DiscoverColumn Corné van Zeijl | BNR
Column Corné van Zeijl | BNR
Claim Ownership

Column Corné van Zeijl | BNR

Author: BNR Nieuwsradio

Subscribed: 46Played: 2,208
Share

Description

Iedere week een blik op de financiële markten met Corné van Zeijl. Ook te lezen in het Financieele Dagblad.
294 Episodes
Reverse
Opinie | Rentespook

Opinie | Rentespook

2025-12-1904:49

De obligatiemarkten zijn flink in beweging. In twee maanden tijd is de rente op een 30-jarige Duitse obligatie van 3,1% naar 3,5% gestegen, het hoogste niveau sinds 2011. Dat klinkt misschien niet zo veel, maar voor obligatiemarkten is dat een flinke beweging. Daardoor zijn de koersen van deze obligaties met 6% gedaald. En het was al geen best jaar. In totaal zou u in 2025 op een dergelijke veilige belegging 14% hebben verloren. In alle berichtgeving over deze beweging wordt de overgang van de Nederlandse pensioenfondsen naar het nieuwe pensioensysteem aangevoerd als belangrijkste argument. In het nieuwe systeem is er minder behoefte aan obligaties met een hele lange looptijd, dus worden ze verkocht, waardoor de prijzen dalen en de rentes stijgen. In principe klopt dat. Nederlandse pensioenfondsen zijn grote beleggers in dit segment van de obligatiemarkt. Maar als je wat dieper in de feiten duikt, lijkt het verhaal groter dan de daadwerkelijke beweging. De rente op 30-jarige obligaties is niet echt veel harder gestegen dan die van de 10-jarige. Het pensioenverhaal is gewoon een makkelijke verklaring voor de rentestijging. Een andere verklaring is bijvoorbeeld het oplopen van het Duitse begrotingstekort. Er zullen veel nieuwe Duitse obligaties worden uitgegeven, en dat drukt de prijs omlaag en de rente omhoog.Daarnaast is er ook reuring bij de ECB. Een maandje geleden was de discussie nog of die de rente moest verlagen of niet, maar nu gaan de markten uit van een lichte verhoging in 2026. Niet veel, maar toch. ECB-directielid Isabel Schnabel zei recentelijk dat de rente ook omhoog kan. Aangezien zij vrij invloedrijk is binnen de centrale bank, had dat zeker een effect. Maar we moeten deze opmerking ook zien in het licht dat zij in 2027 graag Christine Lagarde wil opvolgen als president van de ECB. Wellicht helpt het opstellen als een goede Duitse hardliner in haar campagne.Het wordt ook weleens tijd dat we een ECB-president krijgen die wat strenger in de leer is. Sinds 2003 hebben we alleen maar Fransen en Italianen gehad: Jean-Claude Trichet, Mario Draghi en Lagarde.Intussen zien we de effecten van de rentestijging al terug op de aandelenmarkten, vooral bij de Europese vastgoedfondsen. Die sector is dit jaar maar liefst 12% achtergebleven bij de brede Europese index, en dat is vooral aan de rentestijging toe te schrijven. Ook de hypotheekrente klimt. Wellicht zorgt dat voor enige afkoeling van de huizenmarkt, al zijn daar de belangrijkste factoren nog altijd de werkgelegenheid en de verwachtingen daarover. Een hogere rente zorgt voor hogere lasten, maar als je bang bent voor ontslag, durf je waarschijnlijk geen huis meer te kopen. Voorlopig moeten we dit rentespook maar goed in de gaten houden, wat de verklaring ook is. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.See omnystudio.com/listener for privacy information.
De Fed heeft zijn laatste vergadering van 2025 achter de rug. Een paar weken geleden, na een speech van Jerome Powell, kelderden de verwachtingen voor een renteverlaging. De Fed-voorzitter zei toen dat zo’n stap in december nog helemaal niet zeker was, verre van dat zelfs. Beleggers schrokken. Naast de plotseling opkomende angsten voor overmatige investeringen in AI, was dit een belangrijke reden voor de kleine correctie in de aandelenmarkt. Na Powells speech was de kans op een renteverlaging slechts 30%. Deze week was dat percentage tot 90% gestegen, bijna een zekerheidje dus. En dat kwartje ging er ook van af, bleek woensdag. Bijzonder is vooral dat in de tussentijd de Fed-leden met verschillende uitspraken kwamen. Enerzijds omdat Stephen Miron nu ook lid is. Deze nominee van Donald Trump doet niet aan consensus, maar gaat voor een maximale renteverlaging, net als de Amerikaanse president zelf.Hoe lager, hoe beter. Op korte termijn is er toch geen directe relatie tussen de Fed-rente en de inflatie. Op lange termijn wel, maar wie dan leeft, dan zorgt. Een te lage rente jaagt de economie en de inflatie alleen maar verder aan. Maar naast Miron laten ook de andere Fed-leden veel meer een eigen geluid horen. Het lijkt het wel een kippenhok. Iedereen kakelt maar door elkaar met zijn eigen geluid.Dat is wel interessant. Vroeger was het belangrijk dat de Federal Reserve met één mond sprak. Nu blijkbaar niet meer. Waarschijnlijk is Powell het comité aan het voorbereiden op de nieuwe werkelijkheid. Hoe meer Trump-afgevaardigden erin zitten, hoe meer voor een renteverlaging zullen stemmen. Maar als iedereen gewoon zijn eigen mening verkondigt, wordt de hele Fed weerbaarder voor de Trump-doctrine. Zo gaat het er bij de Bank of England altijd aan toe. Waarschijnlijk horen we ergens in januari wie de nieuwe Fed-voorzitter gaat worden. Kevin Hasset lijkt de meeste kans te maken. Hoewel een aantal ceo’s van grote Amerikaanse banken heeft laten weten dat een voorzitter met een dergelijke losse rentehand weleens slecht voor de markten kan zijn. De meeste Fed-watchers gaan ervan uit dat Powell de instelling zal verlaten als hij voorzitter af is. Maar dat hoeft niet. Charles Hemlin bleef nog bijna twintig jaar in de Fed zitten nadat hij in 1918 zijn voorzittershamer had ingeleverd. En Marinner Eccles bleef na 1948 nog 3,5 jaar zitten. Die situatie is erg vergelijkbaar met de huidige. Ook Eccles werd hoog gewaardeerd door Wall Street. Hij bleef zitten omdat hij dacht dat onder president Harry Truman de onafhankelijkheid van de Fed op het spel stond. Dat zou nu zomaar weer kunnen gebeuren, al weten we dat pas in mei. Intussen kakelen bij de Fed de kippen vrolijk door. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.See omnystudio.com/listener for privacy information.
