Discover
Slimmer Presteren Podcast

Slimmer Presteren Podcast
Author: Gerrit Heijkoop en Jurgen van Teeffelen
Subscribed: 202Played: 16,749Subscribe
Share
© Copyright 2025 Gerrit Heijkoop en Jurgen van Teeffelen
Description
Over sport, onderzoek en innovatie. Jouw wekelijkse kop koffie met wetenschapsjournalist Jurgen van Teeffelen en middle-aged-man-in-lycra Gerrit Heijkoop. Voor mensen die hun grenzen willen verleggen, maar daarbij de grens tussen 'onzin' en 'zinvol' niet uit het oog willen verliezen.
260 Episodes
Reverse
Dit is de 237e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren met kennis van je spiervezeltype, met Special Guest Eline LievensINLEIDING:Sommige sporters lijken gemaakt voor lange afstanden, anderen voor pure explosiviteit. Het verschil zit vaak in hun spiervezeltype. Maar hoe ontdek je wat jouw spieren je vertellen, en hoe gebruik je dat slim in training en herstel?In de aflevering van deze week spreken Gerrit en Jurgen met spierexpert Eline Lievens van de Universiteit Gent. Zij laat zien hoe een moderne test jouw spiervezeltypes zichtbaar maakt zonder pijnlijke biopten. En vooral: wat je er als sporter mee kunt, van betere trainingskeuzes tot gerichter herstel.Wil jij weten of jouw spieren meer op een jachtluipaard of een albatros lijken? Luister mee en ontdek hoe inzicht in je spiervezeltype jou kan helpen slimmer te presteren.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat zijn spiervezeltypes en waarom zijn ze relevant voor sport?Volgens Eline Lievens bestaat elke spier uit een mix van trage en snelle vezels. Trage vezels zijn efficiënt en volhardend, snelle vezels zorgen voor explosieve kracht. De verhouding bepaalt deels of iemand aanleg heeft voor duur- of krachtsport. Voor sporters en coaches is inzicht hierin waardevol, omdat het verklaart waarom trainingsrespons en herstel per individu zo sterk kunnen verschillen.2. Hoe werkt een moderne spiervezeltype test zonder biopt?Eline ontwikkelde samen met haar team in Gent een niet-invasieve MRI-techniek waarbij de stof carnosine in spieren wordt gemeten. Carnosine komt vaker voor in snelle vezels en geeft zo een betrouwbaar beeld van de verdeling. Deze methode vervangt het pijnlijke spierbiopt en wordt inmiddels toegepast door topsportclubs als Manchester United en de Belgische wielerbond. Ook in Nederland zijn veldtesten ontwikkeld om dit inzicht praktisch te benutten.3. Wat kan een sporter met de kennis van zijn spiervezeltype?Eline benadrukt dat kennis van je spiervezeltype helpt om training en herstel beter af te stemmen. Sporters met veel trage vezels kunnen doorgaans meer volume en frequentie aan, terwijl snelle vezeltypes gevoeliger zijn voor overbelasting en beter gedijen bij intensieve maar kortere prikkels. Dit inzicht helpt zowel individuele sporters als coaches in teamsporten om programma’s te personaliseren.4. In hoeverre kun je je spiervezeltype trainen of veranderen?Onderzoek laat zien dat de verdeling tussen trage en snelle vezels grotendeels genetisch bepaald is en stabiel blijft. Wel kan training zorgen voor subtiele verschuivingen tussen subtypes, zoals van snelle IIx naar IIa vezels. Volgens Eline is het vooral zaak om je trainingen af te stemmen op je dominante vezeltype. Daarmee haal je het meeste rendement uit je aanleg, zonder onnodige risico’s op blessures of overbelasting.5. Wat zijn de Muscle Talent Scan en Muscle Monitor?De Muscle Talent Scan is een instrument dat Eline ontwikkelde om jonge atleten inzicht te geven in hun spiervezeltype en zo te helpen bij de juiste disciplinekeuze. De Muscle Monitor is haar nieuwe onderzoeksproject dat kijkt naar de link tussen spiervezeltypes en gezondheid. Het doel: nagaan of bepaalde vezelprofielen een hogere kans geven op ziektes zoals diabetes of obesitas, en hoe training preventief kan werken.6. Welke lessen zijn er voor recreatieve sporters?Niet alleen topsporters profiteren van deze kennis. Voor iedere sporter kan een beter begrip van het eigen spiervezeltype helpen om slimmer te trainen. Zo kan een loper met veel snelle vezels beter kiezen voor minder...
Dit is de 236e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren met menthol: zinvol of onzin?INLEIDING:Je denkt er niet snel aan, maar soms zit slimmer presteren gewoon in een simpel snoepje. Tijdens de triathlon in Renkum besloot Jurgen een experiment te doen: een mentholsnoepje in zijn mond, in de hoop dat de frisse kick hem sneller zou maken.Het resultaat? Zijn neus ging open, zijn ademhaling voelde ruimer… maar of hij er echt harder van ging? Dat heb je vorige week kunnen horen.In de aflevering van deze week onderzoeken Gerrit, Jurgen en Guido of menthol meer is dan alleen een lekker fris gevoel. Ze bespreken recente studies, kijken naar de belofte van wetenschappers en de realiteit in de topsport. Want één ding staat vast: de perceptie van koeling is er, maar of dat ook echt je sportprestatie verbetert, blijft spannend.En er is een keerzijde: menthol kan je lichaam ook ‘foppen’, waardoor je ongemerkt verder gaat terwijl je kerntemperatuur oploopt. Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat doet menthol in het lichaam tijdens inspanning?Menthol activeert koude-receptoren (TRPM8) in mond en huid, waardoor je hersenen signalen krijgen dat het kouder is dan in werkelijkheid. Daardoor voelt ademhaling frisser en lijkt het lichaam minder warm, ook al verandert de kerntemperatuur nauwelijks. Het effect zit dus vooral in de perceptie van koeling.2. Wat zeggen wetenschappelijke studies over menthol en sportprestatie?Een review uit 2017 suggereerde dat mondspoelingen met menthol een positief effect kunnen hebben op volhoudtijd en prestatie in de hitte. Een meta-analyse uit 2025 laat echter zien dat dit effect klein en niet overtuigend is. Vooral in gecontroleerde labomstandigheden waren er kleine voordelen, maar bij commerciële producten zoals energiedranken of gels bleef het uit.3. Hoe gebruiken sporters menthol in de praktijk?Volgens Guido Vroemen ziet hij weinig topsporters die menthol structureel inzetten. Recreanten en sommige lopers proberen het wel, bijvoorbeeld via snoepjes of drankjes. Jurgen testte zelf een mentholsnoepje tijdens een triathlon en merkte vooral een frisser gevoel in ademhaling, maar geen objectieve prestatieverbetering.4. Wat zijn de mogelijke risico’s van mentholgebruik tijdens sport?Het belangrijkste risico is dat je lichaam zich kouder voelt dan het werkelijk is. Daardoor kan een sporter ongemerkt harder of langer doorgaan, terwijl de kerntemperatuur gevaarlijk oploopt. Vooral bij warme marathons of triathlons kan dit risico op oververhitting vergroten. Menthol is dus niet gevaarlijk op zich, maar kan sporters misleiden.5. Wat zijn betere strategieën om koel te blijven?Bewezen effectieve strategieën zijn onder andere sponsen, iceslurries en goed hydrateren. Menthol kan hooguit een prettige extra zijn, vooral voor de beleving, maar vervangt geen echte koelmaatregelen. Voor wie experimenteert kan het interessant zijn, maar het is zeker geen wondermiddel.6. Wanneer is menthol dan wél zinvol?Menthol kan nuttig zijn voor sporters die het prettig vinden om een frisse mond of koel gevoel te ervaren tijdens inspanning. Het mentale effect kan bijdragen aan comfort of motivatie. Maar wie echt prestaties wil verbeteren in de hitte, moet het zien als aanvulling, niet als vervanging van bewezen koelstrategieën.Handige bronnen en links:Aflevering 152 met warmtewetenschapper Puck Alkemade:
