“Je moet eigenlijk vanuit de familie denken, niet vanuit jou, maar wat is goed voor de familie.”Deze Podcast wordt mogelijk gemaakt door dakzaken.nlVoor meer informatie ga naar Amsterdam-LawyersIn deze aflevering van Podcast Pensionado gaat Patrick Oudijk in gesprek met Jan Jaap Geuzebroek, fiscalist en adviseur die zich specialiseert in het structureren van vermogen via zogenoemde ‘speciale BV’s’ — zoals spaar‑BV’s, bitcoin‑BV’s en (klein)kind‑BV’s. Het gesprek draait om een vraag die bij veel (aanstaande) pensionado’s leeft: waarom voelt het alsof vermogen elk jaar zwaarder wordt belast, en waarom lijkt het alsof er bij overlijden nóg een flinke afroming volgt?
Jan Jaap positioneert die onrust in een herkenbare werkelijkheid. Veel mensen uit de babyboomgeneratie hebben vermogen opgebouwd via hun huis, spaargeld en beleggingen. De woning is door de jaren heen vaak fors in waarde gestegen, waardoor er overwaarde is ontstaan. Tegelijkertijd hebben sommigen extra vermogen in aandelen, verhuurd vastgoed of crypto, zoals bitcoin. Volgens Jan Jaap is juist die ‘mix’ van vermogen in box 3 de plek waar de pijn zichtbaar wordt: een jaarlijkse heffing die, in de beleving van veel mensen, steeds zwaarder drukt op het totaalvermogen.
Vanuit die achtergrond schetst hij het kernverschil tussen twee routes. De eerste route is het vermogen in box 3 laten, met een jaarlijkse belastingdruk die niet alleen als hoog wordt ervaren, maar ook als lastig voorspelbaar. De tweede route is het vermogen structureren via een BV. In zijn uitleg zit het grootste voordeel van een BV niet in ‘magie’, maar in timing: heffing verschuift naar het moment waarop winst daadwerkelijk wordt gerealiseerd (bijvoorbeeld bij verkoop of uitkering), in plaats van elk jaar automatisch. Hij vat dit samen als ‘belastinguitstel’ — volgens hem de kern waar de winst in zit.
Om het concreet te maken, loopt Jan Jaap met Patrick door een voorbeeldberekening. Bij een vermogen van €500.000 (met fiscaal partner) benoemt hij een gezamenlijke vrijstelling en rekent hij vervolgens met een belaste grondslag van €400.000. Voor niet‑spaargeld (zoals aandelen, vastgoedbeleggingen of bitcoin) noemt hij een verondersteld rendement van 7,78% dat tegen 36% wordt belast. In zijn duiding leidt dat tot een effectieve last van circa 2,8% op het vermogen boven de vrijstelling — ongeveer €12.000 per jaar, ofwel ongeveer €1.000 per maand. Zijn punt is niet alleen het bedrag, maar vooral het repetitieve karakter: elk jaar opnieuw.
Bitcoin gebruikt hij als voorbeeld om te laten zien hoe die jaarlijkse heffing gedrag kan beïnvloeden. Als je belasting moet betalen over een vermogen dat (deels) in bitcoin zit, kun je worden gedwongen periodiek bitcoin te verkopen om de heffing te voldoen. Daardoor houd je volgens hem niet alleen minder bitcoin over, maar mis je ook eventuele toekomstige stijging op het deel dat je hebt verkocht. Hij illustreert dat met de gedachte dat iemand die met 3 bitcoin begint, na een periode van jaren door herhaalde verkoop voor belastingbetaling ‘nog geen 2 bitcoin’ zou kunnen overhouden, waardoor de vermogensopbouw structureel wordt afgeremd.