Jitse Groen vertrekt als ceo van Just Eat Takeaway. Dit beeld zie je vaker bij overnames. Het is moeilijk om een ondergeschikte rol aan te nemen als je jarenlang de baas bent geweest.Veel beleggers blijven met een flinke kater achter. De overnamepremie van ruim 60% die Prosus bood, was niet meer dan een doekje voor het bloeden. Zeker voor de beleggers die ook de koers van €100 hebben meegemaakt. Jitse Groen heeft het bedrijf grootgemaakt, waarvoor mijn oprechte complimenten. Maar hij heeft ook enorme fouten gemaakt. Als je een grote Amerikaanse overname (GrubHub) doet voor €6,5 mrd en die vier jaar later weer voor €600 mln moet verkopen, is dat niet anders te omschrijven als een fout. Iedereen heeft recht op zijn fouten. Dat hoort bij ondernemen en Jitse is een ondernemer. Alleen was deze fout wel erg duur. Natuurlijk had het Amerikaanse avontuur ook goed kunnen aflopen, alleen was die kans erg klein. Hadden beleggers dat kunnen zien aankomen? Ja, natuurlijk wel. Als een ceo zich laat meeslepen in megalomane overnameplannen, hoef je daar als belegger niet in mee te gaan.Vroeger had ik als analist een overnamerapport om te beoordelen of een deal succesvol zou zijn of niet. Er waren 10 punten waarop gescoord kon worden. Plus nog wat aftrekpunten, afhankelijk van hoe vaak het woord strategisch in het overnamebericht voorkwam. Als een overname strategisch wordt genoemd, betekent dat meestal dat winstgevendheid minder belangrijk is. In het persbericht van 2021 staat het woord één keer. Als ik de GrubHub-overname achteraf had moeten beoordelen, is het niet moeilijk. Achteraf is niets moeilijk. Just Eat Takeaway zou slechts een 2,4 hebben gekregen. Een dikke onvoldoende dus.Een aantal factoren weegt zwaar mee. Als je een grote overname aan de andere kant van de oceaan doet, zijn de synergie-effecten beperkt. Bovendien joeg toen iedereen op dit soort bedrijven, dus was de prijs erg hoog. Ze kregen alleen nog wat punten omdat de overname in aandelen werd betaald en ze binnen hun eigen segment bleven. Nu ik het rapport toch voor me heb, heb ik meteen de NIBC-overname door ABN Amro doorgerekend. Die komt uit op een mooie 6,8. De markt voor een bank als NIBC is niet bepaald hot. Verkoper Blackstone liep er al jaren mee te leuren. Het bedrijf is goedkoper dan ABN Amro zelf. En omdat beide banken in Nederland zitten, zijn er maximale synergievoordelen. Zakenbank JPMorgan verhoogde de 2028 winstverwachting voor ABN Amro met 7% vanwege deze deal. De kans dat ABN Amro-beleggers over een tijdje blij met de NIBC-overname zijn, is heel wat groter dan bij die van GrubHub. Jitse zou met een dergelijk rapportcijfer dik blijven zitten, maar nu stapt hij toch zelf op. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.  See omnystudio.com/listener for privacy information.
Er wordt veel gesproken over de AI-bubbel. En inderdaad, de koersen van technologiebedrijven zijn behoorlijk opgeblazen: de sector is goed voor 42% van de hele S&P 500. Kijk je naar de Magnificent 7-aandelen, dan staan die op 33 maal de verwachte winst. Daar hebben we gelijk een groot verschil met de internetbubbel van 2000. Toen stond de technologiesector op een kleine 50 keer de winst. Een optimist zou zeggen, er kan dus nog 50% bij. Ik ben geen optimist. Als iedereen het over een bubbel heeft, is het verleidelijk om te denken dat die morgen knapt. Maar dat hoeft natuurlijk niet. Een belangrijk verschil is dat er tijdens de internetbubbel vooral bedrijven met wilde ideeën en veel schuld waren. Nu zijn het grote techgiganten, waarbij de cashflow uit de oren komt. Maar naast deze kapitaalkrachtige techreuzen zijn er ook bedrijven zoals OpenAI. Dat heeft voor $1400 mrd aan investeringsplannen aangekondigd, alleen heeft het nog geen flauw idee waar het dat geld vandaan gaat halen. Dat is, voor een bedrijf dat in een dergelijk tempo geld aan het verbranden is, toch wel een dingetje. Voor zover je $1400 mrd een dingetje kan noemen. Al die bubbelpraat gaat vooral over de waardering van deze bedrijven, al is dat niet eens het grootste probleem. De bubbel zit waarschijnlijk in de langetermijnwinstverwachtingen van deze bedrijven. Daar lijkt op het eerste gezicht niets mis mee. In het derde kwartaal stegen de winsten van de techbedrijven nog met 38%. Maar momenteel zijn deze bedrijven allemaal monopolist of semi-monopolist in hun eigen segment. Weinig mensen kunnen de dag doorkomen zonder de diensten van bedrijven als Microsoft, Apple of Google. Nu zijn al deze techgiganten bezig om hetzelfde te doen. Ze willen allemaal het beste AI-model en de grootste datacenters. Dan zijn ze geen monopolist meer. Stel dat Google u $50 per maand gaat vragen voor het gebruik van zijn AI-model. Wat doet u dan? Waarschijnlijk gaat u naar een concurrent. Als jij en je concurrenten heel veel hebben geïnvesteerd, dan heb je geen pricing power meer. Het businessmodel van de techreuzen is dus structureel aan het veranderen. Eerst konden ze met minimaal kapitaal maximale winsten maken. Maar nu investeren ze enorme kapitalen en is het rendement daarop waarschijnlijk beperkt. Qua businessstructuur lijken ze straks meer op vliegmaatschappijen. Ook daar heeft iedereen gigantische kapitalen geïnvesteerd en is alle pricing power weg. Waarom doen ze dat dan toch? Simpel, je wilt als techgigant niet bij de losers horen. Als je niet aan deze technologierace meedoet, win je sowieso nooit. En dat wil niemand, dus blazen ze de investeringen verder op. En kunnen we nog een heel tijdje bubbelpraten. Totdat het echt knapt natuurlijk. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.  See omnystudio.com/listener for privacy information.
Michael Burry, de belegger die naam heeft gemaakt met het voorspellen van de huizencrisis in 2008, stopt ermee. Tenminste hij blijft zelf wel beleggen, maar zijn hedgefonds Scion gaat dicht. En dan zijn zijn beleggingstransacties niet meer te zien. Dat is jammer. Michael Burry kan erg onafhankelijk en tegendraads denken. Daarmee was het een bron van bijzondere beleggingsideeën. Het sluiten van zijn fonds doet me een beetje denken aan het Tiger fonds. Dat ging dicht in maart 2000 op het hoogtepunt van de internetbubbel. De fondsmanager, Julian Robertson, gokte flink op dalende koersen van internet aandelen. En op het aller-aller-slechtste moment gooide hij de handdoek in de ring. Daarna gingen de koersen alleen maar omlaag, drie jaar lang. Tja, “markets can stay irrational longer than you stay solvent”, zei Keynes al. Eerlijkheidshalve moet ik er ook bij vermelden dat hij een flink koersverlies had opgelopen tijdens de Russische crisis en de LTCM crisis. Bovendien zat hij vol met aandelen US Airways. Die vliegtuigmaatschappij ging een paar jaar later failliet. Maar dat hoor je nooit over het Tiger fonds, want dat maakt het verhaal heel wat minder spectaculair. Tot op heden is Robertson nog steeds de posterchild, van iemand die de bubbel voorzag, maar er toch flink geld mee verloor. Michael Burry is bekend geworden omdat hij tegen de huizenmarkt in speculeerde. Hij voorzag de huizen bubbel en kocht een verzekering tegen het non betaling van de opgeblazen Amerikaanse hypotheek portefeuilles. Zolang de markt niet crashte moest hij enorme premies betalen en maakte zijn fonds verlies. Veel beleggers in zijn fonds konden de verliezen emotioneel niet meer verdragen en stapten uit. Maar degene die bleven verdienden ruim U$ 700 miljoen. En dat in een tijd dat heel veel beleggers juist flink geld verloren. Hijzelf hield er ongeveer U$ 100 miljoen aan over. In de afgelopen jaren zette Burry in op een koersherstel van Chinese internet aandelen. Deze aandelen zijn grofweg verdubbeld sinds hij zijn belang meldde, al stapte hij wel te vroeg uit. Voordat het fonds definitief sluit krijgen we nog een laatste beleggingstip mee. Burry heeft onder andere voor 9 miljoen dollar aan putopties op het AI- en defensie aandeel Palantir gekocht. Tot en met 2027 mag hij de aandelen verkopen op U$ 50. De huidige koers schommelt rond de U$ 200. Het zegt twee dingen. Hij verwacht dat de bubbel knapt. En dat dan de klap groot kan zijn. Dat hij van die hele lange opties heeft gekocht geeft ook aan dat hij geen idee heeft wanneer dat gaat gebeuren. Net als met de huizenbubbel. Tot die tijd is het pijn lijden. En daar kunnen veel beleggers blijkbaar niet zo goed tegen. Maar ja, Michael Burry, hoeft zich straks alleen maar aan de man in de spiegel te verantwoorden. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.  See omnystudio.com/listener for privacy information.