Dit is de 235e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Met een jetlag aan de start in Renkum: wat doet het met je prestatie?INLEIDING:Hoe presteer je als je lichaam denkt dat het nacht is? Dat vroeg Gerrit zich af toen hij, net terug uit Costa Rica met acht uur tijdsverschil, aan de start verscheen van het NK Crosstriathlon in Renkum. Slaperig, vlak en zonder echte gretigheid dook hij de Rijn in.In aflevering 235 onderzoeken we wat een jetlag doet met je prestatie, maar ook waarom 70% van de mensen ongemerkt te maken heeft met 'sociale jetlag'. Dat weekend-ritme van later naar bed en langer uitslapen kan je herstel en je energie net zo goed verstoren.Wat zegt de wetenschap hierover, en welke strategieën helpen om je bioritme weer in lijn te krijgen?En hoe beleefden Jurgen en de vele luisteraars de race in Renkum?Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat doet een jetlag met je sportprestatie?Een jetlag verstoort je interne klok, waardoor je lichaam niet synchroon loopt met het lokale dag- en nachtritme. Dat beïnvloedt hormonen, lichaamstemperatuur en zenuwgeleiding. Vooral explosieve en technische sporten lijden daar direct onder, maar ook bij duursporters kan het prestatievermogen dalen. Je voelt je minder scherp, coördinatie gaat omlaag en herstel verloopt trager. De effecten zijn sterker bij reizen naar het oosten.Hoe lang duurt het om te herstellen van een jetlag?Een veelgenoemde vuistregel is één dag per uur tijdsverschil. Vlieg je bijvoorbeeld acht uur terug uit Costa Rica, dan kan je lichaam ruim een week nodig hebben om volledig aangepast te zijn. Factoren zoals slaapkwaliteit, chronotype en lichtblootstelling bepalen hoe snel dit gaat. Je kunt dit proces versnellen door direct te eten, slapen en bewegen volgens de lokale tijd.Wat is sociale jetlag en waarom is dat belangrijk voor sporters?Sociale jetlag ontstaat als je slaap- en waakritme in het weekend afwijkt van je doordeweekse patroon. Denk aan later naar bed en langer uitslapen. Je lijf ervaart dat als een mini-jetlag. Ongeveer 70% van de mensen heeft ermee te maken. Het kan metabolisme, insulinegevoeligheid, bloeddruk en herstel beïnvloeden. Voor sporters die scherp trainen en herstellen is dit een serieuze factor om rekening mee te houden.Kun je je voorbereiden op een wedstrijd met jetlag?Ja, er zijn strategieën die helpen. Schuif in de dagen vooraf je slaap- en eetmomenten dagelijks een uur op richting de nieuwe tijdzone. Zorg voor lichtblootstelling in de ochtend en vermijd fel licht in de avond. Houd je slaaphygiëne strak: koel, donker en stil slapen, schermen uit. Direct bewegen en eten op de lokale tijd helpt je lichaam sneller omschakelen. Melatonine kan een hulpmiddel zijn, maar wordt niet als eerste keus gezien.Wat merk je van jetlag tijdens een triathlon of marathon?Jetlag maakt een race niet per se zwaarder qua belasting, maar het vlakt de intensiteit van je beleving af. Je voelt minder explosiviteit, minder gretigheid en minder scherpte. In de aflevering vertelt Gerrit dat hij in Renkum wel gewoon kon racen, maar dat hij zich vlak en slaperig voelde, alsof zijn lichaam nog in de nacht zat. Jetlag verandert dus vooral de kwaliteit van je prestatiebeleving, niet altijd de kwantiteit van wat je fysiek aankunt.Is sociale jetlag net zo schadelijk als een echte jetlag?De effecten zijn subtieler, maar ze stapelen zich wel op. Waar een vliegreis incidenteel voorkomt, kan sociale jetlag wekelijks terugkomen. Voor je herstel, je energieniveau en je prestatie kan dat net zo goed beperkend zijn. Wie structureel beter wil presteren, doet...
Dit is de 234e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren na twee uur wedstrijd: hoe veerkrachtig ben jij?INLEIDING:Na 2,5 uur wedstrijd begint het pas echt. Je tempo zakt weg, je benen voelen zwaar en je hoofd wil nog wel, maar je lijf sputtert tegen. Wat gebeurt er precies op dat punt? En belangrijker: kun je het trainen? In aflevering 234 zoeken we dat tot op de vezel uit. We doken in de wetenschap achter fysiologische veerkracht en spraken met Guido Vroemen over taaiheid: hoe bereid je je voor op het moment dat je glycogeen opraakt, je coördinatie achteruitgaat en elk signaal uit je lijf zegt: “stop maar”?Gerrit deelt hoe hij als een zombie de laatste kilometers van een marathon doorkwam, en samen met Jurgen onderzoekt hij waarom vrouwen soms taaier blijken dan mannen. Of zoals mooi gezegd: “Er is een verschil tussen de finish halen, en blijven presteren tot de finish.”Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat gebeurt er in je lichaam na 2,5 uur intensieve inspanning?Na ongeveer 150 minuten intensief sporten raakt je lijf een grens: je glycogeenvoorraad slinkt, spieren verzuren, en de coördinatie tussen zenuwen en spiervezels wordt minder efficiënt. Volgens de aflevering ontstaat er dan een 'kink in de curve': een disproportioneel verval in je prestatievermogen. Het lichaam schakelt over op trage systemen, en dat voel je direct — in kracht, techniek én mentale weerbaarheid.Hoe kun je dit verval trainen als je je voorbereidt op een marathon?Volgens sportarts Guido Vroemen is het essentieel om te trainen onder vermoeidheid. Voeg wedstrijdspecifieke blokken toe aan het einde van lange duurlopen, of plan twee intensieve sessies kort op elkaar. Zo leer je je lichaam omgaan met dat lege gevoel en versterk je precies de systemen die je in het laatste half uur nodig hebt.Heeft het zin om extra koolhydraten te nemen in die fase?Ja, maar met nuance. Koolhydraten blijven belangrijk om je energieniveau op peil te houden, maar ze voorkomen het verval niet volledig. Zoals besproken in de aflevering: voeding kan het systeem ondersteunen, maar de afname in spier- en zenuwfunctie moet je óók trainen. Dus zowel eten als aanpassen van je trainingsschema is nodig.Wat kun je mentaal doen om die taaiheid te verbeteren?Taaiheid zit deels tussen de oren, maar volgens de aflevering helpt het vooral als je weet wat er gebeurt en voorbereid bent op die klap. Train dus specifiek op 'vervelende stukken': die momenten waarop je normaal zou stoppen of terugschakelen. En bouw ook mentale strategieën in je trainingen: positieve zelfspraak, doelen in stukjes hakken, of visualiseren van het eindpunt.Waarom is het slim om juist het laatste halfuur extra te trainen?Omdat dat vaak het punt is waarop iedereen terugvalt, maar juist daar kun je je onderscheiden. Zoals Gerrit zegt: “Er is een verschil tussen de finish halen, en blijven presteren tot de finish.” Door die fase bewust te trainen, ben je niet alleen fysiek voorbereid, maar verras je ook mentaal niet jezelf.Zijn vrouwen taaier dan mannen op lange afstanden?De aflevering laat zien dat vrouwen gemiddeld minder verval tonen bij ultralange inspanning. Ze starten rustiger en houden dat tempo langer vol. Dat is geen bewijs van superioriteit, maar wel een hint dat pacing, planning en mentale rust grote impact hebben. Iets waar elke sporter wat van kan leren.Handige bronnen en links:Onze eerdere aflevering over omgaan met vermoeidheid: a...
