Claim Ownership

Author:

Subscribed: 0Played: 0
Share

Description

 Episodes
Reverse
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast deze maand is architect Jan Peter Wingender, medeoprichter van Office Winhov. In de podcast vertelt Jan Peter over het ontstaan van Office Winhov en de positie van het bureau binnen de Nederlandse architectuur. Hij legt uit hoe de focus van het bureau ligt bij het werken aan en intensiveren van de bestaande stad. Jan Peter vertelt over zijn visie op verdichting en hoogbouw: over het Duitstalige idee ‘Hochhaus’: woontorens als ‘hoge huizen’ in de stad, waarbij proportie, maat en schaal, en de stedelijke horizon een belangrijke rol spelen. En we spreken over de vraag hoe je prefabricage en rationaliteit combineert met architectonische kwaliteit. Jan Peter licht dit toe aan de hand van de woontorens die het bureau recent heeft ontworpen en gebouwd, in onder meer Amsterdam, Zürich en Eindhoven, waarin dragende betonnen prefabgevels zijn toegepast. Hij gaat hierbij uitgebreid in op de visie van Office Winhov op bouwbaarheid en repetitie in hoogbouw.Een goed hoog gebouw? Dat staat wat Jan Peter betreft met zijn voeten in de straat, en het dient de stad.  Luisteren dus!Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture) Productie & Techniek: Lieven Heeremans Muziek: Job Roggeveen Reacties: hoogbouw@more-architecture.com
Een gesprek met architect Michiel Hofman (HofmanDujardin) over zijn ontwerpbenadering en over het interieurontwerp voor het nieuwe hoofdkantoor van Booking.com op Oosterdokseiland, het ontwerp voor de vernieuwing van Rembrandt Park One aan het Rembrandtpark, en het ontwerp voor het kantoor-als-resort van King Gaming op Isle of Man. Het gesprek gaat vooral over het ontwerp van de werkomgeving; Hofman heeft verschillende ideeën over hoe die er in de toekomst uit zal komen te zien.In het hoofdkantoor van Booking.com word je vanaf de entree omhoog geleid naar de tweede verdieping, waar het grote en kleine atrium zich voor je ontvouwen, en er een groot ontvangstgebied is ingericht. De hoekige en benige architectuur van UNStudio is hier op z’n sterkst en daar had een interieur bij ontworpen kunnen worden dat zich daar ondergeschikt aan zou maken. Zo niet bij Booking.com, waar Linehouse een even stevig interieurontwerp ertegenover heeft gezet met opvallende ronde barretjes waar eten en drinken besteld kan worden.Het heeft wel iets van een festivalterrein, analyseert architect Michiel Hofman die met zijn team optrad als hoofd interieurarchitect van het hoofdkantoor van Booking.com en een serie interieurarchitecten, waaronder Linehouse, begeleidde. In het ontvangstgebied werkt die stevige interieurarchitect juist goed tegenover die stevige architectuur, vindt Hofman: daarmee ontstaat er een balans.Dat vinden van de juiste balans is iets dat Hofman tijdens het gesprek, in verschillende bewoordingen, steeds opnieuw benoemt. Met zijn bureau, dat hij samen met zijn vrouw Barbara Dujardin runt, heeft hij een masterplan opgesteld voor het interieur van het hoofdkantoor van Booking.com. Binnen dat grotere plan nodigden ze verschillende andere ontwerpers uit om onderdelen in te vullen. Zo ontwierp i29 het grootste restaurant, ontwierp Studio Modijefsky een kleiner restaurant en de fitnessruimte, ontwierp CBRE kleinere ontvangstruimtes en de boardroom, en ontwierp UNStudio het auditorium. Zelf ontwierp HofmanDujardin het gros van de andere ruimtes, zoals de werkvloeren, maar ook de breakout spaces. Dit zijn combinaties van koffiepunten met overlegruimtes en hoge en lage zitjes.Met de coronacrisis heeft het hybride werken een grote vlucht genomen. Om mensen naar kantoor te trekken, moet het een aantrekkelijker omgeving worden, ziet Hofman. Daarbij zal het kantoor in de meeste gevallen niet versmald worden tot vooral ontmoetingsplek, verwacht hij. Het kantoor moet naar zijn idee veel meer blijven bieden dan dat alleen.Binnen het werk van zijn bureau ontdekte hij naar verloop van tijd een verbindend concept dat ze Shaping Intuition genoemd heeft. Daarbij gaat het eerste deel, shaping, over de vormgeving van de ruimtes, en gaat het tweede deel, intuition, over hoe die ruimtes beleefd worden. Binnen die beleving spelen in zijn visie vier elementen: connection, spaciousness, groundedness en expression. De verbinding, tussen ruimtes en tussen mensen, de connection, is maar één van de vier aspecten van een goed kantoor, legt hij in de podcast uit. Het is net zo belangrijk dat het kantoor ruimtelijk is, dat er voldoende privacy is, en dat het door kleur, textuur en kunst een inspirerende plek is. In ieder ontwerp zoekt hij naar de juiste balans tussen die vier aspecten die de beleving van ruimtes bepalen (intuition) en koppelt hij die aan de vier aspecten waar het in de vormgeving van de ruimtes om draait (shaping).Deze podcast wordt mede mogelijk gemaakt door AGC.
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast deze maand is architect Evert Kolpa, mede-oprichter van Van Bergen Kolpa Architecten. Evert vertelt over zijn jeugd in het Westland, waar zijn fascinatie voor voedselproductie is ontstaan. Hij beschrijft de start van zijn bureau, en hun focus op wonen en voedsel – twee primaire levensbehoeften. Evert beschrijft zijn visie op de ontwikkeling van de stad Rotterdam en het belang van het behoud van gezinnen in de stad. De door Van Bergen Kolpa ontworpen toren ‘de Maasbode’, die in aanbouw is in het gebied Cool in Rotterdam, is een voorbeeld van het combineren van gezinswoningen met hoogbouw. Evert legt uit hoe de typologie van deze toren in elkaar zit. Ook gaat hij in op de vraag hoe de ontwikkelaar van de toren aankijkt tegen de efficiëntie van deze innovatieve typologie.Tenslotte gaan we in op de kans voor voedselproductie in hoogbouw. Van Bergen Kolpa maakt onderdeel uit van een onderzoek consortium dat de kansen voor gestapelde voedselproductie onderzoekt. Luisteren dus!
