blijken dan mannen. Of zoals mooi gezegd: “Er is een verschil tussen de finish halen, en blijven presteren tot de finish.”Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat gebeurt er in je lichaam na 2,5 uur intensieve inspanning?Na ongeveer 150 minuten intensief sporten raakt je lijf een grens: je glycogeenvoorraad slinkt, spieren verzuren, en de coördinatie tussen zenuwen en spiervezels wordt minder efficiënt. Volgens de aflevering ontstaat er dan een 'kink in de curve': een disproportioneel verval in je prestatievermogen. Het lichaam schakelt over op trage systemen, en dat voel je direct — in kracht, techniek én mentale weerbaarheid.Hoe kun je dit verval trainen als je je voorbereidt op een marathon?Volgens sportarts Guido Vroemen is het essentieel om te trainen onder vermoeidheid. Voeg wedstrijdspecifieke blokken toe aan het einde van lange duurlopen, of plan twee intensieve sessies kort op elkaar. Zo leer je je lichaam omgaan met dat lege gevoel en versterk je precies de systemen die je in het laatste half uur nodig hebt.Heeft het zin om extra koolhydraten te nemen in die fase?Ja, maar met nuance. Koolhydraten blijven belangrijk om je energieniveau op peil te houden, maar ze voorkomen het verval niet volledig. Zoals besproken in de aflevering: voeding kan het systeem ondersteunen, maar de afname in spier- en zenuwfunctie moet je óók trainen. Dus zowel eten als aanpassen van je trainingsschema is nodig.Wat kun je mentaal doen om die taaiheid te verbeteren?Taaiheid zit deels tussen de oren, maar volgens de aflevering helpt het vooral als je weet wat er gebeurt en voorbereid bent op die klap. Train dus specifiek op 'vervelende stukken': die momenten waarop je normaal zou stoppen of terugschakelen. En bouw ook mentale strategieën in je trainingen: positieve zelfspraak, doelen in stukjes hakken, of visualiseren van het eindpunt.Waarom is het slim om juist het laatste halfuur extra te trainen?Omdat dat vaak het punt is waarop iedereen terugvalt, maar juist daar kun je je onderscheiden. Zoals Gerrit zegt: “Er is een verschil tussen de finish halen, en blijven presteren tot de finish.” Door die fase bewust te trainen, ben je niet alleen fysiek voorbereid, maar verras je ook mentaal niet jezelf.Zijn vrouwen taaier dan mannen op lange afstanden?De aflevering laat zien dat vrouwen gemiddeld minder verval tonen bij ultralange inspanning. Ze starten rustiger en houden dat tempo langer vol. Dat is geen bewijs van superioriteit, maar wel een hint dat pacing, planning en mentale rust grote impact hebben. Iets waar elke sporter wat van kan leren.Handige bronnen en links:Onze eerdere aflevering over omgaan met vermoeidheid: a...
Dit is de 233e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Een klimaatvriendelijk sportersdieet volgens expert sportvoeding Peter ResINLEIDING:In aflevering 233 spreken we met sportvoedingsdeskundige Peter Res over een onderwerp dat steeds urgenter wordt: hoe kun je als sporter goed presteren én tegelijk je impact op het klimaat verkleinen? Peter is mede-oprichter van The Climavore Athlete Movement en werkte eerder met topsporters bij Ajax en NOC*NSF. Zijn boodschap is helder: je hoeft geen klimaatfundamentalist te worden om verschil te maken. Wie rundvlees vermijdt of zuivel inruilt voor plantaardige alternatieven, verlaagt zijn voetafdruk al aanzienlijk. En juist sporters, die vaak meerdere keren per dag eten, hebben veel kansen om het verschil te maken.We bespreken misverstanden over eiwitten, de valkuil van ‘veel kaas als vleesvervanger’, en waarom je beter kunt denken in handafdruk dan in voetafdruk. Peter deelt zijn ervaring met topsporters als Maya Kingma, en laat zien hoe kleine aanpassingen leiden tot grote winst,voor jezelf én de wereld.