Dit is de 233e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Een klimaatvriendelijk sportersdieet volgens expert sportvoeding Peter ResINLEIDING:In aflevering 233 spreken we met sportvoedingsdeskundige Peter Res over een onderwerp dat steeds urgenter wordt: hoe kun je als sporter goed presteren én tegelijk je impact op het klimaat verkleinen? Peter is mede-oprichter van The Climavore Athlete Movement en werkte eerder met topsporters bij Ajax en NOC*NSF. Zijn boodschap is helder: je hoeft geen klimaatfundamentalist te worden om verschil te maken. Wie rundvlees vermijdt of zuivel inruilt voor plantaardige alternatieven, verlaagt zijn voetafdruk al aanzienlijk. En juist sporters, die vaak meerdere keren per dag eten, hebben veel kansen om het verschil te maken.We bespreken misverstanden over eiwitten, de valkuil van ‘veel kaas als vleesvervanger’, en waarom je beter kunt denken in handafdruk dan in voetafdruk. Peter deelt zijn ervaring met topsporters als Maya Kingma, en laat zien hoe kleine aanpassingen leiden tot grote winst,voor jezelf én de wereld.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat bedoelt Peter Res met een ‘klimavoor’?Een klimavoor is een sporter die eet voor prestaties én voor de planeet. In plaats van de klassieke carnivoor kiest een klimavoor vaker plantaardige producten, zonder in te leveren op energie of herstel. Het is geen dogma, maar een praktische benadering van sportvoeding met oog voor duurzaamheid, aldus Peter Res.Waarom hoeven sporters zich geen zorgen te maken over eiwitten bij plantaardig eten?Volgens Peter bevatten veel alledaagse producten, zoals brood en peulvruchten, verrassend veel eiwitten. Wie gevarieerd en voldoende eet, komt al snel aan de juiste hoeveelheden. Alleen bij specifieke situaties of intensieve belasting kan een extra focus op eiwitkwaliteit of aanvulling nodig zijn.Wat is het grootste misverstand over vegetarisch eten en klimaatimpact?Veel mensen denken goed bezig te zijn door vlees te vervangen door kaas. Maar kaas heeft juist een hoge klimaatbelasting. Peter noemt dit de ‘kaasval’ en adviseert om in plaats daarvan vaker te kiezen voor plantaardige alternatieven zoals soja, bonen of noten.Wat is belangrijker dan je voetafdruk volgens Peter Res?Peter benadrukt het belang van je ‘handafdruk’: de positieve invloed die je hebt op anderen door jouw keuzes zichtbaar te maken. Als sporter kun je met een goed verhaal en een doordachte aanpak anderen inspireren om ook duurzamer te gaan eten.Moet je als sporter helemaal vegan worden om impact te maken?Nee, zegt Peter. Liever inconsequent goed dan consequent fout. Alleen al het schrappen van rundvlees maakt een enorm verschil voor het klimaat. Iedere stap telt, ook als je niet meteen alles verandert. Begin gewoon ergens.Welke rol speelt het eetmoment in klimaatvriendelijke sportvoeding?Omdat sporters vaak meerdere keren per dag eten, hebben ze ook veel momenten waarop ze duurzame keuzes kunnen maken. Juist die frequentie maakt het volgens Peter interessant: elke maaltijd is een kans om bij te dragen aan een betere wereld.Handige bronnen en links:Aflevering 172 over optimale eiwitinname voor een sporter: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-9/sterkere-spieren-misvattingen-rondom-eiwitinname/ Aflevering 14 over de Netflix documentaire Gamechangers: a...
Dit is een BONUS aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Een DNF in Gravelines vanwege onverwachte ‘biochemische botsing’?INLEIDING:In deze bonusaflevering blikken Jurgen en Gerrit terug op de triathlon in Gravelines, waarin Gerrit onverwacht niet finishte. Ze bespreken uitgebreid wat er misging, met inzichten van sportarts Guido Vroemen en een verrassende verklaring van Matthijs Hesselink.De race: goed begin, dramatisch eindeZwemmen en fietsen verliepen uitstekend, met tot in de laatste kilometer van het fietsonderdeel nog een sterk gevoel. Maar plotseling was alle energie weg. Tijdens het looponderdeel bleef Gerrit nog twee uur in beweging om te achterhalen wat er aan de hand was. Geen misselijkheid of braken, maar een ernstig opgeblazen gevoel, lege darmen en een totaal gebrek aan energie.Een ‘biochemische botsing’ tussen Maurten en LiFTDe uiteindelijke verklaring kwam via WhatsApp van Matthijs Hesselink. Hij vermoedt een biochemische wisselwerking tussen twee moderne sportvoedingsstrategieën:De lipiden in LiFT moeten worden afgebroken door het enzym lipaseDe pectines in de Maurten hydrogel, die Gerrit ook gebruikte, remmen lipaseDoordat de vetten niet werden afgebroken, verdween de waterige omgeving in de darm. Daardoor konden ook de koolhydraten uit de Maurten-gel niet worden vrijgemaakt. Het gevolg: stagnatie van de maaginhoud, geen opname van energie en dus ook geen brandstof voor de spieren.De les: het lichaam is te complex voor simpelweg innovaties stapelenGuido Vroemen bevestigt in het bonusgesprek dat de wisselwerking tussen innovatieve strategieën onvoorspelbaar kan zijn. Het bijzondere in dit geval is dat Gerrit het gebruik van LiFT in combinatie met Maurten wél al twee keer eerder had getest tijdens trainingen. De omstandigheden qua dosering en intensiteit waren toen anders, maar het geeft aan hoe genuanceerd zulke experimenten zijn.Een ogenschijnlijk solide plan kan door subtiele biochemische interacties toch mislopen. Zoals Jurgen in de aflevering opmerkt: het is fascinerend hoe complex het lichaam in elkaar zit. Dat maakt slimmer presteren niet alleen een sportieve, maar ook een wetenschappelijke uitdaging.Benieuwd naar de wetenschap achter vetverbranding, sportvoeding en supplementen zoals LiFT van 4GOLD? En wil je horen hoe een goed doordacht plan toch kan vastlopen door een onverwachte combinatie van factoren?Luister nu deze bonus! Handige bronnen en links:De aflevering met hoogleraar Mathijs Hesselink over Lift, waar deze bonus aflevering bij hoort: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-12/232-slimmer-presteren-met-gestructureerde-lipiden-met-hoogleraar-matthijs-hesselink/Volg Gerrit op Strava en duik in de data van hoe het die halve triathlon (29 juni 2025) ging: https://www.strava.com/athletes/14722459Aflevering over de innovatieve Zweedse hydrogel van Maurten: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-5/98-dure-zweedse-hydrogel-sportvoeding-van-maurten-zinvol-of-onzin/Aflevering over slimmer omgaan met pijn:
Dit is de 232e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren met gestructureerde lipiden, met hoogleraar Matthijs HesselinkINLEIDING:Na een zomerstop zijn we terug met een knallende start van seizoen 12. We duiken direct de diepte in: hoe slim is het om met synthetische vetten te racen?Hoogleraar Matthijs Hesselink schuift aan voor een wetenschappelijke blik op gestructureerde lipiden, zoals toegepast in het supplement LiFT van 4GOLD. Gerrit besluit datzelfde weekend het product zelf te testen tijdens een halve triathlon. Dat liep niet zoals gehoopt...In een aparte bonusaflevering hoor je hoe zijn race onverwacht eindigt in een DNF, en wat Guido Vroemen én Matthijs hierover zeggen. Een aflevering die laat zien hoe dicht theorie en praktijk bij elkaar kunnen liggen, terwijl de uitkomst compleet anders blijkt.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat zijn gestructureerde lipiden en waarom worden ze in sportvoeding gebruikt?Gestructureerde lipiden zijn synthetisch opgebouwde vetmoleculen die zijn ontworpen om sneller opgenomen te worden in het lichaam. Volgens expert Matthijs Hesselink kunnen ze, in theorie, efficiënter energie leveren dan gewone vetten. Ze worden toegepast in producten zoals LiFT van 4GOLD om vetverbranding tijdens duursport te stimuleren.Welke belofte doet het LiFT supplement van 4GOLD?LiFT belooft een energiebesparend effect op koolhydraten door vetten als alternatieve brandstof in te zetten. Het supplement wordt gepromoot als middel om duurzamer te presteren, met minder suikerverbruik. Volgens Hesselink is dat biochemisch aannemelijk, maar ontbreekt nog direct bewijs dat het daadwerkelijk prestatievoordeel oplevert.Waarom is vetverbranding tijdens intensieve inspanning zo lastig?Volgens Matthijs Hesselink ligt de beperking niet in de hoeveelheid vet die beschikbaar is, maar in de capaciteit van de spieren om die vetten te verwerken. Zelfs slanke sporters hebben genoeg vetreserves. Het probleem zit vooral in de snelheid waarmee vetten kunnen worden ingezet bij hoge intensiteit.Wat ging er mis tijdens Gerrits test met LiFT in Gravelines?Tijdens een halve triathlon ervoer Gerrit plotseling energiegebrek en een ernstig opgeblazen gevoel. Ondanks eerdere tests leidde de combinatie van LiFT en Maurten dit keer tot een volledige stilstand van de energieopname. De race eindigde in een DNF, ondanks een goed doordacht plan.Welke verklaring gaf Matthijs Hesselink voor het falen van het voedingsplan?Hij vermoedt een biochemische wisselwerking tussen pectines uit Maurten en de lipiden in LiFT. De pectines zouden het enzym lipase remmen, waardoor de vetten niet afgebroken werden en ook de koolhydraten niet vrij konden komen. Dit leidde tot een blokkade net onder de maagklep.Wat is de belangrijkste les uit deze ervaring?Zowel Matthijs als Guido Vroemen wijzen erop dat innovaties in sportvoeding elkaar onbedoeld kunnen tegenwerken. Zelfs als elk product op zichzelf getest is, blijft het lichaam te complex om zomaar strategieën te stapelen. Presteren vraagt niet alleen om plannen, maar ook om begrip van wat er in het lichaam gebeurt.Handige bronnen en links:Onze eerdere aflevering met Matthijs Hesselink als Special Guest, over mitochondriën. https://slimmer-presteren-podcast.nl/sportvoeding/148-meer-energie-tijdens-het-sporten-door-efficientere-mitochondrien/ Aflevering 225 over de zinvolle hoeveelheid