Van Egmond, architecten ontwerpt zowel traditioneel vormgegeven woongebouwen, hotels en villa’s als eigentijds vormgegeven sportgebouwen, sociale woningbouw en villa’s, al dan niet met een volledig houten constructie. Het doel is om tijdloze en duurzame gebouwen te realiseren, leggen de partners van het bureau in de podcast uit, en zij zien meerdere manieren om dat doel te bereiken. In Leiden wordt momenteel een hybride stadsblok naar ontwerp van het bureau afgerond.Britta van Egmond is opgeleid aan de AA in Londen terwijl haar broer Diederik van Egmond opgeleid is aan de TU Delft. Na hun studie gingen beiden, tegen hun eigen verwachting in, snel aan de slag binnen het bureau van hun vader, dat ze later samen overnamen. Het familiebedrijf heette lange tijd Van Egmond Totaal Architectuur, omdat het op alle schaalniveaus werkt, van stedenbouw tot interieur, maar projecten ook bouwkundig helemaal uitwerkt. Onlangs is het bureau hernoemd tot Van Egmond, architecten met een komma dus tussen ‘Van Egmond’ en ‘architecten’, een knipoog naar dat ze beide Van Egmond heten maar dus ook architecten zijn.In de podcast leggen Diederik en Britta uit dat ze het ontzettend belangrijk vinden dat de buurten, gebouwen en interieurs die ze ontwerpen er heel fraai uitzien, maar dat het allerbelangrijkste toch is dat er collectieve en publieke ruimtes zijn waar je elkaar als buren kunt ontmoeten, waar je anderen tegenkomt, en dat je binnen je eigen woning goede ruimtes hebt voor de familie en om vrienden te kunnen ontvangen. Want om die ontmoetingen en dat samenzijn gaat het uiteindelijk toch in het leven, benadrukken ze.Britta en Diederik noemen dat ‘sociale luxe’ en illustreren bij verschillende projecten hoe dat vorm krijgt. Bij het hybride stadsblok De Ananas in Leiden, naast station Leiden Lammenschans, zijn er ruime en dubbelhoge entreehallen waar buren even een praatje met elkaar kunnen maken, zijn de galerijen binnenin het blok plaatselijk voorzien van kleine balkons die uitnodigen om ook daar even een praatje met elkaar te maken en is de binnentuin zelf, die bovenop een dubbellaagse parkeergarage ligt, sterk vergroend en voorzien van allerlei bankjes en zitjes, maar bijvoorbeeld ook van een jeu de boules-baan. Vol aanleidingen dus om met elkaar in gesprek te gaan.Bij individuele woningen – of het nou gaat om villa’s of interieurs – is de opgave meer hoe de woning zich tot de straat verhoudt, maar ook tot de eigen tuin, en hoe binnen de woningen fijne ruimtes zijn om vrienden te ontvangen. Zeker bij grotere woningen is het daarbij ook de uitdaging om ervoor te zorgen dat iedereen in de woning nog met elkaar in contact staat en er fijne plekken zijn, bijvoorbeeld in de leefkeuken, waar je bij elkaar komt.Bij de uitbreiding van Hotels van Oranje in Noordwijk met appartementen hebben de architecten erop ingezet om de lobby van het hotel en de woningen gedeeld te maken, zodat er altijd reuring is, en bewoners en gasten elkaar tegenkomen. Van Egmond, architecten ontwerpt ook de inrichting van die lobby, maar dat begint toch bij de hoogte van die ruimte, benadrukt Diederik: bij een grote ruimte moet de hoogte ook echt rianter zijn.Afgelopen jaren is Britta van Egmond ook te zien geweest in het RTL4-programma De Perfecte Verbouwing. In de podcast vertelt ze dat ze het ook als een kans ziet om aan een breed publiek de meerwaarde van architectuur te laten zien en aan jonge vrouwen te tonen dat een beroep als architect tot de mogelijkheden behoort. Sinds ze op televisie figureert wordt ze ook vaker gevraagd om op bijeenkomsten te vertellen over de meerwaarde van een architect.
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast deze maand is Simone Tax, stedenbouwkundige bij de gemeente Rotterdam.  Simone is opgeleid als stedenbouwkundige aan de TU Eindhoven met als specialisatie stedenbouwfysica; een crossover tussen stedenbouw en bouwfysica, met als diepere specialisatie wind. In haar werk als stedenbouwkundige bij de gemeente Rotterdam werkt ze aan de planvorming van de Rijnhaven. Daarbij heeft ze met Emiel Arends, die eerder te gast was in de podcast, ook gewerkt aan de Handleiding Windhinder & Windgevaar. In de podcast spreekt Simone over haar fascinatie met dit onderwerp, de noodzaak om zeer vroeg in het proces na te denken over wind, het verschil tussen een windtunnel en CFD, en de NEN 8100. Maar we hebben het ook over wat nu een aangenaam windklimaat is in de stad, welke veranderingen je kan doen op gebouwniveau om het windklimaat te verbeteren, en hoe je wind kan inzetten voor het verbeteren van luchtkwaliteit. Luisteren dus!Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture) Productie & Techniek: Lieven Heeremans Muziek: Job Roggeveen Reacties: hoogbouw@more-architecture.com
Een gesprek met architecten Gijs Baks en Joost Baks van Space Encounters over het publieke in de architectuur en hoe zij daar in hun ontwerpen op verschillende manieren vorm aan geven. Tussendoor komt ook ter sprake hoe het is om als broers zo nauw samen te werken.Een belangrijk thema in het werk van Space Encounters is het vormgeven aan de publieke dimensie van architectuur. Het gaat daarbij om het ontwerp van de overgang tussen privé en publiek, maar ook over het ontwerp van publieke en semi-publieke ruimtes binnen gebouwen.In de nieuwe buurt Wisselspoor in Utrecht heeft het bureau op verschillende plekken de overgang tussen privé en publiek ook anders vormgegeven. Er zijn eengezinswoningen met concave gevels die de publieke ruimte voor de woningen als het ware omarmen, er zijn appartementen die via spiegels in de negges van de ramen ook in de lengte van de straat kijken, er zijn appartementengebouwen die wat terug liggen van de straat om zo ruimte te maken voor klimop, die over frames groeit, en als intermediair zal gaan functioneren.Oostenburg in Amsterdam is net zo’n autoluwe wijk als Wisselspoor. Bij de woongebouwen die Space Encounters daar heeft ontworpen liggen er ook woningen op de begane grond. Ook hier is de overgang tussen privé en publiek weer zorgvuldig ontworpen, in dit geval met woningbrede trapjes. Voor de bewoners is dat straks een heerlijke plek om buiten te zitten.Tussen de twee woongebouwen op Oostenburg hebben Joost en Gijs Baks als het ware een heel smal pandje ontworpen van waaruit beide gebouwen