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat bedoelt Peter Res met een ‘klimavoor’?Een klimavoor is een sporter die eet voor prestaties én voor de planeet. In plaats van de klassieke carnivoor kiest een klimavoor vaker plantaardige producten, zonder in te leveren op energie of herstel. Het is geen dogma, maar een praktische benadering van sportvoeding met oog voor duurzaamheid, aldus Peter Res.Waarom hoeven sporters zich geen zorgen te maken over eiwitten bij plantaardig eten?Volgens Peter bevatten veel alledaagse producten, zoals brood en peulvruchten, verrassend veel eiwitten. Wie gevarieerd en voldoende eet, komt al snel aan de juiste hoeveelheden. Alleen bij specifieke situaties of intensieve belasting kan een extra focus op eiwitkwaliteit of aanvulling nodig zijn.Wat is het grootste misverstand over vegetarisch eten en klimaatimpact?Veel mensen denken goed bezig te zijn door vlees te vervangen door kaas. Maar kaas heeft juist een hoge klimaatbelasting. Peter noemt dit de ‘kaasval’ en adviseert om in plaats daarvan vaker te kiezen voor plantaardige alternatieven zoals soja, bonen of noten.Wat is belangrijker dan je voetafdruk volgens Peter Res?Peter benadrukt het belang van je ‘handafdruk’: de positieve invloed die je hebt op anderen door jouw keuzes zichtbaar te maken. Als sporter kun je met een goed verhaal en een doordachte aanpak anderen inspireren om ook duurzamer te gaan eten.Moet je als sporter helemaal vegan worden om impact te maken?Nee, zegt Peter. Liever inconsequent goed dan consequent fout. Alleen al het schrappen van rundvlees maakt een enorm verschil voor het klimaat. Iedere stap telt, ook als je niet meteen alles verandert. Begin gewoon ergens.Welke rol speelt het eetmoment in klimaatvriendelijke sportvoeding?Omdat sporters vaak meerdere keren per dag eten, hebben ze ook veel momenten waarop ze duurzame keuzes kunnen maken. Juist die frequentie maakt het volgens Peter interessant: elke maaltijd is een kans om bij te dragen aan een betere wereld.Handige bronnen en links:Aflevering 172 over optimale eiwitinname voor een sporter: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-9/sterkere-spieren-misvattingen-rondom-eiwitinname/ Aflevering 14 over de Netflix documentaire Gamechangers: a...
Dit is een BONUS aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Een DNF in Gravelines vanwege onverwachte ‘biochemische botsing’?INLEIDING:In deze bonusaflevering blikken Jurgen en Gerrit terug op de triathlon in Gravelines, waarin Gerrit onverwacht niet finishte. Ze bespreken uitgebreid wat er misging, met inzichten van sportarts Guido Vroemen en een verrassende verklaring van Matthijs Hesselink.De race: goed begin, dramatisch eindeZwemmen en fietsen verliepen uitstekend, met tot in de laatste kilometer van het fietsonderdeel nog een sterk gevoel. Maar plotseling was alle energie weg. Tijdens het looponderdeel bleef Gerrit nog twee uur in beweging om te achterhalen wat er aan de hand was. Geen misselijkheid of braken, maar een ernstig opgeblazen gevoel, lege darmen en een totaal gebrek aan energie.Een ‘biochemische botsing’ tussen Maurten en LiFTDe uiteindelijke verklaring kwam via WhatsApp van Matthijs Hesselink. Hij vermoedt een biochemische wisselwerking tussen twee moderne sportvoedingsstrategieën:De lipiden in LiFT moeten worden afgebroken door het enzym lipaseDe pectines in de Maurten hydrogel, die Gerrit ook gebruikte, remmen lipaseDoordat de vetten niet werden afgebroken, verdween de waterige omgeving in de darm. Daardoor konden ook de koolhydraten uit de Maurten-gel niet worden vrijgemaakt. Het gevolg: stagnatie van de maaginhoud, geen opname van energie en dus ook geen brandstof voor de spieren.De les: het lichaam is te complex voor simpelweg innovaties stapelenGuido Vroemen bevestigt in het bonusgesprek dat de wisselwerking tussen innovatieve strategieën onvoorspelbaar kan zijn. Het bijzondere in dit geval is dat Gerrit het gebruik van LiFT in combinatie met Maurten wél al twee keer eerder had getest tijdens trainingen. De omstandigheden qua dosering en intensiteit waren toen anders, maar het geeft aan hoe genuanceerd zulke experimenten zijn.Een ogenschijnlijk solide plan kan door subtiele biochemische interacties toch mislopen. Zoals Jurgen in