Dit is een bonus aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Hoe herken je het volgende wielertalent? Deep Dive over het promotie-onderzoek van Dr. Jens VoetINLEIDING:De Tour de France is in volle gang en seizoen 11 van de podcast zit erop. Maar we laten je niet zonder inspiratie achter! In deze extra lange bonusaflevering duiken we diep in het onderwerp talentontwikkeling in het wielrennen.Samen met bewegingswetenschapper én wielercoach Jens Voet bespreken we zijn promotieonderzoek aan de VU Amsterdam. Wat maakt een jonge renner écht klaar voor het profpeloton? Welke rol speelt vermoeidheid in het onderscheiden van talent? En waarom is het zo lastig om de volgende Pogacar of Van der Poel vroeg te herkennen?Voor iedereen die wielrennen volgt met een wetenschappelijke bril, of gewoon wil weten wat er schuilgaat achter het succes van de toppers in de Tour, is dit een fascinerend gesprek.Luister nu, tijdens je vakantierit of luie middag in de zon.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wie is Jens Voet?Jens Voet is bewegingswetenschapper, wielercoach en vers gepromoveerd onderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Op 6 mei 2025 verdedigde hij zijn proefschrift Gearing up for greatness, waarin hij zich boog over talentherkenning en -ontwikkeling in het professionele wielrennen.Zelf begon hij als jonge renner bij ZRTC Theo Middelkamp, maar inmiddels is hij actief als coach en performance-analist bij de U23-ploeg van het Zwitserse Tudor Pro Cycling Team. Eerder werkte hij onder meer als trainer bij Metec en liep hij stage bij het toenmalige Team Sunweb. Jens combineert wetenschappelijke inzichten met praktijkervaring uit het peloton, en is daarmee een unieke stem in het debat over wat een wielertalent écht succesvol maakt. 2. Wat maakt iemand een écht wielertalent, volgens het onderzoek van Jens?Volgens Jens Voet is het niet het piekvermogen of de sprintkracht dat het verschil maakt tussen talent en top. Wat wél het verschil maakt, is het vermogen om onder vermoeidheid hoge prestaties te blijven leveren – wat hij “durability” noemt.Veel jonge renners kunnen indrukwekkende waardes trappen in een test of wedstrijd van 20 minuten. Maar pas na een uur volle bak koers, wanneer vermoeidheid intreedt, zie je wie echt boven komt drijven. Toppers kunnen dan nog steeds diep gaan en herstellen, waar anderen terugvallen. Talentherkenning vraagt dus om andere meetmomenten en een andere bril. 3. Waarom is het zo moeilijk om toekomstig wielertalent vroeg te herkennen?Een van de grote problemen in talentherkenning is het onderscheid tussen “early bloomers” en duurzame talenten. Jens laat zien dat veel jonge renners die opvallen in de jeugd door fysieke voorsprong, bijvoorbeeld omdat ze eerder in de puberteit zijn, later niet per se doorstromen naar het profniveau.Andersom geldt dat laatbloeiers vaak onterecht worden overgeslagen. Omdat traditionele selectiemomenten (zoals nationale kampioenschappen) kortdurend zijn en piekprestaties belonen, missen we vaak de taaie, duurzame talenten die in het echte werk tot bloei zouden komen. 4. Wat betekent dit voor talentontwikkeling in het wielrennen?De bevindingen van Jens vragen om een fundamentele herziening van hoe we met talenten omgaan. Selectiecriteria zouden minder moeten draaien om momentopnames, en meer om ontwikkeling over tijd.Ook herstelvermogen en mentale weerbaarheid zouden een grotere rol moeten spelen in de beoordeling. Jens pleit niet voor een compleet andere aanpak, maar wel voor meer nuance: laat jonge renners zich op verschillende momenten...
Dit is de 231e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer bewegen met een rolstoel als trainingstool bij ASM Masters of MovementINLEIDING:Bewegen met een rolstoel? Dat is toch alleen relevant als je een beperking hebt? Niet dus, ontdekten Gerrit en Jurgen tijdens een bijzondere Masters of Movement avond van het Athletic Skills Model. Ze stapten zelf in een rolstoel, zowel op een skills-parcours, als in een potje rugby, en leerden binnen een paar minuten meer over motoriek, timing en balans dan in een hele maand hardlopen.De inzichten van Paralympisch sporters Reda Haouam en Mustafa Jebari maakten diepe indruk. Net als de visie van bewegingswetenschapper Thomas Janssen: iedereen, valide of niet, zou af en toe van rol moeten wisselen.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat leer je als valide sporter van bewegen met een rolstoel?Je wordt je bewust van bewegingen die normaal vanzelf gaan. In een rolstoel moet je opnieuw leren sturen, remmen en je lichaam coördineren. Dat traint je motoriek en maakt je een veelzijdigere sporter.Waarom is spelenderwijs leren in een rolstoel zo effectief?Omdat het spel je dwingt tot actie. In plaats van uitleg krijg je directe ervaring. Reda en Mustafa lieten zien dat je door doen, fouten maken en aanpassen veel sneller leert dan via theorie.Wat maakt een rolstoel zo'n goede tool voor motorisch leren?Het is een totaal nieuwe context. Je zintuigen, balans en timing worden op de proef gesteld. Dat stimuleert aanpassingsvermogen en vergroot je bewustzijn van hoe je beweegt, precies wat motorisch leren vraagt.Hoe past het ASM deze ervaring in binnen het bredere beweegaanbod?Volgens Jorick Hendriksen hoort dit thuis in een veelzijdig beweeglandschap. Door af en toe iets radicaal anders te doen, vergroot je je beweegrepertoire en train je eigenschappen die bijdragen aan blessurevrij en slim bewegen.Wat nam prof. Thomas Janssen waar over rolstoelvaardigheid?Zelfs mensen die dagelijks in een rolstoel zitten, moeten blijven trainen om vaardig te blijven. Dat onderstreept hoe complex en waardevol die vaardigheid is, en hoeveel er nog te winnen valt voor sporters en coaches die hiermee oefenen.Handige bronnen en links:Alle eerdere afleveringen van de Masters of Movement: https://slimmer-presteren-podcast.nl/tag/masters-of-movement/ Alle informatie over ASM: https://www.athleticskillsmodel.nl/ De website van Paralympic Science Support NL: https://www.paralympicsciencesupport.nl/ —-De Slimmer Presteren Podcast is een initiatief van Gerrit Heijkoop en Jurgen van Teeffelen. Vanaf begin 2020 bespreken zij wekelijks een onderwerp op het gebied van sport, onderzoek en innovatie. Zie ook:WEB: https://slimmer-presteren-podcast.nlINSTAGRAM: https://www.instagram.com/SlimmerPodcastLinkedIn:
Dit is de 230e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Innovatie in de wielersport: Wedstrijden voor recreatieve wielrennersINLEIDING:Zou jij durven starten in een échte koers?Gerrit en Jurgen deden het. Geen profwedstrijd, maar een officiële KNWU-instapkoers voor recreatieve wielrenners. Op een afgesloten parcours, met rugnummers, een peloton en… flink wat spanning.Hoe voelt het om ineens te moeten positioneren? Wat leer je over je lijf en je hoofd als het tempo omhoog gaat? En is dit misschien wel dé manier om jezelf opnieuw uit te dagen als fanatieke fietser?In deze aflevering hoor je alles over de ervaring, de valkuilen én waarom dit een aanrader is voor iedereen die meer uit z’n wielerhobby wil halen.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat maakt een KNWU-instapkoers anders dan een toertocht?In een toertocht rij je vaak op eigen tempo, zonder wedstrijdelement. Een instapkoers is juist bedoeld om wedstrijdervaring op te doen, maar dan zonder de harde selectie of het hoge niveau van officiële elitekoersen. Het parcours is afgesloten, er is een startschot, en je rijdt in een echt peloton. Dat maakt het spannend, leerzaam en uitdagend, ook als je geen podiumambities hebt. Is zo’n wedstrijd wel veilig voor recreanten?Ja, veiligheid staat juist centraal in dit type koers. Deelnemers zijn meestal recreatieve wielrenners met een vergelijkbare insteek: ervaring opdoen in een veilige omgeving. Het parcours is afgesloten, en er rijden begeleiders mee die zorgen voor structuur, aanwijzingen geven en de snelheid bewaken. Daardoor ontstaat er een gecontroleerde setting waarin je het peloton kunt leren kennen zonder dat het onvoorspelbaar of gevaarlijk voelt. Wat leer je van meedoen aan een echte wielerwedstrijd?Meer dan je denkt. Niet alleen over fysieke dingen zoals tempo’s volhouden of versnellingen kiezen, maar ook over focus, positioneren en koersinzicht. Je merkt hoe een groep reageert, hoe gaten vallen, en wat het betekent om ‘op het elastiek’ te zitten. Die ervaring neem je mee in al je toekomstige trainingen en tochten. Heeft een wedstrijd nut voor wie niet de snelste is?Absoluut. Het gaat niet om winnen, maar om leren en beleven. Zelfs als je halverwege het peloton uit zakt, leer je hoe jouw lichaam reageert onder druk. En het gevoel van samen starten, strijden en finishen maakt het tot een unieke ervaring. Voor veel recreatieve wielrenners is dit precies wat ze nodig hebben om weer nieuwe motivatie te vinden.Handige bronnen en links:Aflevering 1 waarin we nogal kritisch over de vermogensmeter waren: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-1/de-vermogensmeter-zorg-of-zegen/ Aflevering 38 over het vermogensprofiel: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-2/sprinter-allrounder-of-puncheur-wat-voor-wielrenner-ben-jij-check-je-power-speed-profile/ Aflevering 30 over innovaties in het wielrennen: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-2/innovaties-in-het-wielrennen-zijn-ze-allemaal-zo-nuttig/ Aflevering 60 over aerodynamica: a...