Afgelopen beursweek was een interessante. Er was veel beweging in de koersen van individuele aandelen. Een aantal zakte volledig door het ijs. Duolingo, Wolters Kluwer en Adobe werden bijvoorbeeld genadeloos afgestraft. Op het eerste gezicht hebben deze bedrijven weinig met elkaar te maken, maar hun koers staat dit jaar grofweg een procent of veertig in het rood. Ze worden allemaal gezien als ondernemingen waarvan het bedrijfsmodel door het gebruik van AI onder druk komt te staan. Terwijl ze een tijd geleden juist werden gezien als bedrijven die daar sterk van zouden profiteren. Zo kan Duolingo kunstmatige intelligentie gebruiken om veel efficiënter te worden. Maar nu zijn beleggers juist gefocust op AI-concurrenten zoals Anki, Memrise en LingQ. Ik probeer al tijden mijn Spaans wat op te kalefateren, dus wellicht moet ik die eens proberen. Want Duolingo is grappig, maar brengt je niet echt dichter bij het voeren van een normaal gesprek. Voor de medische database van Wolters Kluwer zijn er goedkope alternatieven, zoals OpenEvidence en ClinicalKey. Die zouden volgens de verhalen flink aan de weg timmeren en de bijna-monopoliepositie van Wolters Kluwer ondermijnen. Maar ja, ik ken geen dokters in de VS, dus ik kan moeilijk bepalen of dat echt zo is, of niet. Goede informatie is essentieel voor een arts. Wil je het risico lopen om medisch advies te krijgen van een hallucinerend AI-model? Zijn die verhalen ruis, of een signaal? Andersom gebeurt het ook. Eerder dit jaar dachten beleggers dat Googles advertentie-inkomsten gingen doodbloeden. Alle zoekopdrachten zouden met AI-modellen worden gedaan, en dan hoef je niet meer langs de reclames, waar het bedrijf $265 mrd van zijn totale $350 mrd aan omzet uit haalt. De waardering van Google kelderde van 23 naar 16 maal de verwachte winst, maar inmiddels zijn deze angsten overgewaaid en staat het aandeel weer op een k/w van 26. Aangezien de verwachte winsten verder zijn gestegen, betekent dat een verdubbeling van de koers in een half jaar tijd. Om de schrijver Mark Twain te parafraseren: de berichten over Googles dood zijn schromelijk overdreven. Het bijzondere is de draai in de perceptie van beleggers. De ene keer zijn ze erg enthousiast over de AI-impact, de andere keer juist erg somber. Jantje huilt, Jantje lacht. Bedenk wel dat technologische ontwikkelingen hele bedrijven onderuit hebben gehaald, zoals Nokia, Blackberry, Xerox en Kodak. Je moet dus ruis en signaal van elkaar kunnen onderscheiden. De conclusie is simpel. Het is voor beleggers essentieel om te bepalen in hoeverre een bedrijf echt wordt geraakt door de AI-ontwikkelingen en in hoeverre het slechts een verhaal is. Als het lukt om ruis van signaal te scheiden, kun je hele mooie bedrijven voor een prikkie kopen. Maar pas wel op dat je geen Kodak-momentje hebt. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.See omnystudio.com/listener for privacy information.
2 december is een datum in de agenda vast te zetten. Zeker als u net verkozen bent tot Tweede Kamerlid. Dan komt er een belangrijke man naar Nederland en het is niet Sinterklaas. Nee, het is Federico Sturzenegger, de Argentijnse minister voor deregulering. Zeg maar de minister die de kettingzaag van president Javier Milei heeft gekregen. Mario Draghi zei het al een jaar geleden in zijn rapport. Een van de oorzaken dat Europa zo achterloopt, is overregulering. Maar als je naar de recente partijprogramma’s kijkt, willen de meeste Nederlandse politieke partijen precies het tegenovergestelde. Dat kan, het is immers een keuze. Maar de consequentie is wel dat je de economische concurrentie met het buitenland genadeloos verliest. De verklaring achter die overvloed aan regels is simpel. Op het moment dat er een fout gemaakt wordt, schreeuwt iedereen moord en brand. De media duiken er bovenop. En er staat weer een groot artikel in de krant over het probleem met een paar zielig kijkende slachtoffers. Als er geen fouten gemaakt mogen worden, moet er een regel komen om die de volgende keer te vermijden. Dat helpt natuurlijk niet. Daarnaast is een wet erdoor krijgen met de eigen naam eraan verbonden het hogere doel in het leven van een pas gekozen Tweede Kamerlid. Dat is een stimulans voor meer regels in plaats van minder. Ik vind het energielabel voor woningen een prachtig voorbeeld. Het is verplicht om een dergelijk label aan te vragen. Maar waarom eigenlijk? Als iemand een huis koopt, kan hij zelf ook om de energierekening vragen. De energielabelbureaus floreren, maar wat is de toegevoegde waarde voor de economie? De oplossing voor het probleem is minder simpel. Maar ik zou zeggen: begin eens met de voorwaarde dat je voor iedere nieuwe regel er drie oude moet schrappen. De overheid zou burgers en bedrijven meer moeten vertrouwen. Ja, dat zal in sommige gevallen worden misbruikt. Pak die gevallen hard en pragmatisch aan, zoals de malafide uitzendbureaus. Onderwerp regels ook aan een beperkte levensduur. Maak een site waarop ondernemers en consumenten hun ergste voorbeelden van bureaucratie kwijt kunnen. Als je er geen paal en perk aanstelt, blijft de bureaucratie autonoom groeien. Verbied het verbinden van een naam aan een wet. Introduceer een prijs voor de politicus die de meeste moeite heeft genomen om de regeldruk te verminderen. Stel dat het lukt om de bureaucratie te verminderen. Ik weet, het klinkt als een utopie. Maar stel. Verwacht dan op korte termijn geen positieve impuls voor de economie. Immers als de overheid minder uitgeeft, betekent dat op korte termijn minder economische groei. Helaas kan ik op 2 december niet bij de presentatie van Federico Sturzenegger aanwezig zijn, maar misschien kan een nieuw Tweede Kamerlid mijn plekje innemen. En wie weet, neemt die zijn kettingzaag wel mee. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.See omnystudio.com/listener for privacy information.