ontsloten worden. Op de begane grond kom je hier binnen, op de verdiepingen vormt dit pandje brede corridors. Op beide koppen eindigen deze corridors in trappenhuizen die uitkragen over de straat. Deze trappen zijn omwikkeld door stalen netten en meer ook niet. Door het ontbreken van spiegelend glas of andere omhulling is er een directe zichtrelatie met de straat. De publieke straat loopt hier als het ware als een semi-publieke straat omhoog. Bij The Doors op Buiksloterham heeft iedere twee voordeuren gekregen. Die extra deur kan ingezet worden om een praktijk aan huis te hebben en die praktijk te scheiden van de eigen woonruimte. Met al die praktijken aan huis, dat kunnen er hier twaalf zijn, heeft dit gebouw een veel publieker karakter dan een regulier woongbouw. Dit betekende dat normale halletjes op de verdiepingen niet voldoende waren. Space Encounters heeft daarom voorgesteld die halletjes een stuk groter te maken en die halletjes verticaal met elkaar te verbinden met een wenteltrap die meteen ook de tweede vluchtweg vormt. De entreehal beneden is daarbij nog extra ruim gemaakt en voorzien van groen.Ieder gebouw heeft een publieke dimensie, stellen architecten Gijs en Joost Baks. Bij villa’s ziet dat er anders uit dan bij stedelijke woongebouwen, en bij werkomgevingen ziet dat er weer anders uit, net als bij publiekere gebouwen. Op dit moment werkt Space Encounters aan verschillende van die publiekere gebouwen en de grootste daarvan ligt op Industriepark Kleefse Waard in Arnhem. Op dit bedrijventerrein zijn allerlei bedrijven uit de cleantech gevestigd, net als een hogeschool, en andere creatieve bedrijven. Het voormalige KB Gebouw op dit terrein is 17.000 vierkante meter groot en bestaat voor het grootste deel uit een tien meter hoge industriële hal. Naar ontwerp van Space Encounters wordt deze hal nu getransformeerd tot een gebouw dat gedeeld gaat worden door bedrijven in de cleantech en de hogeschool. De grote hal wordt daarbij doorsneden door overdekte en niet-overdekte straten; centraal wordt een plein met tuin gemaakt waar de gedeelde voorzieningen aan komen te liggen, zoals de evenementenruimte, de vergaderruimtes en het restaurant.Bij de oprichting bijna tien jaar geleden had Space Encounters vier partners: Gijs Baks, Remi Versteeg, Joost Baks en Stijn de Weerd. Enkele jaren geleden zijn Remi Versteeg en Stijn de Weerd hun eigen weg ingesla
Een bijna volledig houten woongebouw waarin dertig procent van de woonruimte gemeenschappelijk is. Voor wooncoöperatie De Warren op Centrumeiland op IJburg heeft Natrufied Architecture een uiterst duurzaam en zeer collectief woongebouw ontworpen. In gesprek met architect Boris Zeisser van Natrufied Architecture over het gebouwontwerp.De hoeveelheid bos in Zweden is in de afgelopen eeuw toegenomen. Dat komt mede doordat er een verdienmodel onder ligt, vertelt Zeisser. De particuliere eigenaren van deze bossen kappen ieder jaar een klein deel van de bomen om dat als hout te verkopen. Ondertussen profiteert de natuur van al dat bos. Zeisser stelt: hoe meer we met hout bouwen, hoe meer er ook zal zijn en blijven.Voor Natrufied Architecture, dat hij samen met architect Anja Verdonk leidt, is de uitdaging momenteel om ook alle materialen rond de houten constructie biobased te maken. Als het om kelders, funderingen en geluidswerende massa gaat liggen daar nog stevige uitdagingen. Het lukt al wel vaak om de gevelisolatie biobased te maken, net als de afwerking van vloeren en gevels. Met een aantal boeren onderzoekt Natrufied Architecture momenteel of er nieuwe biobased materialen te vinden zijn die zonder al te veel bewerkingen als gevelmateriaal toegepast kunnen worden.Dan het woongebouw dat Natrufied Architecture voor De Warren ontworpen heeft. Dat woongebouw heeft een grotendeels houten draagconstructie bestaande uit glulam balken en kolommen, en wanden uit CLT richting de gangen en gemeenschappelijke ruimtes. De wanden tussen de verschillende woningen zijn juist niet uitgevoerd in massief hout om de grootte van de woningen in de toekomst nog te kunnen aanpassen.De gevel van De Warren is bekleed met hergebruikte houten beschoeiing en houten meerpalen uit de waterbouw. Keihard hout. Tussen en over die palen groeien klimplanten. Dat doen die planten vanuit plantenbakken die in de gevel opgenomen zijn en die automatisch geïrrigeerd worden. De gevels van het gebouw zijn nu nog kaal. Maar aan het eind van de zomer zal het er al heel anders uitzien, voorspelt Zeisser.De Warren is gebouwd in opdracht van een wooncoöperatie met dezelfde naam. Deze wooncoöperatie, die hier de juridische vorm van een vereniging heeft, blijft eigenaar van het gebouw en heeft als doelstelling om tot in lengte van jaren woningen aan te bieden tegen betaalbare huren.Omdat de bewoners geen eigenaar zijn van alleen hun eigen woningen, maar juist onderdeel zijn van een groter geheel, kan juist bij wooncoöperaties het eigen domein genuanceerd worden ten gunste van het gemeenschappelijke domein. Bij De Warren hebben de bewoners ervoor gekozen dertig procent van hun woonruimte gemeenschappelijk te maken. Zo ontstond ruimte voor een grote gemeenschappelijke woonkamer, gezamenlijke keukens op de verschillende verdiepingen, een gezamenlijke plek om ‘vanuit huis’ te kunnen werken, een gezamenlijke wasruimte, een gezamenlijke speelruimte voor de kinderen, een gezamenlijke muziekstudio (doos-in-doos), een gezamenlijke daktuin, en zo nog meer. Iedereen heeft wat kleinere eigen woonruimtes, maar kan gebruikmaken van in totaal 800 vierkante meter gezamenlijke ruimte.In Amsterdam betalen wooncoöperaties een andere prijs voor de grond dan ontwikkelaars die voor de vrije sector bouwen, net als dat woningcorporaties ook een andere grondprijs betalen, legt Zeisser uit. Hoewel de grondprijs nog steeds fors was, bleek het hier mogelijk dit woongebouw te realiseren. Op Centrumeiland van IJburg heeft Natrufied Architecture zelfs nog een woongebouw ontworpen voor een wooncoöperatie: De Torteltuin. Waar het woongebouw voor De Warren begin dit jaar opgeleverd is, daar moet de bouw van De Torteltuin nog beginnen. Qua opzet lijkt De Torteltuin wel op De Warren, vertelt Zeisser. Ook bij dat project is dertig procent van de ruimte gemeenschappelijk.Deze podcast wordt mede mogelijk gemaakt door AGC.