Dit is de 229e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer omgaan met pijn en blessures volgens Special Guest Robert van der NoordINLEIDING:Iedere sporter kent het: pijntjes tijdens of na het sporten. Maar wanneer moet je je zorgen maken? En wat als de pijn blijft, terwijl je ‘niets’ meer hebt?In de aflevering van deze week spreken we met pijnfysiotherapeut en onderzoeker Robert van der Noord. Samen met zijn collega Jessica Jager daagde hij ons uit om anders naar pijn te kijken, en dat bleek verhelderend én praktisch.Je hoort waarom pijn niet altijd iets zegt over schade. Hoe je brein, emoties en ervaringen die pijn beïnvloeden. En hoe je als sporter of coach betere keuzes kunt maken, zonder bang te worden van een signaal uit je lijf.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat is pijn bij het sporten eigenlijk precies?Volgens Robert is pijn bij het sporten geen directe graadmeter voor schade, maar een persoonlijke ervaring die ontstaat in je brein. Je lichaam geeft een waarschuwingssignaal af, maar hoe jij dat voelt, hangt af van context, eerdere ervaringen en emoties.Waarom blijft pijn soms bestaan, ook zonder blessure?Pijn kan blijven hangen doordat het lichaam en brein het als ‘gevaar’ blijven zien, ook al is er geen fysieke schade meer. Stress, angst en focus op de klacht kunnen het alarmsysteem blijven aanzetten. Daarom is alleen rust nemen niet altijd de oplossing.Kun je veilig doortrainen met pijn?Dat hangt af van de context. Robert benadrukt dat sporters vaak prima kunnen functioneren met pijn, zolang er geen tekenen zijn van verslechtering of nieuwe schade. Het is belangrijker om te kijken naar wat je nog wél kunt doen, dan naar wat er 'mis' is.Hoe kun je als sporter zelf beter omgaan met pijn?Wees nieuwsgierig in plaats van bang. Vraag jezelf af: wanneer komt de pijn op? Wat helpt wél? En: wat denk ik eigenlijk over deze pijn? Inzicht in je eigen reactie op pijn is vaak de eerste stap naar herstel, of beter functioneren mét de klacht.Wat kunnen sportprofessionals anders doen bij pijnklachten?Niet alleen focussen op scans en structuren, maar luisteren naar het verhaal achter de klacht. Robert pleit voor meer aandacht voor verwachtingen, overtuigingen en mentale belasting. Een goede vraag kan soms meer opleveren dan een extra test.Handige bronnen en links:Website van Robert van der Noord: https://inter-fysio.nl/praktijk Aflevering 26 over de melkzuur mythe en lactaat laster: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-2/pijn-is-fijn-de-melkzuur-mythe-en-de-lactaat-laster/ Aflevering 122 met radioloog Frank Smithuis: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-6/hardnekkige-blessures-hoe-kan-de-radioloog-helpen/ Aflevering 164 over de mentale kanten van hardloopblessures met Jan de Jonge: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-8/164-mentale-risicofactoren-van-hardloopblessures-met-special-guest-jan-de-jonge/ Aflevering 212 over revalideren na een...
Dit is de 228e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Extra elektrolyten tijdens het sporten: zinvol of onzin?INLEIDING:Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat zijn elektrolyten tijdens het sporten, en waarom zijn ze belangrijk?Elektrolyten zoals natrium, kalium en magnesium helpen bij het regelen van je vochtbalans en spierfunctie. Tijdens het sporten verlies je vooral natrium via zweet. Meestal hoeft dat geen probleem te zijn, maar het kan wel gevolgen hebben bij lange inspanningen of warmte.Wanneer moet je elektrolyten aanvullen tijdens het sporten?Voor de meeste sporters is extra aanvulling van elektrolyten niet nodig, zeker niet bij inspanningen korter dan vier à vijf uur. Bij warm weer, of als je veel zweet, kan extra natrium soms wel zinvol zijn. Maar vaak zit er al genoeg in je sportdrank.Hoe weet je of jij extra elektrolyten nodig hebt tijdens het sporten?Als je tijdens het sporten klachten ervaart zoals kramp of duizeligheid, of merkt dat je veel zout verliest via zweet, kan het zinvol zijn om elektrolyten aan te vullen. Voor de meeste sporters is dit niet nodig, maar voor salty sweaters kan het verschil maken.Zijn zweettesten nuttig om je elektrolytenstrategie te bepalen?Alleen als je structureel problemen hebt of extreme inspanningen doet. Een zweettest kan dan inzicht geven in hoeveel zout je verliest tijdens het sporten. Voor recreatieve sporters zonder klachten is zo’n test meestal overbodig.Heb je ook kalium of magnesium nodig tijdens het sporten?De verliezen van kalium en magnesium zijn meestal klein, en worden vaak al opgevangen via normale voeding. Tijdens het sporten is vooral natrium het belangrijkste elektrolyt om in de gaten te houden. Extra supplementen zijn zelden nodig.Handige bronnen en links:Studie uit 2023 van Alan McCubbin waarin hij het zoutverlies tijdens verschillende sportactiviteiten modelleert: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35616504/ Studie uit 2017 naar het vocht- en natriumverlies tijdens het lopen van een marathon: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/26661748/ Review van McCubbin naar de effecten van natrium tabletten tijdens duurprestaties: https://www.researchgate.net/publication/325930028_Impact_of_Sodium_Ingestion_During_Exercise_on_Endurance_Performance_A_Systematic_Review Recente studie van McCubbin naar de effecten van Natrium-suppletie tijdens een 5 uur lange duurloop: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/37944507/ Informatie over elektrolyten op website Asker Jeukendrup: https://www.mysportscience.com/post/electrolytes-under-investigation Infographic van AIS (Australian Institute of Sports) over electrolytengebruik: https://www.ais.gov.au/__data/assets/pdf_file/0006/1001103/Electrolytes-Infographic-FINAL-2.pdf Aflevering 186 over hyperhydratie: a...