Vroeger was geopolitiek in de beleggingswereld een makkelijke factor. Als beleggers in paniek raakten door een bepaalde dreiging, dan gingen de beurzen naar beneden. Dat waren mooie koopmomenten: de geopolitieke angsten ebden meestal weer weg en de koersen herstelden. Nu is het anders. Nu is het een factor waar beleggers continu rekening mee moeten houden.Een paar recente voorbeelden illustreren deze verschuiving. De Canadese provincie Quebec zond een reclamespot uit met delen van Ronald Reagans speech uit 1987 over importheffingen. De Amerikaanse president Trump noemde het een leugen, stopte per direct de onderhandelingen en verhoogde de tarieven op Canadese importen met 10%. De impact is beperkt, maar het signaal is duidelijk. Een tweede voorbeeld is de zaak Nexperia. De Nederlandse overheid zag dat het chipbedrijf werd leeggezogen door de Chinese eigenaar en stak daar toen een stokje voor. Vervolgens nam China tegenmaatregelen en leverde het geen chips meer aan onder meer de Duitse auto-industrie. Als dit blijft voortduren, krijgt de Duitse economie een klap van naar verwachting een half procent van het bbp. Daarmee zou het land in een recessie komen. Er zijn meer voorbeelden. De Chinese boycot van Amerikaanse sojabonen. De dreiging van China om geen zeldzame aardmetalen meer aan het Westen te leveren. De verplichte verkoop van TikTok. De exportbeperkingen voor ASML-machines richting China. De Amerikaanse dreiging om swaplijnen in te trekken als de Argentijnse president Milei de tussentijdse verkiezingen niet zou winnen. Het beeld is duidelijk: macht telt. China en de VS hebben die macht, op het gebied van defensie en op het gebied van de economie. Andere landen hebben die niet en zijn eigenlijk altijd de gebeten hond. Wat kan Canada inbrengen tegen die hogere tarieven? Wat kunnen wij doen om de Nexperia-ruzie te sussen? Beleggers moeten er rekening mee houden dat de bedrijven waarin ze geld hebben gestoken, gemangeld kunnen worden in het politieke geweld van de grootmachten.Als Europese Unie hebben we die macht niet, net als de rest van de wereld overigens. De conclusie is simpel en pijnlijk. We moeten er in Europa voor zorgen dat we op onze eigen benen kunnen staan. Vooral in de economisch kritische sectoren. Dat kost geld. Zo wil elk land of regio zijn eigen chipindustrie opbouwen. Dat betekent veel capaciteit en dus lagere prijzen, wat leidt tot lagere winsten. Terwijl de productie in China en de rest van het Verre Oosten veel goedkoper is. Ook energie is zo’n cruciale sector. Na het ontkoppelen van de Russische energietoevoer zijn we erg afhankelijk van de VS geworden. In dit geopolitieke geweld moet je ernaar streven dat je je eigen broek op kunt houden. Misschien is het een goed idee voor beleggers om af en toe een spelletje Risk te spelen. Want geopolitiek is een factor om rekening mee te houden. En deze gaat niet meer weg. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.See omnystudio.com/listener for privacy information.
Afgelopen week was er lichte paniek in de Amerikaanse bankenwereld. Sommige regionale banken kwamen in de problemen en moesten een beroep doen op de speciale kredietfaciliteiten van de Federal Reserve. Ze betalen daar een flinke rente over, dus doen ze dat alleen als het echt heel erg nodig is. Gouverneur Andrew Bailey van de Bank of England vroeg zich af of dit de kanarie in de kolenmijn is. De kredietcrisis in 2008 begon immers ook op deze manier. Tijd om eens goed te luisteren.De drie voornaamste probleemgevallen waren First Brands, een maker van auto-onderdelen, en de verstrekkers van autoleningen Tricolor en First Lend. Tricolor kwam in de problemen omdat het simpelweg te veel schulden had, die vooral waren gefinancierd met private credit. Oftewel leningen die niet beursgenoteerd zijn. De private-creditmarkt is momenteel erg hot. Veel grote beleggers vinden het prettig dat er geen koers is. Die kan dan niet bewegen, waardoor het net lijkt alsof er geen risico is. Maar zoals dit geval heel duidelijk maakt: die risico’s zijn er natuurlijk wel degelijk. Vooral aan de onderkant van de samenleving hebben steeds meer consumenten moeite hun autoleningen te betalen. Kredietbeoordelaar Fitch meldde dat 6,43% van alle Amerikanen met een autolening niet meer aan hun betalingsverplichtingen kan voldoen. Dat is bijna het hoogste percentage sinds Fitch dit in 1993 is gaan bijhouden. Tricolor had daarbij nog een specifiek probleem. Het leende zijn geld vooral uit aan immigranten. Erg aantrekkelijk, want leningen hebben hoge marges. Maar nu deze immigranten de VS worden uitgezet, hebben ze weinig behoefte hun autoleningen af te lossen. En dus komt deze leningverstrekker in de problemen. Zijn deze problemen de kanaries in de kredietmijn? Ik verwacht niet dat er nog veel meer bedrijven zijn met een grote kredietexposure naar immigranten. Bovendien valt de grootte van het probleem wel mee in vergelijking met de kredietcrisis. Ten eerste: het probleem zat destijds vooral in hypotheken. Er werd flink gespeculeerd in de huizenmarkt. Nu zit het probleem onder andere in autoleningen. Daar speculeer je niet mee. Ten tweede, en veel belangrijker: de gemiddelde autolening is veel kleiner dan de gemiddelde hypotheekschuld. Er zijn genoeg problemen in de VS, maar de genoemde gevallen staan op zichzelf. Ongetwijfeld komen er nog wel wat meer kredietverleners in de problemen, vooral als die zich richten op mensen met een laag kredietprofiel. Het gevalletje First Brands is wel een prima waarschuwing voor de gevaren van private credit. Het feit dat je Meneer Markt het kredietrisico niet laat beprijzen, betekent zeker niet dat het zonder risico is – je kunt het alleen minder goed zien. Die op en neer gaande koersen voelen misschien niet zo prettig, maar zo’n beursnotering heeft zeker voordelen. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.See omnystudio.com/listener for privacy information.
Mijn kinderen zijn oud genoeg om een huis te kopen. Veel succes, hoor ik u denken. Ze vroegen waarom zijn die huizenprijzen eigenlijk zo hoog? Een traditioneel economisch model kijkt naar een paar factoren. Het inkomen, de rentelasten en werkeloosheid. De werkeloosheid is laag, waardoor potentiële huizenkopers er op vertrouwen dat ze de komende jaren werk hebben. De lonen stijgen tegenwoordig bij de meeste bedrijven met de inflatie mee. Vreemd is wel dat de stijgende rente vrijwel geen invloed heeft. Blijkbaar hebben de andere factoren een grotere invloed. De inflatie heeft ook een effect. Als de huurprijzen met de inflatie meestijgen, zorgt dat voor extra vraag naar koopwoningen. De overheid doet haar best om de markt uit te schakelen. Dat is een keuze, maar het heeft wel een prijs. PVDA/GroenLinks wil dat maar liefst 2/3 van de Nederlandse bevolking in aanmerking komt voor sociale huur. Als 2/3 van de Nederlandse bevolking zo hulpbehoevend is dat ze sociale huur nodig heeft, dan is het slecht gesteld met de Nederlandse economie. Net als op de gewone financiële markten is er ook de sentimentsfactor. Potentiële huizenkopers hebben last van FOMO. Logisch, ieder jaar dat je wacht zijn de huizen weer 10% duurder. Aangezien een gemiddeld huis momenteel zo rond de 500.000 kost, ben je ieder jaar 50.000 meer kwijt. Om dat bij te houden moet je 50.000 netto per jaar verdienen. Dat is eur 6.500 bruto per maand, waarmee je in de top 10% van de hoogste inkomens zit. In een normale markt zorgt een stijgende prijs voor een dalende vraag. Op de huizenmarkt lijkt sprake van het omgekeerde. Het aanbod neemt nauwelijks toe. En hoe harder de huizenprijzen stijgen, hoe liever mensen willen kopen. Let wel, op lange termijn gaat die economische wetmatigheid wel op. Op een gegeven moment is de prijs zo hoog dat potentiële huizenkopers het echt niet meer kunnen kopen. Eigenlijk zou je een beleggingsfonds moeten hebben wat in Nederlandse huizen belegd. Die zijn er wel, maar alleen beschikbaar voor pensioenfondsen en verzekeraars. Stel je voor dat je in plaats van te sparen in een dergelijk fonds zou kunnen beleggen. Dat zou een mooie belegging voor potentiële huizenkopers zijn. In Duitsland zijn die fondsen er wel. De intrinsieke waarde van deze fondsen heeft een redelijke correlatie met de huizenprijs. Logisch. Blijft er nog wel een probleempje over. Meneer Markt is nogal wispelturig. De intrinsieke waarde mag dan tred houden met de huizenmarkt, maar de koersen van deze fondsen reageren veel heftiger, vooral op de obligatierente. Daardoor is er een enorme discrepantie tussen de huizenmarkt en deze huizenfondsen. Dus veel optimisme op de huizenmarkt en veel pessimisme op de aandelen daarvan. Wie weet is het een voorbode van de huizenmarkt. Mijn kinderen zouden er in ieder geval blij mee zijn. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.See omnystudio.com/listener for privacy information.