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast deze maand is architect en stedenbouwkundige Paco Bunnik, supervisor van de Zuidas in Amsterdam.Paco is opgeleid als architect en stedenbouwkundige aan de TU Delft. In het interview gaat hij in op zijn eerste kennismaking met de Dienst Ruimtelijke Ordening (tegenwoordig: Ruimte & Duurzaamheid) van de gemeente Amsterdam tijdens zijn studietijd. Hij vertelt over het Amsterdam van eind jaren negentig, en het begin van het werken aan de stad. Paco heeft lang gewerkt als architect, waarna hij de overstap maakte naar stedenbouw. Hij vertelt over het belang van het publieke domein, en de Amsterdamse traditie van het werken aan de stad. Paco heeft veel gewerkt aan en rond de IJ-oevers, en vertelt over de ontwerpmethode die hij heeft ontwikkeld in de Buiksloterham in Amsterdam Noord.  Sinds anderhalf jaar is hij supervisor van het hoogbouwdistrict Zuidas. Paco vertelt over het ontstaan van het gebied, de rol van de Zuidas in de stad, de grote opgaven die er spelen en over de rol van de supervisor daarin. Ook gaat hij in op de overeenkomsten en verschillen tussen de Zuidas en andere zakendistricten in Europa, zoals La Defense en Canary Wharf.  Tenslotte legt Paco uit hoe hij zijn manier van werken vanuit de Buiksloterham ook toe kan passen op de Zuidas. Luisteren dus!De foto bij de podcast is gemaakt door Jan Vonk Fotografie.Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture) Productie & Techniek: Lieven Heeremans, Geert Vlieger Muziek: Job Roggeveen Reacties: hoogbouw@more-architecture.com
Naast Powerhouse Company en RED Company heeft Nanne de Ru twee jaar geleden ook Construction Company opgericht. Projecten die zelf ontwikkeld en ontworpen worden, kunnen zo ook zelf gebouwd worden. Het bedrijf is een soort bouwmanagementbureau, legt Nanne in de podcast uit, dat als een hoofdaannemer alles coördineert. Voor de feitelijke bouw wordt samengewerkt met bouwpartners.Geen ‘of gelijkwaardig’ meer, legt Nanne uit; wat in de ontwerpfase uitgedacht is, dat moet gewoon worden gebouwd. Dus geen ‘inkoopvoordeel’ meer voor onderaannemers. Want daar lijdt de kwaliteit van de projecten echt onder en levert in het bouwproces heel veel onrust op. Het werkt gewoon veel beter, en ook veel plezieriger, als gewoon gebouwd wordt wat getekend staat.Met RED Company en Powerhouse Company wil Nanne projecten graag ‘omhoog redeneren’, dus beter maken en dan ook wat hoger in de markt zetten. Dat werkt vanzelfsprekend ook door in de bouw van projecten. Met Construction Company wil hij met zijn team ook daar de kwaliteit omhoog trekken.In projecten fungeert Construction Company als hoofdaannemer. Er werken werkvoorbereiders en uitvoerders. Het is een klein team. De feitelijke bouw wordt gedaan door gespecialiseerde bouwbedrijven: Fundex voor de funderingen, Byldis voor de prefab betonnen constructie en gevel, enzovoorts. Vanwege de andere manier van samenwerken noemt Nanne dit geen ‘onderaannemers’ maar ‘bouwpartners’.In Duitsland, Engeland en de Verenigde Staten wordt al veel op deze manier gewerkt, legt hij ook uit. Daar wordt het vaak ‘contract management’ genoemd. Vanuit haar vestiging in München heeft Powerhouse Company in Duitsland en Zwitserland op die manier ook twee grote woningen gerealiseerd. In Nederland inspireerde de bouw van Floating Office Rotterdam, dat feitelijk door verschillende bouwpartners gerealiseerd is, tot de oprichting van Construction Company nu twee jaar geleden.Het eerste project dat Construction Company gerealiseerd heeft, is het kantoor- en laboratoriumgebouw van Johnson & Johnson in Leiden. Begin dit jaar is het gebouw opgeleverd. In de podcast vertelt Nanne hoe die bouw is verlopen. Het project is ontwikkeld door RED Company, ontworpen door Powerhouse Company en gebouwd door Construction Company.Een van de projecten waaraan Construction Company momenteel werkt is de Baan Tower. De bouw van deze 150 meter hoge toren start in mei van dit jaar. De Baan Tower is een zeer uitgesproken voorbeeld van wat Nanne met het omhoog redeneren van projecten voor ogen heeft. De woontoren krijgt een zwart marmeren gevel, elementen in de lobby van bladgoud, ramen in de appartementen van 2,3 bij 2,3 meter… bovenop de laagbouw komt een zwembad voor de bewoners, er komt een yoga en fitness studio, een sauna en spa, en een bibliotheek waar bewoners thuis maar niet vanuit huis kunnen werken… het zal logischerwijs geen goedkope plek zijn om te wonen, maar dan heb je ook wel wat!Het enige dat vervolgens nog ontbreekt is dat de zelf ontwikkelde, zelf ontworpen en zelf gebouwde projecten ook zelf in eigendom gehouden worden, sluit Nanne af. Dat is de cirkel rond, stelt Nanne. Ook wat dat betreft vormde Floating Office Rotterdam trouwens de pilot. Het drijvende gebouw – waarin Powerhouse Company. RED Company en Construction Company ook in gevestigd zijn – is voor een deel ook zelf in eigendom gehouden.