Dit is de 227e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Rode bloedlichaampjes kweken door hittetraining: zinvol of onzin?INLEIDING:Onder de warme deken van een schuur, in dikke kleding en met een heater erbij: zo werkte Gerrit zich in het zweet voor een zelfbedachte hittetraining. Niet om af te vallen, maar om te ontdekken of je met warmte hetzelfde kunt bereiken als met een hoogtestage. In deze aflevering hoor je wat dat experiment hem opleverde, hoe Guido het fysiologisch duidt, en of dit ook iets voor jou kan zijn. Zeker als je traint voor een warme wedstrijd, of gewoon nieuwsgierig bent naar de slimste manier om te zweten.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat levert hittetraining voor hardlopers precies op?Volgens sportarts Guido Vroemen zorgt hittetraining vooral voor een toename van het bloedplasmavolume. Dat betekent dat je lichaam beter kan afkoelen, en dat je hart iets minder hard hoeft te werken bij inspanning. Het effect is niet hetzelfde als bij hoogtestage, maar wel relevant — zeker als je traint voor een wedstrijd in warme omstandigheden.Is trainen in de hitte echt een goed alternatief voor een hoogtestage?Voor wie geen bergen of dure stages tot zijn beschikking heeft, kan hittetraining een waardevolle prikkel zijn. Gerrit testte het zelf door in zijn schuur te fietsen met extra kleding en een heater. De fysiologische effecten zijn anders dan bij hoogte, maar overlappen deels. Het is dus geen vervanging, maar wel een slimme optie.Hoe pak je hittetraining als recreatieve loper het beste aan?Begin rustig, beperk de duur en monitor je lichaam. Gerrit gebruikte een CORE-sensor om zijn temperatuur bij te houden en bleef tijdens de sessies boven de 38,5 graden. Guido benadrukt het belang van doseren: overdrijven leidt tot oververhitting en prestatieverlies. Kies hitteblokken bewust, idealiter na een gewone training.Wat zijn de risico’s van trainen in de hitte?Oververhitting is een serieus risico. Signalen zoals duizeligheid, kippenvel of misselijkheid zijn rode vlaggen, zegt Guido. Het lichaam kan z’n warmte niet goed kwijt en dat vergroot de kans op hittestuwing. Daarom is het cruciaal om hittetraining goed te plannen, je intensiteit te bewaken en op tijd te stoppen als je signalen merkt.Wanneer is hittetraining zinvol voor jouw wedstrijdvoorbereiding?Als je traint voor een race in warme omstandigheden — bijvoorbeeld in de zomer of op een zuidelijk vakantie-eiland — is hittetraining een slimme voorbereiding. Het helpt je lichaam wennen aan warmte, zodat je minder snel oververhit raakt tijdens de wedstrijd. Guido raadt aan om minstens 5 tot 7 sessies te plannen, verspreid over twee weken.Handige bronnen en links:Artikel Jurgen over hedendaagse ‘bloeddoping’ waaronder hittetraining: https://jurgenvanteeffelen.nl/hedendaagse-bloeddoping/ Artikel van Jurgen uit 2023 over hittetraining als alternatief voor een hoogtestage: https://jurgenvanteeffelen.nl/hittetraining-alternatief-voor-de-hoogtestage/ Studie van Ronnestad uit 2025 waarin hittetraining na afloop van een hoogtestage wordt getest bij topwielrenners: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/39160765/ Waarom effecten van hittetraining en hoogtetraining niet zomaar bij elkaar opgeteld...
Dit is de 226e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Nóg meer winst met hardloopschoenen die door de computer ontworpen zijn?INLEIDING:Een nieuwe schoen belooft nóg meer prestatiewinst. Maar klopt dat wel? In de aflevering van deze week praten Gerrit en Jurgen met bewegingswetenschapper Laurens van Kouwenhove over hardloopschoenen die met behulp van data en biomechanica zijn ontworpen.Wat maakt een schoen écht snel? Waarom werkt hetzelfde model bij de één wel en bij de ander juist niet? En hoeveel is prestatie, en hoeveel is placebo? Een aflevering voor iedereen die zich afvraagt of er nog winst te halen valt onder de voet.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat maakt een hardloopschoen echt prestatiebevorderend?Volgens bewegingswetenschapper Laurens van Kouwenhove draait het niet om één element, maar om de combinatie van demping, plaat, zoolvorm en afwikkeling. “En voor wie het werkt,” benadrukt hij. Want wat voor de een winst oplevert, voelt voor de ander onnatuurlijk.Waarom is het nieuwe Puma-model zo bijzonder?De Fast-R Nitro Elite 3 is ontworpen op basis van loopdata van honderden atleten. Niet op gevoel of stijl, maar met biomechanische input. De schoen is daarmee een voorbeeld van hoe data het ontwerp steeds preciezer maakt. Maar: dat betekent nog niet dat hij voor iedereen werkt.Kun je placebo-effecten hebben bij loopschoenen?Zeker. Jurgen verwijst naar studies waarin atleten dachten dat ze een snellere schoen droegen — en daardoor ook sneller liepen. Verwachting speelt dus mee. Daarom is het belangrijk om te testen wat jouw lichaam echt prettig vindt, los van de marketing.Wat is een rocker-profiel, en waarom is het belangrijk?Een rocker-profiel is de gebogen zoolvorm die de afwikkeling van je voet beïnvloedt. Dat helpt energie besparen, mits goed afgestemd op je looppatroon. Te veel ‘roll’ kan juist instabiliteit geven. Het gaat dus om afstemming, niet om extremen.Gaan we straks allemaal op gepersonaliseerde schoenen lopen?Het kán technisch, zegt Laurens, maar of het wenselijk en betaalbaar is, is nog maar de vraag. Gepersonaliseerde schoenen vragen veel data en maatwerk. De toekomst ligt waarschijnlijk in modellen die beter zijn afgestemd op specifieke looptypes — zonder voor iedereen uniek te zijn.Handige bronnen en links:De studie naar het placebo-effect van superschoenen: https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/19424280.2025.2458330De publicatielijst van Laurens van Kouwenhove: https://research.rug.nl/en/persons/laurens-van-kouwenhove/publications/De preprint van Hoogkamer en co. waarin ze de nieuwe Puma schoen hebben onderzocht: https://www.biorxiv.org/content/10.1101/2025.04.13.648601v1Aflevering 37 met ‘Mister 4%’ Wouter Hoogkamer: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-2/nieuwe-hardloopschoenen-wat-valt-er-nog-te-winnen-met-wouter-hoogkamer/Aflevering 53 over de voortdenderende hardloopschoenrevolutie: a...
Dit is de 225e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Zoet, zoeter, zoetst: hoeveel koolhydraten neem jij tijdens een marathon of triatlon? INLEIDING:Koolhydraten zijn onmisbaar tijdens een lange race. Maar hoeveel heb je écht nodig? In de aflevering van deze week zoeken Gerrit en Jurgen het uit — met ervaringen uit de community en inzichten van sportarts Guido Vroemen.Hoeveel gram per uur is optimaal voor jou? Wat gebeurt er als je darmen protesteren? En waarom kopiëren van de profs niet altijd slim is? Dit is een aflevering voor iedereen die traint voor een marathon, triatlon of lange duurinspanning.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat is een goede hoeveelheid koolhydraten tijdens een marathon of triatlon?Dat hangt af van je duur, intensiteit en gewenning. Richtlijnen starten rond 60 gram per uur, met een maximum van 90 gram voor goed getrainde sporters. Volgens sportarts Guido Vroemen kunnen sommige topsporters tot 120 gram per uur verdragen, maar dat vereist training van de darmen.Is meer koolhydraten altijd beter voor je prestatie?Nee. De opnamecapaciteit van je lichaam is begrensd. Wat je niet kunt verteren, levert geen energie — en kan juist maag- en darmklachten veroorzaken. Het gaat erom hoeveel je effectief kunt gebruiken, niet alleen hoeveel je binnenkrijgt.Moet je koolhydraten trainen, net als je benen?Ja. Guido legt uit dat 'training the gut' net zo belangrijk is als looptraining. Je darmen leren wennen aan grote hoeveelheden koolhydraten onder belasting. Dat vraagt tijd, herhaling en vooral: goed luisteren naar je lijf.Hoe verschilt sportvoeding van dagelijkse voeding?Tijdens een lange duurinspanning als een marathon of triathlonwedstrijd draait alles om snel beschikbare energie. Dat rechtvaardigt gels, sportdrank of andere snelle suikers. Maar dat wil niet zeggen dat je ook buiten je trainingen om voortdurend zoetigheid nodig hebt. Die scheiding tussen prestatie en gezondheid komt in deze aflevering duidelijk terug.Wat is de grootste valkuil bij koolhydraten tijdens een marathon?Kijk niet alleen naar wat de profs doen. Wat voor hen werkt, is niet per se goed voor recreanten. Denk aan lichaamsbouw, intensiteit, begeleiding en gewenning. Simpel gezegd: kopieer geen cijfers — test wat werkt voor jou.Handige bronnen en links:Uitleg over de ‘post-(marathon) exercise’ afname in insuline gevoeligheid: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/apha.14007Vergelijking tussen 120 g en 90 g per uur KH inname bij topwielrenners: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35951130/Waarschuwing van Louise Burke et al. aan recreanten om niet klakkeloos de voedingsrichtlijnen van profsporters over te nemen: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0891584924009791Klopt de hoeveelheid koolhydraten op de verpakking van je reep of energiedrankje wel?: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/39579757/Studie van Prins, Noakes en collega’s bij triatleten op een hoog vs. laag-KH dieet en dat voldoende glycogeenvoorraad misschien wel helemaal niet zo belangrijk is bij de sportprestatie:
Dit is de 224e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slim pacen tijdens de warme marathon van Leiden: een terugblikINLEIDING:Warm weer, een strak tempo en de verantwoordelijkheid voor een hele groep marathonlopers. In de aflevering van deze week blikken Gerrit en Jurgen terug op de Leiden Marathon van 2025. Gerrit liep als officiële pacer voor de 3:30-groep. Jurgen startte op de halve met een duidelijk plan, maar moest onderweg improviseren toen de warmte toesloeg.Wat leer je als je met een pacer loopt? Wat als je er zelf één bent? En hoe blijf je slim onder warme omstandigheden?Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat doet een pacer precies tijdens een marathon?Een pacer loopt een vooraf bepaalde eindtijd en houdt zo strak mogelijk een constant tempo. Gerrit legt uit dat je als pacer meer doet dan een klok volgen: je straalt rust uit, helpt je groep bij drankposten, bewaakt het tempo bij wind of bochten, en reageert op wat er onderweg gebeurt. Je loopt voor anderen, niet voor jezelf — en dat vraagt voorbereiding én mentale scherpte.Wat moet je weten als je een marathon loopt met een pacer?Een pacer helpt je een constant tempo aan te houden richting een vooraf bepaalde eindtijd. Maar: je blijft zelf verantwoordelijk voor je race. Gerrit benadrukt dat je goed moet inschatten of het tempo van de pacer past bij jouw vorm van de dag. Volg niet blind, maar gebruik het als houvast — zolang je gevoel het toelaat.Hoe bereid je je voor als pacer bij een marathon?Gerrit gebruikte tools zoals paceband.org en Peter’s Race Pacer op zijn horloge. Belangrijker nog: hij analyseerde het parcours, stemde af met zijn medepacers en oefende op vlak tempo. Een goede pacer kent het doel, het ritme én de realiteit van de race — inclusief drankposten, bochten en mentale momenten.Wat doe je als je pacer onderweg uitvalt?Dat overkwam Gerrit: zijn mede-pacer Arjen moest rond kilometer 38 uitstappen. Hij en Hans namen het tempo over. Belangrijkste tip: blijf kalm, communiceer naar de groep en hou het ritme strak. Een goede pacer is voorbereid op onverwachte wendingen.Is het slim om met een pacer te starten bij warm weer?Alleen als het tempo bij je past. In deze aflevering delen Jurgen en Gerrit hoe warmte hun prestatie beïnvloedde. Een pacer kan helpen met structuur, maar je moet alert blijven op signalen van oververhitting. Guido Vroemen noemt dat hitte het tempo dwingt — niet je horloge of je haas.Wat zijn de risico’s van racen in de hitte?Volgens Guido Vroemen verhoogt hitte je hartslag en vermindert het je vermogen om warmte kwijt te raken. Signalen zoals kippenvel, duizeligheid of rillingen zijn rode vlaggen. Stop dan meteen. Goede voorbereiding begint al in de trainingsweken, bijvoorbeeld met overdressed lopen of warmte-acclimatisatie.Hoe verschilt pacen van ‘gewoon meelopen in een groep’?Een pacer is meer dan een loper met een vlag. Hij of zij bewaakt het tempo, straalt rust uit, is aanspreekbaar en anticipeert op het verloop van de groep. Gerrit noemt het “een mentale taak, geen prestatiegerichte”. Als loper ervaar je daardoor een ander soort steun dan wanneer je puur op je klokje let.Handige bronnen en links:De instructies van wat een goede pacer maakt, volgens het Dutch Pacing Team: https://www.dutchpacingteam.nl/27-2/Het slimmer GarminIQ veld van Peter Becker, dat Gerrit ook gebruikte tijdens het pacen in Leiden: a...
Dit is de 223e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmere technologie maar dommere sporters, volgens techniek-filosoof Thijs PeppingINLEIDING:Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat is cognitive offloading en wat betekent het voor sporters?Cognitive offloading is het uitbesteden van denkprocessen aan technologie, zoals je horloge of sportapp. Voor sporters betekent dat gemak, maar ook een risico: je leert minder goed luisteren naar je lichaam. Alles meten is handig, maar als je gevoel verdwijnt uit je training, verlies je regie.Wanneer helpt technologie in je sport, en wanneer zit het je in de weg?Zolang technologie ondersteunt, is het waardevol. Maar als je horloge of app gaat bepalen wat jij moet doen — zelfs als je lijf iets anders zegt — dan verlies je autonomie. De sleutel: blijf zélf kiezen, niet alleen volgen.Wat is het risico van sporten op basis van data en algoritmes?Sporten op data kan motiveren, maar ook versmallen. Als sporters alleen nog presteren voor cijfers of scores, raakt het plezier en het gevoel ondergesneeuwd. Thijs waarschuwt: technologie kan onbewust je gedrag sturen, waardoor je sport “voor de app” in plaats van voor jezelf.Hoe helpt reflectie bij het maken van sportkeuzes?Reflectie helpt je begrijpen waarom je sport, wat belangrijk voor je is, en hoe je omgaat met tegenslag. Het voorkomt dat je blind vaart op getallen. Sporten is niet alleen presteren, maar ook betekenis geven aan wat je doet — daar helpt nadenken bij.Welke technologie is wél goed voor sporters?Niet alles hoeft de baas te zijn. Tools die je inzicht geven, je gedrag spiegelen en ruimte laten voor eigen keuzes versterken juist je sportervaring. Denk aan feedback die je helpt leren, in plaats van dwingende cijfers die je alleen maar ‘goed’ of ‘slecht’ noemen.Hoe verandert sport als technologie blijft doorontwikkelen?Sport zou technischer kunnen worden: met robots, AI-tegenstanders of exoskeletten. Maar de echte uitdaging voor sporters blijft om mens te blijven in die omgeving. Technologie moet niet alles overnemen, maar ons juist helpen om zelf te blijven voelen, beslissen en genieten.Handige bronnen en links:Website van Thijs Pepping: https://www.thijspepping.com/nl/home-2/Website van VINT: https://www.sogeti.nl/vint/Aflevering 214 over je herstel bepalen met behulp van AI: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-11/214-je-herstel-bepalen-met-behulp-van-ai-zinvol-of-onzin/Aflevering 45 met futurist en biohacker Peter Joosten: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-3/sleutelen-aan-de-sporter-van-de-toekomst-en-biohacking-waar-ligt-de-grens/Aflevering 103 over wearables bij het hardlopen met Bas van Hooren:
Dit is de 222e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer zwemmen met wearables volgens special guest Sander GanzevlesINLEIDING:In het zwembad draait het vaak nog steeds om de stopwatch. Toch veranderen wearables langzaam de manier waarop zwemmers trainen en verbeteren. Maar wat meten ze nu eigenlijk echt? En hoe gebruik je die data zonder jezelf gek te maken?In de aflevering van deze week schuift bewegingswetenschapper en topcoach Sander Ganzevles bij ons aan. Vanuit zijn ervaring als embedded scientist bij de KNZB én als coach in Australië laat hij zien hoe technologie een waardevolle partner kan zijn in je zwemontwikkeling. Maar dan wel slim ingezet, met gevoel voor timing, techniek en nuance.Luister nu en ontdek hoe jij slimmer kunt zwemmen met wearables, zonder het belangrijkste kwijt te raken: het plezier in het water. Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat maakt zwemmen technisch zo lastig voor wearables?Volgens Sander Ganzevles is water een vijand voor technologie: signalen worden gebroken, versnellingen gedempt en GPS raakt verstoord. Daardoor is het veel moeilijker om nauwkeurig snelheid, afstand of techniek te meten dan bij hardlopen of fietsen.Wat meet een zwemwearable nu echt goed?Sander benadrukt dat vooral basisgegevens als tijd, slagfrequentie en tussentijden redelijk betrouwbaar zijn. Voor meer complexe analyses, zoals techniekfouten of efficiëntie, blijft het oordeel van een coach of je eigen gevoel belangrijker dan de data.Wat kun je als recreatieve zwemmer leren van wearables?Een wearable kan je helpen om bewuster te trainen, zegt Sander. Door eenvoudige doelen te stellen – bijvoorbeeld constanter zwemmen of je slagtempo te verbeteren – haal je er veel waarde uit, zonder te verdwalen in te veel data.Wat is volgens Sander Ganzevles een veelgemaakte fout bij het gebruik van wearables?Te veel vertrouwen op de cijfers en te weinig op je eigen gevoel. Sander ziet dat zwemmers soms obsessief bezig zijn met getalletjes, terwijl zwemmen draait om techniek, ritme en timing. Technologie moet ondersteunen, niet sturen.Wat ziet Sander als de toekomst van zwemmen met wearables?Kleinere, slimmere en beter geïntegreerde apparaten die specifiek gericht zijn op de dynamiek van zwemmen. Maar, waarschuwt hij: succes zit niet in méér meten, maar in slimmer meten. Zwemmers die weten wat ze willen verbeteren, halen het meeste uit technologie.Handige bronnen en links:Link naar het proefschrift van Sander Ganzevles: https://vu.nl/nl/agenda/2024/promotie-s-p-m-ganzevlesAflevering 95 met ‘zwemprofessor’ Peter Beek: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-5/95-beter-leren-zwemmen-met-tips-van-zwemprofessor-peter-beek/Aflevering 180 met Innosportlab De Tongelreep experts Roald van der Vliet en Sander Schreven: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-9/180-slimmer-presteren-in-parijs-over-zwemmen-met-roald-van-der-vliet-en-sander-schreven/Aflevering 194 over submaximaal testen met Rob Lamberts: a...