de aflevering opmerkt: het is fascinerend hoe complex het lichaam in elkaar zit. Dat maakt slimmer presteren niet alleen een sportieve, maar ook een wetenschappelijke uitdaging.Benieuwd naar de wetenschap achter vetverbranding, sportvoeding en supplementen zoals LiFT van 4GOLD? En wil je horen hoe een goed doordacht plan toch kan vastlopen door een onverwachte combinatie van factoren?Luister nu deze bonus! Handige bronnen en links:De aflevering met hoogleraar Mathijs Hesselink over Lift, waar deze bonus aflevering bij hoort: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-12/232-slimmer-presteren-met-gestructureerde-lipiden-met-hoogleraar-matthijs-hesselink/Volg Gerrit op Strava en duik in de data van hoe het die halve triathlon (29 juni 2025) ging: https://www.strava.com/athletes/14722459Aflevering over de innovatieve Zweedse hydrogel van Maurten: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-5/98-dure-zweedse-hydrogel-sportvoeding-van-maurten-zinvol-of-onzin/Aflevering over slimmer omgaan met pijn:
Dit is de 232e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren met gestructureerde lipiden, met hoogleraar Matthijs HesselinkINLEIDING:Na een zomerstop zijn we terug met een knallende start van seizoen 12. We duiken direct de diepte in: hoe slim is het om met synthetische vetten te racen?Hoogleraar Matthijs Hesselink schuift aan voor een wetenschappelijke blik op gestructureerde lipiden, zoals toegepast in het supplement LiFT van 4GOLD. Gerrit besluit datzelfde weekend het product zelf te testen tijdens een halve triathlon. Dat liep niet zoals gehoopt...In een aparte bonusaflevering hoor je hoe zijn race onverwacht eindigt in een DNF, en wat Guido Vroemen én Matthijs hierover zeggen. Een aflevering die laat zien hoe dicht theorie en praktijk bij elkaar kunnen liggen, terwijl de uitkomst compleet anders blijkt.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat zijn gestructureerde lipiden en waarom worden ze in sportvoeding gebruikt?Gestructureerde lipiden zijn synthetisch opgebouwde vetmoleculen die zijn ontworpen om sneller opgenomen te worden in het lichaam. Volgens expert Matthijs Hesselink kunnen ze, in theorie, efficiënter energie leveren dan gewone vetten. Ze worden toegepast in producten zoals LiFT van 4GOLD om vetverbranding tijdens duursport te stimuleren.Welke belofte doet het LiFT supplement van 4GOLD?LiFT belooft een energiebesparend effect op koolhydraten door vetten als alternatieve brandstof in te zetten. Het supplement wordt gepromoot als middel om duurzamer te presteren, met minder suikerverbruik. Volgens Hesselink is dat biochemisch aannemelijk, maar ontbreekt nog direct bewijs dat het daadwerkelijk prestatievoordeel oplevert.Waarom is vetverbranding tijdens intensieve inspanning zo lastig?Volgens Matthijs Hesselink ligt de beperking niet in de hoeveelheid vet die beschikbaar is, maar in de capaciteit van de spieren om die vetten te verwerken. Zelfs slanke sporters hebben genoeg vetreserves. Het probleem zit vooral in de snelheid waarmee vetten kunnen worden ingezet bij hoge intensiteit.Wat ging er mis tijdens Gerrits test met LiFT in Gravelines?Tijdens een halve triathlon ervoer Gerrit plotseling energiegebrek en een ernstig opgeblazen gevoel. Ondanks eerdere tests leidde de combinatie van LiFT en Maurten dit keer tot een volledige stilstand van de energieopname. De race eindigde in een DNF, ondanks een goed doordacht plan.Welke verklaring gaf Matthijs Hesselink voor het falen van het voedingsplan?Hij vermoedt een biochemische wisselwerking tussen pectines uit Maurten en de lipiden in LiFT. De pectines zouden het enzym lipase remmen, waardoor de vetten niet afgebroken werden en ook de koolhydraten niet vrij konden komen. Dit leidde tot een blokkade net onder de maagklep.Wat is de belangrijkste les uit deze ervaring?Zowel Matthijs als Guido Vroemen wijzen erop dat innovaties in sportvoeding elkaar onbedoeld kunnen tegenwerken. Zelfs als elk product op zichzelf getest is, blijft het lichaam te complex om zomaar strategieën te stapelen. Presteren vraagt niet alleen om plannen, maar ook om begrip van wat er in het lichaam gebeurt.Handige bronnen en links:Onze eerdere aflevering met Matthijs Hesselink als Special Guest, over mitochondriën. https://slimmer-presteren-podcast.nl/sportvoeding/148-meer-energie-tijdens-het-sporten-door-efficientere-mitochondrien/ Aflevering 225 over de zinvolle hoeveelheid