Nog drie weken en dan zijn de verkiezingen achter de rug. Gelukkig maar, ik ben al die goedkope praat over gratis bier meer dan zat. Nu ben ik lid van de VVD, voor zover u dat nog niet wist. Dat heeft me tot een tijdelijk mediahoogtepunt gebracht, doordat Arjan Lubach een quote van mij over de hypotheekrenteaftrek in zijn show gebruikte. Hij noemde me een VVD-econoom. Bijzonder, als je een antwoord geeft op basis van economische principes en je bent lid van de VVD, dan ben je gelijk een VVD-econoom. Het is de prijs die je moet betalen om in Lubachs programma te komen. Ik ga u niet adviseren om op ‘mijn’ partij te stemmen. Iemand overtuigen op basis van feiten is ondoenlijk, zo niet onmogelijk. In de verkiezingsstrijd is het immers het verhaal dat telt, feiten zijn bijzaak. Bovendien hoort een dergelijk advies niet in deze column thuis. En als ik dan toch een advies moet geven: vul één, en liefst meerdere, stemwijzers in. Die stroomlijnen je eigen ideeën over de maatschappij en de economie. Je krijgt dan op een objectieve manier te zien waar je voor of tegen bent. Beter dan je onderbuikgevoel te laten spreken. Veel partijen beloven makkelijke oplossingen voor moeilijke problemen. Het zijn slechts goedkope, zo niet gratis, verkiezingsbeloftes die niet kunnen worden nagekomen. Degenen die voor het gratis bier gaan, kan ik aanraden Wim Suyker te volgen. Deze gepensioneerde CPB-econoom rekent de partijprogramma’s door. Want je kan natuurlijk wel de sociale huren verlagen, de eigen zorgbijdrage afschaffen en de AOW-leeftijd verlagen, maar dat kost bakken met geld. En wie gaat dat betalen? U, de belastingbetaler. Om Hans Wiegel aan te halen: ‘Sinterklaas bestaat (en hij zit daar).’ Nog even over die lagere AOW-leeftijd. Diverse enquêtes laten zien dat veel Nederlanders dat een aantrekkelijk idee vinden. Blijkbaar is werken een onverdraaglijk fenomeen waar je zo snel mogelijk mee moet stoppen. Zo ook in Frankrijk. Men betaalt er intussen 14% van het totale overheidsbudget aan pensioenen. Logisch dat je dan een budgettekort hebt van hier tot Jericho. Ook hier kiest men de makkelijke oplossing: niet de pensioenen verlagen of de pensioenleeftijd verhogen, maar de belastingen verhogen. In Frankrijk liggen de belastingen, die al 46% van het bbp bedragen, als een zware deken op de economie. Het drukt alle ondernemingslust de kop in. Het land is al ver voorbij de piek van de Laffer-curve, die aangeeft dat hogere belastingtarieven leiden tot minder opbrengsten, niet meer.Nog een advies: probeer je werk, als je dat nu zo ondragelijk vindt, zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Neem een voorbeeld aan de genoemde Wim Suyker. Hij rekent voor de lol partijprogramma’s door, in plaats van achter de geraniums te zitten. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.See omnystudio.com/listener for privacy information.
Afgelopen maand mocht ik een speech geven bij adviesbureau Zanders. Mijn speech ging over de grote risico’s van dit moment. Ik had beloofd twee grote thema’s aan te pakken, maar je moet altijd wat meer geven dan je belooft en dus werden het er drie. Naast oplopende staatschulden, geopolitieke risico’s is er ook de huidige technologische golf. Ja, die levert veel kansen, maar ook risico’s op. Dat zal een flinke productiviteitsgroei geven. Ik denk dat we aan het begin van een hockeystick beweging zitten. Eerst gaat het langzaam en denken veel mensen het zal mijn tijd wel duren. En dan gaat het sneller en opeens is het overal. Dat zagen we bijvoorbeeld ook bij de introductie van het internet. In verschillende Amerikaanse steden rijden er al zelfrijdende taxi’s. In Californië zat men al voor de zomer boven de 4 miljoen ritjes per maand. Ieder ritje betekent minder werk voor een taxichauffeur. Een ander voorbeeld; een vriend van me reist regelmatig naar China. Hij vertelde me dat roomservice gewoon door een robot wordt gedaan. De robot vraagt netjes of je het erg vindt als hij bij je in de lift stapt. Alleen vroeg hij het nog wel in het Chinees. Bij een Nederlandse verzekeraar is door AI de arbeidsproductiviteit zo ver toegenomen dat ze daadwerkelijk werknemers moeten laten gaan. Voor de maatschappij is het belangrijk om deze ontwikkeling in goede banen te leiden. En dan bedoel ik niet dat het tegengehouden moet worden. Als een computer het beter kan waarom zou je het dan nog door mensen laten doen. Als een consument beter door een helpdesk-robot wordt geholpen, waarom niet? De gemiddelde chatbot leert dat we daar nog niet zien. Men moet wel bedenken dat een flink deel van de werknemers overbodig kan worden. Een deprimerend voorbeeld zijn de Engelse kolenmijnen. De ontslagen mijnwerkers kregen een uitkering. Maar er ontstond in de voormalige mijnbouwsteden een cultuur van werkeloosheid die generaties werd doorgegeven. En die is nog altijd niet weg. Als werknemer zou ik zeggen, probeer wat tijd vrij te maken om na te denken welke taken AI van je over zou kunnen nemen. Bedrijven moeten proberen het zoveel mogelijk te gebruiken. Be first or be out. Als belegger zijn er genoeg opties om in AI c.q. robots te beleggen. Omdat AI al een tijdje ‘hot’ is koop je niet op de bodem. Als je er niet te veel over wilt nadenken kan je een index fonds kopen met het woord Robotics erin. Maar let op, de aandelen waarin deze fondsen precies beleggen verschilt enorm. Overigens heb ik als test deze column door AI laten schrijven. Die kon gelijk de prullenbak in. Het was een zouteloos schrijfsel. Dus voorlopig hoef ik me nog geen zorgen te maken, nog niet. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.See omnystudio.com/listener for privacy information.