Als CEO van De Zwarte Hond focust Ellen Schindler zich op het verder ontwikkelen van de cultuur van het bureau. Daarbij richt ze zich intern bijvoorbeeld op het versterken van kennisdeling, talentontwikkeling en inclusiviteit. Extern kijkt ze naar hoe het bureau kan reageren op maatschappelijke opgaven en ontwikkelingen, en ondersteunt ze de internationalisering van het bureau. Naast vestigingen in Rotterdam en Groningen heeft het bureau ook een vestiging in Keulen.Een van de speerpunten van Ellen Schindler is het versterken van de inclusiviteit in de branche en dan met name het verhogen van de participatie van vrouwen. Bij De Zwarte Hond ziet ze dat in junior functies nog relatief veel vrouwen werkzaam zijn. Maar in medior en senior functies ziet ze dat percentage stapsgewijs afnemen. In de negenkoppige directie van het bureau is Schindler zelfs de enige vrouw. Ze werkt er hard aan om dat om te buigen.Door de coronacrisis is hybride werken in de architectenbranche veel gewoner geworden, ook bij De Zwarte Hond. Dat biedt echt veel kansen, denkt Schindler. Hetzelfde geldt voor het borgen van een goede balans tussen werk en privé. Ook daar wordt bij De Zwarte Hond goed naar gekeken. Iets wat ook helpt is om bij de werving van nieuwe medewerkers altijd vrouwen in de selectiecommissie op te nemen.Maar uiteindelijk is er ook een ketenverantwoordelijkheid, stelt Schindler. Dat begint bij de opleidingen; welke verwachting wordt daar geschapen van de branche? Daarnaast gaat het over wetgeving, zoals de lengte van het vaderschapsverlof. En uiteindelijk gaat het ook over de gesprekken aan de keukentafel waarin de zorg voor kinderen wordt verdeeld. Iedereen staat vrij haar of zijn keuze te maken, benadrukt Schindler, maar om de participatie van vrouwen te verhogen moeten we niet alleen naar de vrouwen kijken, maar ook naar de mannen ernaast en eromheen. Uiteindelijk is het iets dat we alleen met z’n allen kunnen veranderen.Het versterken van de inclusiviteit is één van de zaken waar Schindler zich op richt bij De Zwarte Hond. In de podcast vertelt ze ook over alle andere zaken waar ze op inzet, zoals talentontwikkeling (bijvoorbeeld met mentoren), kennisdeling (via wekelijkse ontwerpreviews en een rijk intranet) en kennisontwikkeling (via eigen onderzoeken en publicaties). Ook de branding en grafische vormgeving van het bureau komt ter sprake. Als onderdeel van haar missie om onze leefwereld op alle vlakken te verbeteren heeft Schindler het initiatief genomen om een graphic novel te maken rond verleden, heden en toekomst van Rotterdam. Dit boek, Metro 010, wordt de komende vijf jaar onder alle brugklassers in Rotterdam uitgedeeld. De kennis over de eigen stad wordt zo sterk vergroot. Schindler hoop dat vanuit de stad zo een grotere betrokkenheid gevoeld gaat worden bij de verdere ontwikkeling van de stad. Iedereen kan daar namelijk een bijdrage aan leveren, benadrukt ze; de dat is van iedereen.In de podcast vertelt Schindler waar het idee voor de graphic novel vandaan kwam en hoe ze dat met verschillende schrijvers en vooral ook veel tekenaars – allemaal uit Rotterdam – heeft uitgewerkt. Het boek is ook in de (online) boekhandel verkrijgbaar en is nu al toe aan een tweede druk.Deze podcast is mede mogelijk gemaakt door Reynaers Aluminium. Rond het 25-jarig jubileum van de Reynaers Projectprijs is een boek uitbracht. Onder de luisteraars van deze podcast worden tien exemplaren hiervan verloot. Wil je kans maken op één van die boeken? Stuur dan een mailtje naar marketing@reynaers.nl.
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast deze maand is architect Adam Smit, partner bij ZZDP Architecten.Het vertrekpunt van het gesprek met Adam is zijn opleiding en werkervaring in Londen. In 2003 kwam hij terug naar Nederland om te gaan werken bij ZZDP Architecten. We spreken over de geschiedenis van het bureau, wat ‘architect-ondernemer’ zijn betekent, en over de belangrijke plek die hoogbouw inneemt in de ontwikkeling van het bureau.Adam vertelt over zijn ervaring met transformaties, met name ook van hoge gebouwen. We spreken over de transformatie van het voormalige ABN AMRO-kantoor in het Erasmuspark in Amsterdam tot hotel met dynamische plint en over de transformatie van een kantoortoren tot woontoren in Rijswijk.De transformatie of vernieuwing van hoogbouw kan een belangrijke impuls betekenen voor een gebied. Een voorbeeld daarvan is de vernieuwing van de Dreeftoren in Amsterdam Zuidoost, op steenworp afstand van de Amsterdam Arena en station Bijlmer Arena. Naast deze straks iets dikkere kantoortoren verrijst de hoogste woontoren van Amsterdam. De kantoor- en woontoren worden met elkaar verbonden door een nieuw plintgebouw. Het nu nog behoorlijk desolate werkgebied wordt zo getransformeerd tot een levendig stedelijk gebied.Wat is een goed getransformeerd hoog gebouw? Volgens Adam is het simpel: het moet gewoon beter zijn dan de bestaande situatie. Luisteren dus!Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture) Productie & Techniek: Lieven Heeremans, Geert Vlieger Muziek: Job Roggeveen Reacties:  hoogbouw@more-architecture.comHet beeld bij de podcast toont het ontwerp van ZZDP Architecten voor de transformatie van de Winston Churchill Tower in Rijswijk. De impressie van de toren is gemaakt door Pixelpool.