Daartegenover zet hij de BV‑logica, waarbij bitcoin eerst wordt ingebracht in de BV. Dat gebeurt — in zijn woorden — via een kapitaalstorting (agio), die hij in het gesprek vergelijkt met ‘statiegeld’: een ingebracht bedrag dat als het ware in de BV ‘staat’ en later (onder voorwaarden) kan worden terugbetaald. Zodra de BV bitcoin verkoopt, ontstaat er winst ten opzichte van de historische inbrengwaarde, en daarover betaalt de BV vennootschapsbelasting. Daarna kan, in zijn beschrijving, agio worden terugbetaald aan de aandeelhouder zonder dividendbelasting over die terugbetaling. In het gesprek geeft hij een illustratie waarin 0,05 bitcoin wordt verkocht om circa €50.000 liquide middelen te maken; de winst in de BV wordt dan belast met vennootschapsbelasting (hij noemt een orde van grootte rond 19–20%).
Op een cruciaal punt zet Jan Jaap een duidelijke waarschuwing neer: een BV op naam van de ouders is geen automatische oplossing voor erfbelasting. Als de ouders aandeelhouder blijven, dan valt de waarde van de BV‑aandelen nog steeds in de nalatenschap. Daarom komt hij terug op de ‘kind‑BV’ of familie‑BV: een structuur waarin de kinderen aandeelhouder zijn, zodat toekomstige waardegroei bij de volgende generatie terechtkomt en daarmee (in zijn benadering) buiten de nalatenschap van de ouders kan blijven.
Tegelijk erkent hij het spanningsveld dat veel ouders ervaren: je wilt vermogen overdragen, maar je wilt ook regie houden en voorkomen dat het vermogen te vroeg ‘wegloopt’. Zijn antwoord is een aandelenstructuur met een scheiding tussen economische rechten en zeggenschap. De kinderen kunnen economische aandelen houden (recht op waarde en winst), terwijl de ouders zeggenschapsaandelen houden die geen winstrecht geven, maar wel de stem en benoemingsmacht. Daarmee kunnen ouders bestuurder blijven en het beleid bepalen, terwijl de economische groei bij de kinderen ligt.
Naast crypto komt vastgoed aan bod. Jan Jaap maakt onderscheid tussen de eigen woning (box 1) en verhuurd of tweede‑woning‑vastgoed (box 3). De eigen woning noemt hij relatief ‘comfortabel’ in fiscale zin: daar zit volgens hem niet de box‑3‑druk. Voor overwaarde in de eigen woning bespreekt hij een meerjarige route via papieren schenkingen. In een voorbeeld met €600.000 overwaarde en drie kinderen noemt hij een aanpak over tien jaar, met jaarlijkse schenkingen op papier per kind. Daarbij benoemt hij schenkbelasting (na vrijstelling) en de verplichting om rente te vergoeden over de schuldig erkende schenkingen. Bij overlijden kan die schuld worden verrekend, waardoor de nalatenschap kleiner is.
Voor verhuurd vastgoed schetst hij een ingrijpender route: verkoop van het pand aan een BV van de kinderen. Hij benoemt dat overdrachtsbelasting daarbij een serieuze kostenpost kan zijn (hij noemt 8% en illustreert dat met €40.000 bij een pand van €500.000). Toch beschrijft hij het als een manier om de toekomstige waardegroei ‘structureel’ bij de kinderen te laten landen. De ouders houden in dat scenario een vordering op de BV (de koopprijs te goed), die in termijnen uit huurinkomsten kan worden afgelost. Zijn kernformule in het gesprek is: ‘bij de ouders de euro’s, bij de kinderen de assets’.
In de afronding benadrukt Jan Jaap dat een BV nooit een doel op zich is. Het is een instrument om timing en eigendom bewuster te organiseren: belastingdruk over de tijd beïnvloeden, liquiditeit plannen, en de groei van vermogen — mits goed ingericht — naar de volgende generatie laten verschuiven. Daarbij noemt hij het belang van een concreet ‘BV‑plan’ met familiegesprek, notaris en (waar nodig) boekhouder, zodat rollen, rechten en verwachtingen helder zijn vastgelegd.
Tot slot: dit gesprek is slechts informatief en educatief, het is geen financieel, fiscaal of juridisch advies. Fijn dat je luistert naar PensionadoEmail: patrickoudijk@me.com