In tijden van grote onzekerheid zou je verwachten dat financiële markten nerveus reageren. Maar niets is minder waar. Beetje bij beetje komt de Federal Reserve onder Donald Trumps invloed te staan, toch halen de markten hun schouders op. Begin april reageerden markten nog geschokt op Trumps ongekende acties, maar beleggers lijken eraan gewend te raken. Niet alle marktsegmenten tonen overigens diezelfde onverschilligheid. In de goud- en valutamarkten beginnen beleggers wel een los monetair beleid in te prijzen. Dat is een van de redenen waarom de dollar daalt en de goudprijs stijgt. Maar verder hobbelen aandelen en obligaties gewoon door. Het roept de metafoor op van de kikker in een hete pan. Kikkers die in een pan zitten waarvan het water langzaam wordt verhit, zouden blijven zitten en sterven, terwijl een kikker die in een pan met kokend water wordt gegooid er gelijk uitspringt. Die metafoor is erg sprekend en wordt vaak gebruikt, maar de wetenschappelijke realiteit is dat kikkers in beide gevallen gewoon uit de pan springen. Ze hebben namelijk uitermate gevoelige temperatuursensoren. Alleen bij wrede 19-eeuwse experimenten waar die sensoren waren verwijderd, lieten de dieren een dergelijk gedrag zien. Maar dat terzijde. Markten zijn ook erg relaxed over de AI-ontwikkelingen. Er wordt nog altijd weinig geld mee verdiend, maar als het maar een beetje naar AI ruikt zijn beleggers al superenthousiast. Zo waren beleggers erg tevreden over de Nvidia-investering van $100 mrd in OpenAI. Die dat geld weer investeert in geavanceerde chips van Nvidia. Zo wordt het geld maar rondgepompt.Ook bij de Oracle-cijfers zagen we dit patroon. Beleggers juichten de omzetcijfers toe, maar ik begrijp die euforie niet. Ja, de omzetstijging was indrukwekkend. Maar de winst stagneerde. Dit suggereert dat Oracle de orders met flinke kortingen heeft binnengehaald. Maar als het zo’n groeimarkt is, hoef je toch geen korting te geven? Het geeft aan dat de markt misschien wel niet zo hard groeit als iedereen nu denkt. Of is Oracle gewoon een ordinaire prijsdiscounter? Dat laatste is het meest waarschijnlijk, maar waarom moet de koers dan zo hard stijgen? Diverse analisten hebben dan ook hun winstverwachtingen naar beneden bijgesteld. En nu de orderboeken voor de komende vijf jaar vol zitten, betekent dat alleen maar dat Oracle die magere winstmarges voor de komende vijf jaar heeft vastgeklikt. Fijn dat meneer Markt zo relaxed is. Beleggers dompelen zich onder in de relatieve rust, terwijl deze maanden juist bekendstaan om hun grote koersfluctuaties. Mijn advies: blijf goed nadenken over wat er werkelijk gebeurt. Want markten die te lang rustig blijven en de economische realiteit ontkennen, hebben de neiging op een kwade dag opeens heftig te ontwaken. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.  See omnystudio.com/listener for privacy information.
Wie wat bewaart, die heeft wat. In de zomer was het iets rustiger en had ik wat tijd om te graven in oude researchrapporten. Ik kwam een oud rapport tegen uit november 2013. Het was de vermaarde fundmanager-survey van Bank of America. Dit is een van de langst lopende enquêtes onder professionele beleggers. Een van de opmerkelijke uitkomsten uit dat oude Bank of America-onderzoek was dat professionele beleggers de waardering van aandelen toen erg hoog vonden. Ik heb even opgezocht wat de koers-winstverhouding van de wereldaandelenindex toen was: 13,5. 13,5, dat klinkt nu als belachelijk goedkoop. Deze waarderingsratio staat momenteel op 19,1, een gigantisch verschil. Toch was die opmerking van destijds niet zo heel vreemd. Immers, een paar jaar daarvoor schommelde de ratio nog onder de 10. Als aandelen in zo’n korte periode zoveel duurder worden, is het logisch dat je aandelen overgewaardeerd vindt. Het is allemaal een kwestie van perceptie. Het is interessant om te kijken naar wat er daarna gebeurde. Beleggers mochten aandelen toen dan overgewaardeerd vinden, maar anderhalf jaar later was de k/w nog veel hoger (16,4) en stonden wereldwijde aandelen maar liefst 40% hoger. Die Bank of America-enquête is erg breed. Afgelopen maand deden er maar liefst 426 fundmanagers over de hele wereld aan mee. Het meest recente rapport had ook een bijzondere uitkomst. Maar liefst 58% van de professionele beleggers denkt dat de aandelenmarkt momenteel overgewaardeerd is. Deze waarderingsvraag wordt al sinds 1998 gesteld en beleggers zijn nog nooit zo stellig geweest als nu. Nog meer dan in 2013 dus. Maar toch blijven de geïnterviewde beleggers enthousiast over aandelen en houden ze erg weinig cash aan in hun portefeuille. Aandelen zijn extreem duur, maar toch blijven ze kopen. Het klinkt een beetje als een stoelendans. Ja, we weten dat de muziek gaat stoppen, maar we dansen gewoon door. Een andere interessante conclusie uit het rapport is dat steeds meer beleggers overwegen om goud te kopen. Toch bijzonder. Dit is het beste jaar voor goud sinds 1980 en pas nu word je enthousiast over goud. Je kan beter enthousiast worden voordat de prijzen zo hard stijgen, niet daarna. Hoe objectief een waardering ook kan zijn, uiteindelijk gaat het om de perceptie. Alles is relatief. Stelt u zich eens voor, we kijken twaalf jaar vooruit in plaats van achteruit. We staan dan in 2037 op een waardering van zeg 25 keer de winst. Hoe hard zullen we dan om onszelf uit 2025 lachen? Dat we 19,1 maal de winst zo duur vonden. Ik denk niet dat dit gaat gebeuren. Maar ja, waarschijnlijk vond ik in 2013 aandelen ook erg duur en had ik de rally van 2014 volledig gemist. Dat september-2025-rapport ga ik in elk geval goed bewaren. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.  See omnystudio.com/listener for privacy information.
Herinnert u zich nog de discussies over de omgekeerde yieldcurve als recessievoorspeller? Als de lange rente lager is dan de Fed-rente zou er een recessie komen. De gedachte hierachter is dat de Fed de rente hoog houdt om de inflatie te bestrijden. Dat is een minpunt voor de economie. Terwijl de lange rente daalt omdat het private deel van de economie minder geld nodig heeft, omdat men vindt dat de vooruitzichten wat minder zijn. En dus investeert men niet. Deze private factor wordt overigens altijd wat onderbelicht. Ik zie hele studies voorbijkomen die ingaan op de vraag- en aanbodverhoudingen van de staatsschuld. Dat is logisch, want hierover zijn goede cijfers beschikbaar. Maar het private deel van de economie is veel groter, waardoor de impact op de rente ook veel groter is. Maar ja, dat is moeilijker te meten. Het klinkt een beetje als die dronkaard die zijn sleutels zoekt bij de lantaarnpaal omdat daar licht is, terwijl hij ze ergens anders heeft verloren. De omgekeerde yieldcurve-indicator werkte lange tijd perfect. Alleen voorspelde deze dat er al in 2022 een Amerikaanse recessie zat aan te komen. De economen die zwaaiden met deze indicator zijn erg stil geworden. Toen ze erachter kwamen dat de yieldcurve als indicator niet meer werkte, wierpen ze zich op de Sahm-regel. De Sahm-regel zegt dat er een recessie komt als de werkloosheid 0,5% boven het dieptepunt van de afgelopen twaalf maanden uitkomt. Claudia Sahm meldde zelf al dat de regel deze keer waarschijnlijk niet zou werken. Ook de Leading Index van de Conference Board waarschuwde voor een recessie in mei 2022. En tot dusverre: niets. Dus kijkt iedereen nu naar de Perkins-regel. Die is supersimpel: als er één maand een daling van de werkgelegenheid is geweest, komt er een recessie. Nu, na de nodige revisies, was die daling er in juni 2025. Ergo, er komt een recessie. Is dit de volgende recessie-indicator die de prullenbak in kan? Misschien, want die maandelijkse werkgelegenheidscijfers worden steeds onbetrouwbaarder. Dat komt niet door de recent ontslagen directeur van het Amerikaanse statistische bureau, maar omdat steeds minder mensen deze enquêtes beantwoorden. In 2017 vulde nog 65% deze enquêtes in. Nu is dat nog maar 42%. We kunnen dus niet zomaar vertrouwen op deze simpele doch doeltreffende recessie-indicatoren. Dan zullen we toch gewoon zelf moeten gaan nadenken. Ik denk dat de vooruitzichten somber zijn. Consumenten hebben op zich geld genoeg om te spenderen, maar als de werkgelegenheid afneemt zullen ze toch wat onzekerder worden. En onzekere consumenten geven minder uit. Maar het blijft het inschatten van gevoelens. Dat is en blijft heel wat moeilijker dan een simpele indicator die recessies voorspelt. Toch wel een beetje jammer. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.  See omnystudio.com/listener for privacy information.