De grote hoeveelheid CO2 die de bouw nu nog jaarlijks uitstoot, moet drastisch teruggedrongen worden. Binnen die opgave groeit de aandacht voor de materiaalgebonden CO2-uitstoot nu het energievraagstuk zeker bij nieuwbouw voor een groot deel opgelost is. Afgelopen jaar heeft LEVS architecten onderzoek gedaan naar die materiaalgebonden CO2-uitstoot en een werkmethode ontwikkeld om deze stapsgewijs te verminderen. Een van hun conclusies is dat met een MPG van 0,8 of zelfs 0,6 nog veel te veel CO2 wordt uitgestoten. Dat moet veel ambitieuzer.Als we alles gebouwd hebben dat momenteel door architectenbureaus getekend is, dan zijn we in Nederland waarschijnlijk door ons CO2-budget heen, waarschuwt Jurriaan van Stigt, architect en partner van LEVS architecten. Om de klimaatdoelen uit het Akkoord van Parijs te halen, zou ieder jaar de CO2-uitstoot moeten dalen. Omdat dit zeker in de bouw nog te weinig gebeurd, wordt daar nu eigenlijk beslag gelegd op toekomstige uitstoot.Als we de door het Rijk gewenste 900.000 woningen volgens MPG 0,8 zouden bouwen, dan wordt tweemaal zoveel CO2 uitgestoten dan volgens het Akkoord van Parijs is afgesproken. Het Dutch Green Building Council (DGBC) heeft berekent dat er voor de bouw als geheel nog een budget is van 78 Mton CO2 en dat er voor de woningbouw nog 18 Mton CO2 is. Worden al die 900.000 woningen echter volgens MPG 0,8 gebouwd, dan zou de uitstoot op 45 Mton uitkomen: meer dan het dubbele dus.Met een MPG van 0,8 of zelfs 0,6 denk je als architectenbureau al heel duurzaam te bouwen, vertelt Van Stigt, maar als je dat dan doorrekent naar CO2 / m2 BVO, dan blijkt die uitstoot nog tweemaal zo hoog als waar we volgens het DGBC op dit moment zouden moeten zitten. De MPG zou momenteel eigenlijk al op 0,4 of 0,3 moeten zitten, denkt Van Stigt, en dan ieder jaar lager moeten worden. Anders halen we de klimaatdoelen uit het Akkoord van Parijs simpelweg niet, anders gaat het ons niet lukken om de aarde niet meer dan 1,5 graad te laten opwarmen.Afgelopen jaar heeft LEVS architecten onderzoek gedaan naar de materiaalgebonden CO2-uitstoot, en heeft het bureau een werkmethode ontwikkeld om die CO2-uitstoot inzichtelijk te maken en daar vervolgens op te kunnen sturen. Die werkmethode ziet er zo uit:BIM-model opbouwen in zes lagen (volgens S-model van Stewart Brand);CO2-uitstoot per materiaal uit Nationale Milieudatabase halen en aanvullen met losse Environmental Product Declarations (EPD’s);Volgens Paris Proof rekenmodel van DGBC uitrekenen van de CO2 / m2 BVO;Uiteindelijk is het gewoon een rekensom. Zoveel materiaal maal zoveel CO2-uitstoot gedeeld door het aantal vierkante meters BVO. Geen duurzaamheidscertificaat dat het gebouw als Excellent of Outstanding betiteld, maar een getal dat gerelateerd kan worden aan het Akoord van Parijs. Volgens het DGBC zouden nu opgeleverde gebouwen op 220 kg CO2 / m2 BVO moeten zitten. Toen LEVS architecten een aantal eigen projecten doorrekende, waren de resultaten wel even schrikken, vertelt Van Stigt. De projecten hadden een MPG van 0,8 of 0,6, maar leverden tweemaal zoveel CO2-uitstoot op als op dit moment zou moeten.Volgens DGBC zouden gebouwen die in 2030 opgeleverd worden op 139 kg CO2 / m2 BVO moeten zitten en in 2050 uiteindelijk op 50 kg CO2 / m2 BVO. Omdat het jaren duurt voordat voordat projecten gerealiseerd worden, zouden overheden, opdrachtgevers, architecten en bouwers nu al met die veel lagere CO2-uitstoot moeten rekenen, stelt Van Stigt. We moeten weer echt de toekomst in gaan kijken.Deze podcast wordt mede mogelijk gemaakt door AGC.