Dit is een bonus aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Hoe herken je het volgende wielertalent? Deep Dive over het promotie-onderzoek van Dr. Jens VoetINLEIDING:De Tour de France is in volle gang en seizoen 11 van de podcast zit erop. Maar we laten je niet zonder inspiratie achter! In deze extra lange bonusaflevering duiken we diep in het onderwerp talentontwikkeling in het wielrennen.Samen met bewegingswetenschapper én wielercoach Jens Voet bespreken we zijn promotieonderzoek aan de VU Amsterdam. Wat maakt een jonge renner écht klaar voor het profpeloton? Welke rol speelt vermoeidheid in het onderscheiden van talent? En waarom is het zo lastig om de volgende Pogacar of Van der Poel vroeg te herkennen?Voor iedereen die wielrennen volgt met een wetenschappelijke bril, of gewoon wil weten wat er schuilgaat achter het succes van de toppers in de Tour, is dit een fascinerend gesprek.Luister nu, tijdens je vakantierit of luie middag in de zon.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wie is Jens Voet?Jens Voet is bewegingswetenschapper, wielercoach en vers gepromoveerd onderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Op 6 mei 2025 verdedigde hij zijn proefschrift Gearing up for greatness, waarin hij zich boog over talentherkenning en -ontwikkeling in het professionele wielrennen.Zelf begon hij als jonge renner bij ZRTC Theo Middelkamp, maar inmiddels is hij actief als coach en performance-analist bij de U23-ploeg van het Zwitserse Tudor Pro Cycling Team. Eerder werkte hij onder meer als trainer bij Metec en liep hij stage bij het toenmalige Team Sunweb. Jens combineert wetenschappelijke inzichten met praktijkervaring uit het peloton, en is daarmee een unieke stem in het debat over wat een wielertalent écht succesvol maakt. 2. Wat maakt iemand een écht wielertalent, volgens het onderzoek van Jens?Volgens Jens Voet is het niet het piekvermogen of de sprintkracht dat het verschil maakt tussen talent en top. Wat wél het verschil maakt, is het vermogen om onder vermoeidheid hoge prestaties te blijven leveren – wat hij “durability” noemt.Veel jonge renners kunnen indrukwekkende waardes trappen in een test of wedstrijd van 20 minuten. Maar pas na een uur volle bak koers, wanneer vermoeidheid intreedt, zie je wie echt boven komt drijven. Toppers kunnen dan nog steeds diep gaan en herstellen, waar anderen terugvallen. Talentherkenning vraagt dus om andere meetmomenten en een andere bril. 3. Waarom is het zo moeilijk om toekomstig wielertalent vroeg te herkennen?Een van de grote problemen in talentherkenning is het onderscheid tussen “early bloomers” en duurzame talenten. Jens laat zien dat veel jonge renners die opvallen in de jeugd door fysieke voorsprong, bijvoorbeeld omdat ze eerder in de puberteit zijn, later niet per se doorstromen naar het profniveau.Andersom geldt dat laatbloeiers vaak onterecht worden overgeslagen. Omdat traditionele selectiemomenten (zoals nationale kampioenschappen) kortdurend zijn en piekprestaties belonen, missen we vaak de taaie, duurzame talenten die in het echte werk tot bloei zouden komen. 4. Wat betekent dit voor talentontwikkeling in het wielrennen?De bevindingen van Jens vragen om een fundamentele herziening van hoe we met talenten omgaan. Selectiecriteria zouden minder moeten draaien om momentopnames, en meer om ontwikkeling over tijd.Ook herstelvermogen en mentale weerbaarheid zouden een grotere rol moeten spelen in de beoordeling. Jens pleit niet voor een compleet andere aanpak, maar wel voor meer nuance: laat jonge renners zich op verschillende momenten...