De obligatiemarkten roeren zich, de rente is in korte tijd wereldwijd flink gestegen. De belangrijkste reden voor die onrust is Frankrijk. Daar kondigde premier François Bayrou vorige maand een vertrouwensstemming aan in het parlement. Die vindt maandag plaats. Kort en simpel: de Fransen moeten de broekriem een gaatje aantrekken en dat willen ze niet. Het zou gezond zijn als de overheid een paar pondjes verliest, maar de Fransen zien dat uiteraard anders. Als de regering valt, betekent dat opnieuw verkiezingen en verder uitstel van de broodnodige bezuinigingen. Meer dan de helft stemt extreemrechts of extreemlinks, op partijen die allemaal leuke beloften doen. En natuurlijk gaan de kiezers achteraf klagen dat de regering niets voor elkaar heeft gekregen. Maar ja, dat is wel waarvoor diezelfde klagende kiezers hebben gestemd. In Nederland is het niet anders.Door deze politieke onzekerheid schiet de Franse rente omhoog. Let wel, als het land niet in de euro zat, had die zomaar op een procent of 6 gestaan, in plaats van de huidige 3,5%.Dit keer bieden de Duitse overheidsfinanciën geen houvast. Duitsland gaat flink investeren in defensie en infrastructuur, wat nodig is, en goed voor de economie. Maar het moet wel ergens van gefinancierd worden. Dat geld wordt geleend, waardoor het aanbod aan obligaties flink toeneemt. Ook dat duwt de rente omhoog. Ook aan de andere kant van de Noordzee is er een financieringscrisis. De rente is daar nu zelfs hoger dan ten tijde van het beruchte Liz Truss-moment, de Britse premier die in 2022 met haar begroting de obligatiemarkt in beroering bracht. En wanneer de rente in het VK stijgt, heeft dat een opwaarts effect op de rente bij ons. Verder is er het effect van de hervorming van het Nederlandse pensioenstelsel. Pensioenfondsen hoeven minder in langlopende obligaties te beleggen, wat eveneens voor meer aanbod van dergelijk schuldpapier zorgt. Al deze krachten duwen de obligatierente dezelfde kant op. En dan gaat het hard. Had u begin 2024 in veilige 30-jarige Duitse staatsobligaties belegd, dan stond u nu op een verlies van bijna 20%. Dat veilige imago heeft dan ook alleen betrekking op de kwaliteit van de debiteur, niet op de tussentijdse koersschommelingen. Het is een klein, maar duidelijk signaal van Mr. Market dat er een einde komt aan het ongebreideld laten oplopen van staatsschulden. Bedenk dat de dotcombubbel in 2000 onder andere werd doorgeprikt doordat techbedrijven niet meer aan hun financieringslasten konden voldoen. De kredietcrisis in 2008 werd veroorzaakt doordat Amerikaanse consumenten te veel schuld hadden.En nu geeft de markt een klein signaal dat, zonder begrotingsdiscipline, de volgende kredietcrisis er een van de overheden zal zijn. Als kiezer en als politicus zou ik toch eens luisteren wat Mr. Market te zeggen heeft.   Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.  See omnystudio.com/listener for privacy information.
Meestal schrijf ik over beleggen, maar kortetermijnhandelen in aandelen vinden beleggers veel interessanter. Een van de voorwaarden voor een goed resultaat is een plan opstellen en je daaraan houden. In mijn eigen portefeuille heb ik daarvan een mooi voorbeeld: goudmijnaandelen, een van mijn grootste beleggingen. Via een indextracker natuurlijk, want ik mag geen individuele aandelen kopen. Ik had er goed over nagedacht. De periodes met waardevernietigende overnames door goudmijnbedrijven leken achter de rug, hun schuldenpositie is eindelijk gezond. Sterker nog, de grote goudmijnbedrijven hebben zelfs netto cash op de balans staan. Bovendien helpt de flinke stijging in de goudprijs natuurlijk ook mee. Die factoren beschreef ik al eens eerder, in mijn column van half april vorig jaar, Goudgerande relaties kapot. Het bleek een succesvolle belegging, maar na verloop van tijd kreeg ik wat hoogtevrees. Dus nam ik hier en daar wat winst. Die aandelen zou ik later wel tegen een lagere prijs terugkopen, redeneerde ik. Daarnaast had ik mezelf beloofd iedere maand een vast aantal aandelen bij te kopen. Beide plannen, zowel de maandelijkse aankopen als het terugkopen, zijn halfslachtig uitgevoerd. Dat is jammer, want intussen bleven de koersen doorstijgen. Om van deze fouten te leren, heb ik nauwkeurig uitgerekend wat ze me hebben gekost. Beleggingsfouten zijn duur, dus kunt u er maar het beste zoveel mogelijk van opsteken. Concreet: had ik mij gewoon aan mijn plan gehouden, dan was mijn winst 25% hoger geweest. Dat waren dus dure emoties. De enige reden die ik kan aanvoeren om mijn transacties nog een beetje goed te praten, is dat ik nu wat minder aandelen heb en dus ook minder risico loop Hoogtevrees is een emotie, en emoties en beleggen vormen een slechte combinatie. Met een goed plan hou je jezelf in bedwang, ten minste, als je je eraan houdt. Is de twijfel onderweg te groot? Loop dan alle factoren nog eens na. Klopt alles nog wat u bij het opstellen van het plan had overwogen? In de praktijk kom je altijd veel meer problemen tegen dan je van tevoren had bedacht. U kent het wel. Die ceo die had beloofd geen grote overnames te doen, kon de verleiding toch niet weerstaan toen zich een mogelijkheid voordeed. Of de overheid in een van de landen waar de grootste goudmijn ligt, besluit tot nationalisatie. Dom, maar verleidelijk als de goudprijs hoog is en de staatskas leeg. Tja, die dingen gebeuren. Dus maak een plan en hou eraan vast. Komt het geplande scenario niet helemaal uit? Evalueer dan rustig of er echt reden is om het plan aan te passen. Bedenk wel: emoties kunnen uw beoordelingsvermogen hierbij vertroebelen. Ergo, zonder discipline valt ieder goed beleggingsidee in het water. Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.See omnystudio.com/listener for privacy information.
Na een turbulent begin van het jaar laten de aandelenmarkten herstel zien. Oké, als u belegd had in een wereldaandelenindex had u dit jaar nog niets verdiend. Maar dat is een stuk beter dan wat iedereen begin april vreesde. Toen was iedereen bang voor de effecten van een mogelijke handelsoorlog. Nu zijn die importtarieven er, maar ze hebben niet geleid tot de gevreesde handelsstrijd en zijn blijkbaar geen probleem meer. Zoals zo vaak is het verhaal belangrijker voor de koersen dan de daadwerkelijke feiten. In ieder geval op korte termijn. Voorafgaand aan deze Liberation Day-correctie was er de angst voor de DeepSeek-impact. Weinig beleggers konden goed inschatten of het Chinese AI-bedrijf DeepSeek nu daadwerkelijk een verandering in de AI-industrie zou veroorzaken of niet. Persoonlijk had ik verwacht dat het bedrijf wat meer invloed zou hebben op de AI-investeringen. Immers als één partij het allemaal veel goedkoper en efficiënter kan, waarom zou je dan nog zo veel investeren? En de investeringen drijven de superwinsten van die techbedrijven. Gezien de enorme investeringsgolf is het maar de vraag of iedereen er ook zo veel aan gaat verdienen. Voor wie lessen uit het verleden wil leren, kijk naar KPN in 2000. Dat investeerde miljarden in UMTS-vergunningen. Aan de investeringen lag het niet. Aan de winstcapaciteit van die investeringen wel. De cijfers spreken boekdelen: de UMTS-vergunningen leverden de Nederlandse staat in 2000 €2,7 mrd op, maar bij de verlenging in 2016 werd er nog maar €23 mln betaald. Nu de DeepSeek-angsten zijn overgewaaid is het logisch dat de koersen van de technologieaandelen zich voor het grootste deel hebben hersteld. Maar daar was ook een fundamentele reden voor. De kwartaalwinsten van deze bedrijven waren meer dan prima. De zeven techreuzen, de Magnificent Seven, boekten een winststijging van maar liefst 28% in het tweede kwartaal. De overige niet-zo-magnificent493 bedrijven in de S&P 500 hadden een winststijging van slechts 2%. Dat is niet zoveel anders dan we in Europa hebben gezien. Als u nog eens iemand hoort praten over de superieure groei van het Amerikaanse bedrijfsleven, bedenk dan dat dit vooral over de techreuzen gaat. Toegegeven, die hebben zij wel en wij niet. Er zijn echter hier en daar wat vraagtekens te plaatsen bij die enorme groei. Jim Chanos, bekend van het ontmaskeren van de fraude bij Wirecard en Enron, heeft die. Hij stelt dat die AI-superchips een veel te lange afschrijvingstermijn hebben, waardoor de afschrijving te laag is en de winsten geflatteerd. Zo te horen heeft hij een punt, maar in het huidige beurssentiment weegt het AI-verhaal zwaarder dan de boekhouding. Aan de andere kant: een hedgefondsmanager als Chanos praat natuurlijk altijd vanuit zijn eigen positie. Misschien wordt het tijd om zelf die jaarverslagen eens te pakken en met eigen ogen het verhaal te lezen. Over de column van Corné van Zeijl Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.See omnystudio.com/listener for privacy information.