Dit is de 221e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Kinderen gezond laten sporten volgens de ASM Masters of MovementINLEIDING:De puberteit is een lastige fase — ook op het sportveld. Terwijl de één al een kop groter is en spieren begint te kweken, moet de ander zijn groeispurt nog krijgen. Toch staan ze samen in hetzelfde team, met hetzelfde trainingsschema. Hoe ga je daar als coach, docent of ouder goed mee om?Tijdens de ASM Masters of Movement spraken Joe Eisenmann en Nicole Rodriguez over precies dat onderwerp. Gerrit en Jurgen waren erbij en delen in deze aflevering de inzichten die je helpen om kinderen gezond te laten sporten — zonder overbelasting, maar mét plezier en progressie.Luister mee naar een aflevering vol praktische voorbeelden, slimme strategieën en inspiratie uit wetenschap én gymzaal.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat is het grootste misverstand over trainen tijdens de groeispurt?Veel mensen denken dat je tijdens de groeispurt beter helemaal kunt stoppen met trainen, om blessures te voorkomen. Joe Eisenmann legt juist uit dat doorgaan belangrijk is — maar dan wel met minder belasting en meer variatie. Zo blijf je in beweging zonder overbelasting te riskeren.Waarom zijn leeftijdscategorieën niet altijd eerlijk in jeugdsport?Omdat kalenderleeftijd weinig zegt over waar een kind zit in zijn ontwikkeling. Twee veertienjarigen kunnen lichamelijk jaren verschillen. Bio-banding — indelen op basis van biologische rijping — geeft kinderen een eerlijke kans om op hun eigen niveau te ontwikkelen.Hoe kun je kracht trainen zonder sportschool of gewichten?Nicole Rodriguez liet zien dat je met simpele middelen als een muur, stokken of een bal al effectief aan kracht en coördinatie kunt werken. Isometrische oefeningen, waarbij spieren onder spanning blijven zonder te bewegen, zijn ideaal voor jonge sporters.Wat kun je doen als een kind last heeft van overbelasting?Niet stoppen, maar aanpassen. René Wormhoudt benadrukt het belang van variatie: bied alternatieve vormen van beweging aan waarbij andere spiergroepen of beweegvormen centraal staan. Zo blijft het kind actief zonder extra belasting op de pijnplek.Wanneer weet je of een kind in de groeispurt zit?Dat kun je meten met simpele gegevens: lengte, gewicht en zithoogte. De ASM groeicalculator schat op basis daarvan wanneer de piekgroeisnelheid verwacht wordt. Eisenmann adviseert om deze fase te herkennen, zodat je het trainingsprogramma hierop kunt afstemmen.Wat is de belangrijkste taak van een coach tijdens de puberteit?Volgens Nicole en Joe: maatwerk leveren én plezier houden in bewegen. Kinderen ontwikkelen zich allemaal anders — fysiek, mentaal en sociaal. Wie dat serieus neemt, begeleidt niet alleen het lichaam, maar ook het zelfvertrouwen en de motivatie van de sporter.Handige bronnen en links:Hoe de biologische leeftijd van een jeugdsporter te bepalen via de ASM groeiberekening: https://www.athleticskillsmodel.nl/groeiberekening/Persbericht van de FIFA n.a.v. Engelse studie naar de vermindering van blessures in jonge voetballers tijdens de groeispurt met een aangepast trainingsprogramma:
Dit is de 220e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren tijdens de Rotterdam marathon 2025INLEIDING:De marathon van Rotterdam 2025 zit erop — en wat was het een editie om nooit te vergeten. Gerrit stond dit jaar aan de start als informele haas, Jurgen keek mee vanaf de zijlijn. Samen nemen ze je in deze aflevering mee langs de meest memorabele momenten van de dag.Wat doe je als je al bij kilometer 16 schrikt van je hartslag? Hoe ga je om met kramp die maar niet wegtrekt? En wat is het effect van een goed gekozen pacer, of juist van een apekop op het juiste moment?Luister naar de persoonlijke verhalen van Slimmer Presteren-lopers, en ontdek welke inzichten jij kunt gebruiken voor je eigen marathon — of die nu over een maand is, of volgend jaar in Rotterdam.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat als je marathonvoorbereiding niet ideaal verloopt?Margot moest door een schouderblessure haar hele voorbereiding omgooien. Toch besloot ze te starten — goed voorbereid, maar met aangepaste verwachtingen. Haar verhaal laat zien dat slim plannen en loslaten soms belangrijker is dan blind vasthouden aan een schema.Hoe voelt het om je allereerste marathon te lopen?Ella (18) liep samen met haar vader haar eerste 42,2. Ze vertelt hoe spannend het was, hoeveel ze aan hem had onderweg, en hoe euforisch het voelde om samen over de finish te gaan. Ook Anne Jet en Bas delen hun ‘eerste keren’ en de lessen die daarbij horen.Wat is een slimme strategie als je in de buurt van een pacergroep loopt?Gerrit en Margot lieten zien dat je niet klakkeloos achter een pacer aan hoeft te lopen. Gerrit koos ervoor om een paar seconden per kilometer sneller te starten, zodat ze de pacergroep konden inhalen en wat marge hadden. Margot gebruikte juist het “inlopen op de pacers” als mentale trigger. Kies dus bewust of je meeloopt, inhaalt of juist erachter blijft — afhankelijk van je gevoel en het verloop van de race.Hoe ga je om met onverwachte signalen van je lichaam tijdens de race?Ella schrok van haar hoge hartslag bij kilometer 16, maar dankzij een rustige uitleg van haar vader bleef ze kalm. Ze wist: “Dit is mijn drempel, ik kan dit aan.” Paniek leidt vaak tot onnodige energieverspilling. Vertrouw op je voorbereiding, herken het verschil tussen ‘nieuw’ en ‘gevaarlijk’, en blijf rationeel.Wat als je al vroeg kramp of spierpijn krijgt?Leonie kreeg rond kilometer 18 last van haar bovenbenen, maar bleef haar race opdelen in blokjes van vijf kilometer. “Vijf kilometer kan ik altijd nog,” hield ze zichzelf voor. Die mentale aanpak hielp haar toch binnen de vier uur te finishen. Door je race op te knippen, maak je zware momenten mentaal behapbaar.Heeft het nut om je raceplan af te stemmen op het parcours?Zeker. Daley deelde hoe hij in Enschede te vroeg een groep inhaalde, net voor een open stuk met veel tegenwind. Daardoor liep hij de finale alleen en werd het onnodig zwaar. Zijn les: kijk niet alleen naar je tempo, maar ook naar het parcours en de omstandigheden.Wat als je pas laat beslist om mee te doen aan een marathon?Gerrit besloot pas kort van tevoren om in Rotterdam te lopen en kon via de community nog makkelijk aan een startbewijs komen. Zijn verhaal laat zien: je hoeft niet altijd een jaar van tevoren in te schrijven. Blijf in de loop, houd contact met anderen en vertrouw erop dat er altijd kansen blijven ontstaan.Hoe houd je het mentaal vol tijdens de laatste kilometers?Voor veel lopers werd het apekoppenpunt bij kilometer...
Juist niet voor de wedstrijd inkorten. Dat zijn de atleten die het best voorbereid zijn en die kunnen wel omgaan met de hitte! Zelf deed ik 2e divisie in Utrecht. Ook met 50' uitstel was het ok.