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast van deze maand is architect Marjolein van Eig, oprichter van Bureau Van Eig. Het gesprek met Marjolein gaat over haar benadering van architectuur, haar boek Het Detail, het belang van goede collectieve ruimtes in woongebouwen en over de noodzaak van het hergebruik van gebouwen. Maar we praten vooral over het welstandsbeleid rondom hoogbouw in Rotterdam. Wat komt Marjolein als lid van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit tegen in de beoordeling van hoge gebouwen? Wat zijn de specifieke uitdagingen bij het ontwerpen van hoogbouw? En hoe zet ze al haar kennis en ervaring in bij haar eerste hoogbouwproject in Amsterdam Noord? Luisteren dus!Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture) Productie & Techniek: Lieven Heeremans, Geert Vlieger Muziek: Job Roggeveen Reacties: hoogbouw@more-architecture.com
In de Verenigde Staten zijn naar ontwerp van Concrete ondertussen vijf projecten gerealiseerd met woonconcept Urby. Meer projecten zitten in de pijplijn. Kern van het woonconcept is dat bewoners een kleinere woningen krijgen in ruil voor meer gemeenschappelijke voorzieningen zoals een koffiebar, een fitnessruimte en een bibliotheek waar ‘thuis maar niet vanuit huis’ gewerkt kan worden.De woningen bij Urby zijn voor Amerikaanse begrippen wat kleiner, maar wel heel functioneel, legt architect Erikjan Vermeulen van Concrete in de podcast uit. Zo zijn de woningen al voorzien van inbouwkasten, van vloer tot plafond, zit er al een keuken in, is de verlichting al opgenomen in het plafond, hangen de gordijnen al… je hoeft eigenlijk alleen een bed en een stoel mee te nemen, geeft hij aan, en met de grote ramen zijn het gewoon heel ruimtelijke woningen.Bij Urby gaat het meestal om ensembles van woongebouwen. Ieder ensemble ligt in een andere stedelijke setting en reageert daar in zijn architectonische uitwerking op. Op Staten Island en in Harrison en Stamford zijn de woongebouwen tot vijf lagen hoog. In Dallas en Jersey City gaan de woongebouwen echt de hoogte in, tot bijna zeventig lagen.Hoewel de projecten uiterlijk sterk verschillen, zijn de woningen erbinnen grofweg hetzelfde. In ieder project worden die woningen, hun inrichting en afwerking, verder verfijnd. Dat is een iteratief proces, legt Vermeulen uit. Hetzelfde geldt voor de gemeenschappelijke voorzieningen bij de woningen. Ook deze worden steeds op een vergelijkbare manier georganiseerd en ingericht. En ook dat wordt steeds verder verfijnd.Een voorbeeld van zo’n verfijning. In de eerste projecten van Urby kom je via de koffiebar binnen. Wel zo gezellig. Maar over de projecten ontdekte Concrete dat je op sommige dagen ook naar huis wilt zonder een praatje te hoeven maken met de buren. Daarom is de koffiebar in de nieuwste projecten van Urby náást de entree gelegd. Doordat de deuren altijd open staan, ervaar je nog altijd de dynamiek van de koffiebar, maar kun je er ook gewoon langs lopen.De verdere gemeenschappelijke voorzieningen organiseert Concrete steeds rond de entree. Alleen als die voorzieningen goed zichtbaar zijn, ruimtelijk goed zijn ingepast, worden ze echt gebruikt, is de ervaring van Vermeulen. Belangrijk vindt hij daarbij ook de verbinding met de tuin. Daarom ontwerpt Concrete als het kan toch altijd een garden room, waarin gelezen kan worden, en die zich met openslaande deuren opent op de tuin.Qua voorzieningen gaat het natuurlijk om een fitnessruimtes, soms ook om een zwembad, en om een bibliotheek waar ‘thuis maar niet vanuit huis’ gewerkt kan worden, waarbij het belangrijk is dat die in de buurt van de koffiebar ligt. En dan gaat het in de grotere projecten verder met restaurants, yogaruimtes, sportzalen en dergelijke. In de plint van de gebouwen, en zeker op de hoeken, wordt daarbij vaak ruimte gemaakt voor winkels. Urby weert daarbij landelijke ketens en richt zich echt op lokale ondernemers.In de podcast benadrukt Vermeulen een aantal keer de verbinding met de buurt. Die wordt op verschillende manieren vormgegeven, zowel in programma als in de architectuur. En om die verbinding echt te maken is de koffiebar altijd voor de buurt toegankelijk.
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast van deze maand is Don Murphy, founder van VMX Architects en supervisor in onder meer Schiphol, Amstel III, en Eindhoven. Onderwerp van gesprek is het superviseren van hoogbouw. Hoe komen de verdichtingsopgaven in de stedelijke gebieden die Murphy overziet tot stand, en is hoogbouw daarbij doel of middel? Maar we hebben het ook over zijn komst naar Nederland in de jaren negentig, en over de start van zijn bureau VMX. We praten over het diverse portfolio van het bureau, en zijn uitgebreide ervaring als supervisor. We hebben het over de noodzaak en urgentie van verdichting en natuurinclusief bouwen in Nederland. Tenslotte bespreken we  zijn recente aanstelling als supervisor in Eindhoven en zijn visie op deze stad.Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture) Productie & Techniek: Lieven Heeremans, Geert Vlieger Muziek: Job Roggeveen Reacties: hoogbouw@more-architecture.com
Hoe kunnen we maakpartijen behouden in de verdichtende stad? Met zijn bureau MONK architecten heeft architect Casper Schuuring een ontwerp hiervoor gemaakt voor een kavel in M4H in Rotterdam. In het voorstel vormen de ruimtes voor de makers een gedifferentieerde onderbouw voor sociale woningbouw.MONK architecten werkt aan een breed scala van opgaven: van individuele woningen via transformaties tot bedrijfsverzamelgebouwen. Het bureau brak door met het ontwerp voor Creative Valley in Papendorp, Utrecht, met zijn karakteristieke zwarte en uitkragende volumes. In de podcast vertelt Schuuring over de achtergrond van dit opzienbarende project en hoe het bedrijfsverzamelgebouw zich in de afgelopen tien jaar heeft ontwikkeld.Naast Utrecht Centraal werd onlangs een nieuwe vestiging van Creative Valley opgeleverd, ook ontworpen door MONK architecten. Hier is het bedrijfsverzamelgebouw onderdeel van een groter ecosysteem met winkels en restaurants in de plint, een hotel en zelfs woningen. Het hybride gebouw ligt parallel aan spoor 1 en sluit aan de ene kant aan op het stationsplein, met het ballendak door Ector Hoogstad Architecten, en aan de andere kant op het Smakkelaarsveld, waar momenteel een woongebouw naar ontwerp van Studioninedots verrijst. De verschillende programma’s in het door MONK architecten ontworpen gebouw zijn binnen waar dat mogelijk was met elkaar verbonden. Zo kunnen de gebruikers het het bedrijfsverzamelgebouw gebruikmaken van het zwembad van het hotel. De plint aan de lange zijde van het gebouw vraagt nog wel wat aandacht, merkt Schuuring in de podcast op, die is nu nog te gesloten.Dan het project waar het in deze podcast om draait. Voor de Merwe-Vierhavens (M4H) in Rotterdam heeft MONK architecten een ontwerp gemaakt voor een gebouw waar onderin ruimte blijft voor maakpartijen en bovenin ruimte komt voor sociale woningbouw. Het ontwerp is gemaakt op verzoek van de makers die nu in het havengebied gevestigd zijn, en er willen blijven, en is uitgewerkt in samenwerking met ECHO Urban Design, ERA Contour en Fullhouse Vastgoed. Gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam willen in M4H de haven van de toekomst realiseren. Voor grote delen van het gebied wordt daarbij ingezet om menging van wonen en werken: zowel boven elkaar als naast elkaar. Voor een kavel in het noordwesten van het gebied, tegen Schiedam aan, ziet MONK architecten kansen voor stapeling: onderin casco ruimtes voor maakpartijen, erboven sociale woningbouw, en een driedimensionaal netwerk van straten, pleinen en trappen die alles met elkaar verbindt. Een soort kas met een koffiebar / café vormt de centrale ontmoetingsplek.In de podcast komen alle aspecten langs die bij deze menging komen kijken, van  het beperken van de huurprijs voor de maakpartijen tot het beperken van de geluidsoverlast. Over de plinten heeft Schuuring ook hier een uitgesproken mening. Omdat het woord ‘plint’ een scheiding tussen beneden en boven suggereert, gebruikt hij dat woord liever niet. Ook hier gaat het erom dat er op straatniveau een aantrekkelijk en transparant beeld ontstaat. Maar het gaat er ook om  dat er een afwisselend en attractief stedelijk netwerk ontstaat. Een porositeit in drie dimensies. Een binnenstedelijke kwaliteit zou je ook kunnen zeggen.Het voorstel voor het woonwerkgebouw in M4H is een unsolicited proposal gericht aan de gemeente Rotterdam die eigenaar is van de betreffende grond. In België, in Brussel, zijn ondertussen meerdere van dit soort woonwerkgebouwen gerealiseerd. In Nederland is dit het eerste, concrete voorstel voor de combinatie van ruimtes voor maakpartijen en woningbouw erboven.