Dit is de 231e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer bewegen met een rolstoel als trainingstool bij ASM Masters of MovementINLEIDING:Bewegen met een rolstoel? Dat is toch alleen relevant als je een beperking hebt? Niet dus, ontdekten Gerrit en Jurgen tijdens een bijzondere Masters of Movement avond van het Athletic Skills Model. Ze stapten zelf in een rolstoel, zowel op een skills-parcours, als in een potje rugby, en leerden binnen een paar minuten meer over motoriek, timing en balans dan in een hele maand hardlopen.De inzichten van Paralympisch sporters Reda Haouam en Mustafa Jebari maakten diepe indruk. Net als de visie van bewegingswetenschapper Thomas Janssen: iedereen, valide of niet, zou af en toe van rol moeten wisselen.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat leer je als valide sporter van bewegen met een rolstoel?Je wordt je bewust van bewegingen die normaal vanzelf gaan. In een rolstoel moet je opnieuw leren sturen, remmen en je lichaam coördineren. Dat traint je motoriek en maakt je een veelzijdigere sporter.Waarom is spelenderwijs leren in een rolstoel zo effectief?Omdat het spel je dwingt tot actie. In plaats van uitleg krijg je directe ervaring. Reda en Mustafa lieten zien dat je door doen, fouten maken en aanpassen veel sneller leert dan via theorie.Wat maakt een rolstoel zo'n goede tool voor motorisch leren?Het is een totaal nieuwe context. Je zintuigen, balans en timing worden op de proef gesteld. Dat stimuleert aanpassingsvermogen en vergroot je bewustzijn van hoe je beweegt, precies wat motorisch leren vraagt.Hoe past het ASM deze ervaring in binnen het bredere beweegaanbod?Volgens Jorick Hendriksen hoort dit thuis in een veelzijdig beweeglandschap. Door af en toe iets radicaal anders te doen, vergroot je je beweegrepertoire en train je eigenschappen die bijdragen aan blessurevrij en slim bewegen.Wat nam prof. Thomas Janssen waar over rolstoelvaardigheid?Zelfs mensen die dagelijks in een rolstoel zitten, moeten blijven trainen om vaardig te blijven. Dat onderstreept hoe complex en waardevol die vaardigheid is, en hoeveel er nog te winnen valt voor sporters en coaches die hiermee oefenen.Handige bronnen en links:Alle eerdere afleveringen van de Masters of Movement: https://slimmer-presteren-podcast.nl/tag/masters-of-movement/ Alle informatie over ASM: https://www.athleticskillsmodel.nl/ De website van Paralympic Science Support NL: https://www.paralympicsciencesupport.nl/ —-De Slimmer Presteren Podcast is een initiatief van Gerrit Heijkoop en Jurgen van Teeffelen. Vanaf begin 2020 bespreken zij wekelijks een onderwerp op het gebied van sport, onderzoek en innovatie. Zie ook:WEB: https://slimmer-presteren-podcast.nlINSTAGRAM: https://www.instagram.com/SlimmerPodcastLinkedIn:






Juist niet voor de wedstrijd inkorten. Dat zijn de atleten die het best voorbereid zijn en die kunnen wel omgaan met de hitte! Zelf deed ik 2e divisie in Utrecht. Ook met 50' uitstel was het ok.