De S&P-index is een van de domste beleggers die je je maar kunt voorstellen, zegt The Motley Fool. Deze Amerikaanse internetsite voor beleggers deed een gedachte-experiment: stel, de graadmeter is de manager van een beleggingsfonds. In de afgelopen negentig jaar zaten er maar liefst 25.000 verschillende bedrijven in de S&P-index. Zou je hem als een manager zien, dan lijkt dat te getuigen van hyperactiviteit. En hyperactiviteit is inderdaad geen goede eigenschap voor een belegger. Daarbij heeft deze manager ook nog eens een dramatisch slechte timing: hij verkoopt de meeste aandelen op het dieptepunt. Wanneer een bedrijf vanwege slechte prestaties uit de index wordt gezet, is het koersverlies al geleden. Bedrijven die verwijderd worden, verslaan in de twaalf maanden daarna de nieuwelingen met maar liefst 22% in koers, zo blijkt uit The Disappearing Index Effect, een paper van Robin Greenwood en Marco Sammon. De aandelen die nieuw in de S&P 500 werden opgenomen, lieten in de honderd dagen daaraan voorafgaand een prachtige stijging van 16% zien. In die periode boekten de aandelen die werden verwijderd juist een verlies van 5%. Maar na de indexaanpassing was het beeld precies andersom. Een mooi voorbeeld is Tesla. Dat werd er eind 2020 in opgenomen, na een ver-12-voudiging van de koers. Maar sindsdien blijft het aandeel achter bij de brede S&P 500-index. Uit een kleine check blijkt dat ook in 2025 weer het geval. Zoals u wellicht wel weet is het in de praktijk niet makkelijk om de index te verslaan. Uit onderzoek van Javier Vidal-Garcia en Marta Vidal naar 21.000 actieve beleggingsfondsen in 35 landen tussen 1990 en 2025 blijkt inderdaad dat de gemiddelde fondsmanager bij de index achterblijft.Geen verrassing, maar het bijzondere is dat hierbij werd onderzocht waar die underperformance vandaan komt. Het blijkt dat de aandelenkeuzes een positieve bijdrage hebben geleverd. Dat is bemoedigend – aandelen uitkiezen kunnen die fondsen dus wel. Maar de timing van aan- en verkopen is dramatisch slecht. Zo slecht dat ze vijf keer meer verliezen als dat ze met hun stockpicking winnen. En dan komen daar nog eens hogere beheerskosten bovenop. Logisch, ze hebben immers flink wat mankracht nodig om die goede aandelen eruit te vissen. Daarom hebben actieve beleggingsfondsen het zo moeilijk. De les is helder: indexbeleggen wint niet door superioriteit in aandelenselectie, maar door het vermijden van slechte timing. Ja, indexfondsen zijn daar niet goed in, maar actieve managers zijn nog veel slechter. Warren Buffett zei al: ‘Time in the market beats timing the market.’ Dus een tip voor die actieve managers: probeer toch maar eens aan je timing te werken. Over de column van Corné van Zeijl Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.See omnystudio.com/listener for privacy information.
De Amerikaanse Federal Reserve hield vorige week de rente onveranderd. Tijdens de beleidsvergadering waren Michelle Bowman en Christopher Waller het er niet mee eens. Het was de eerste keer sinds 1993 dat twee leden van het beleidscomité iets anders wilden. Deze dissidentie heeft weinig met monetair beleid te maken, het is meer om in een goed blaadje te komen bij president Donald Trump om de opvolger van Jerome Powell te worden. Een toneelstukje, maar het geeft gelijk aan wat het risico is. De financiële markten willen geen marionettenpop als Fed-voorzitter. In de komende maanden wordt duidelijk wie Powell gaat vervangen, en dan is het aan de markt om daar een oordeel over te vellen. Het recente ontslag van het hoofd van het statistiekbureau gaf al een duidelijk signaal: als de cijfers je niet aanstaan, geef je de boodschapper de schuld. Iets wat bijvoorbeeld de Turkse president Recep Tayyip Erdogan in 2022 ook deed. De VS gaan snel de kant van Turkije op. Leuk, al dat gedoe over de onafhankelijkheid van de Fed, maar wat betekent het voor beleggers? Stel, we krijgen straks een Fed die naar de pijpen van Trump danst – die zal dan de rente meer gaan verlagen dan nodig is. En als de Amerikaanse rente daalt, dan wordt de dollar minder aantrekkelijk. Met een los monetair beleid groeit het risico dat de inflatie op lange termijn uit de hand loopt. Zeg maar een herhaling van de jaren zeventig. De kans is groot dat beleggers daarvoor een risicopremie willen ontvangen. En dat betekent juist weer een hogere obligatierente. Al zitten er, terwijl het op lange termijn slecht mag zijn, op korte termijn ook positieve kanten aan een slap monetair beleid. Immers, hoe lager de rente, hoe eerder beleggers overstappen naar aandelen. En voor de staatskas is het ook prettig. De Amerikaanse overheid heeft erg veel kortlopende obligaties uitstaan. Hoe lager de Fed-rente, hoe minder rente de overheid op nieuw uit te geven treasury bills hoeft te betalen. Maar de andere kant van de medaille is dat dit eveneens risico’s met zich meebrengt: mocht de rente om wat voor reden dan ook toch weer stijgen, dan vliegen de rentelasten direct uit de bocht. Over tien maanden is Powell voorzitter af. Maar zijn termijn als Fed-lid loopt nog tot januari 2028 door. Normaal gesproken verlaat de ex-voorzitter de Federal Reserve, maar dit zijn geen normale tijden. De kans bestaat dat hij gewoon blijft zitten, hoewel ik die niet zo groot inschat. We zullen in elk geval nog met weemoed terugdenken aan deze standvastige voorzitter met ruggengraat, want die hebben zijn twee potentiële opvolgers in ieder geval niet. Ik denk dat Trump Powell nog het meest zal missen. Nu kan hij hem nog de schuld geven van alles wat fout gaat, straks niet meer. Over de column van Corné van Zeijl Corné van Zeijl is analist en strateeg bij Cardano en belegt ook privé. Reageer via c.zeijl@cardano.com. Deze column kun je ook iedere donderdag lezen in het FD.See omnystudio.com/listener for privacy information.
loading
Comments 
loading