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast van deze maand is Stephan Petermann, oprichter van design consultancy MANN, hoofdredacteur van tijdschrift Volume, auteur van het boek ‘Back to the Office’ en lid van de hochbaubeirat in Düsseldorf.Met Stephan praat ik over de oorsprong van zijn veelzijdige werk. We hebben het over zijn werk voor OMA  en de start van zijn bureau MANN. We praten over de uitkomsten van het Ministerie van Maak, een ambitieus plan dat hij recent lanceerde samen met ZUS en de IABR. We nemen de eerste bevindingen door, en we spreken over de verdichtingsopgave in Nederland en of hoogbouw daarin past. Ook bespreken we zijn nieuwe boek, ‘Back to the Office - 50 revolutionary office buildings and how they sustained’, waarin het gebruik van kantoorgebouwen centraal staat. We hebben het over de geschiedenis van hoogbouw, en het ontstaan van het kantoor in hoge gebouwen. En we hebben het over hoogbouw in Duitsland. Luisteren dus!Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture)Productie & Techniek: Lieven Heeremans, Geert VliegerMuziek: Job RoggeveenReacties: hoogbouw@more-architecture.comDe foto bij de podcast komt uit het besproken boek en toont het kantoorinterieur van gebouw Delftse Poort in Rotterdam in 1991. De foto is gemaakt door fotograaf Sybolt Voeten.​
Het logisch denken dat Peter van Assche tijdens zijn eerste studie, wiskunde, leerde, is ook de rode draad in zijn werk als architect. “Dat de bouw verantwoordelijk is voor de helft van de afvalproductie wereldwijd, en al dat afval ooit is ontworpen, vind ik onbegrijpelijk.”Het door hem opgericht Bureau SLA werd bekend met projecten als de van marktplaatsmaterialen gemaakte Noorderparkbar en het met geleende materialen gebouwde People’s Pavilion op de Dutch Design Week in Eindhoven. Daarmee was hij een voorloper van wat we tegenwoordig circulair bouwen noemen. Als lector aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst doet hij onderzoek naar materialen, bouwmethoden en financiële modellen die in dit systeem passen.In de podcast praten we over de systeemverandering die volgens Peter nodig is om tot een circulaire bouw te komen. Die verandering schuilt in het zoeken naar een nieuwe esthetiek die voortkomt uit het werken met bestaande materialen, maar ook in het nemen van verantwoordelijkheid over het maakproces. Peter vertelt zijn verhaal aan de hand van actuele ontwerpen, zoals de gemeentewerf in Amsterdam met een gevel uit hergebruikte stenen en de artist-in-residency in Rotterdam met een gevel uit prefab kalkhennep. Ook reikt hij concrete instrumenten aan die architecten kunnen gebruiken om circulair te ontwerpen en te bouwen.
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast van deze maand is Fieke van den Beuken, projectontwikkelaar bij woningcorporatie Trudo. Fieke vertelt over de achtergrond en werkwijze van woningcorporatie Trudo uit Eindhoven. Ze legt uit dat Trudo niet alleen op de harde kant van ontwikkeling stuurt, maar ook op de sociale kant. We hebben het over het gebied Strijp S waar Fieke werkt, en over de opmerkelijke en prijswinnende torens die Trudo onlangs opleverde in het gebied: Haasje Over door VMX Architects en de Trudo Toren door Stefano Boeri. En we ontdekken hoe ze dat in Eindhoven nu voor elkaar krijgen: sociale woningen in iconische torens. Luisteren dus!Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture) Productie & Techniek: Lieven Heeremans Muziek: Job Roggeveen Reacties: hoogbouw@more-architecture.com
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast van deze maand is Bianca Seekles, directievoorzitter van ontwikkelaar ERA Contour. In het interview vertelt Bianca de over de geschiedenis van ERA Contour en over het ontstaan van het bedrijf met de ERA-flats. Ze legt uit hoe ze Rotterdam de afgelopen decennia zag veranderen, en vertelt hoe ze aan de basis stond van het vak conceptontwikkeling in de projectontwikkeling. Maar we hebben het vooral over haar veelgeprezen project Little C dat ze in de Coolhaven in Rotterdam realiseerde met de architectenbureaus CULD en Inbo. We bespreken het ontstaan van het project en hebben het over de stelling van Bernhard Hulsman in NRC, namelijk dat Little C een alternatief is voor hoogbouw. Luisteren dus!Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture)Productie & Techniek:  Lieven Heeremans, Geert VliegerMuziek: Job RoggeveenReacties: hoogbouw@more-architecture.com
Comments 
Download from Google Play
Download from App Store