Sandra (Isa Hoes) is een 57-jarige psychotherapeut, alleenstaande moeder van Stijn (Jesse Mensah), dochter van door de tweede wereldoorlog getraumatiseerde ouders. Ze heeft haar ouders niet meer gezien sinds ze op haar 15de uit huis is geplaatst. Maar als haar vader midden in de corona-periode overlijdt, doet ze een ontdekking waardoor ze besluit nog één keer contact op te nemen met haar moeder An (Nettie Blanken), in de hoop met haar in gesprek te kunnen gaan over haar verborgen Joodse identiteit.
Sandra spreekt na 42 jaar voor het eerst sinds haar jeugd af met haar moeder An. Ze wil antwoorden op haar vele vragen maar als psychotherapeut wil ze ook rekening houden met haar moeders trauma. An speelt alleen maar mooi weer.
Sandra vraagt zich af of An haar belofte om opener te zijn, zal nakomen. Ze wil met An bespreken hoe het was om als Joods kind ondergedoken te zitten bij een predikantenechtpaar waarin geen ruimte kon zijn voor wie ze was.
De pijnlijke herinneringen dwingen Sandra de confrontatie aan te gaan over haar ontwrichte jeugd. Maar An herinnert het zich allemaal niet meer en kan weinig met het verdriet van haar dochter. Ze vlucht andermaal weg.
Sandra verwacht niks meer van An en richt zich op haar eigen onderzoek. Ze duikt de archieven in op zoek naar het verleden van An, maar ze vraagt zich ook af wat het betekent om Joods te zijn. Door dit alles begint het ook bij An te borrelen.
Sandra voelt zich steeds meer thuis bij het Joods zijn en is blij dat ze eindelijk An’s broer Simon kan ontmoeten. Ze gaat vervolgens samen met haar zoon Stijn naar de plekken uit An’s jeugd. Helaas zonder An.