DiscoverKUNST IS LANG (en het leven is kort)
KUNST IS LANG (en het leven is kort)
Claim Ownership

KUNST IS LANG (en het leven is kort)

Author: Luuk Heezen & Mister Motley

Subscribed: 321Played: 9,923
Share

Description


KUNST IS LANG is een programma van online kunsttijdschrift mister Motley en Luuk Heezen. Je hoort elke week een uitgebreid gesprek met een kunstenaar over het laatste werk, inspiratiebronnen en drijfveren. Mét diepgang, maar zonder ingewikkeld jargon.



305 Episodes
Reverse
Kunst is Lang heeft een korte winterstop! We zijn er over een paar weken weer. In de tussentijd hoor je van kunstenaars die recent te gast waren welke aflevering uit het archief zij graag onder de aandacht brengen. We beginnen met de keuze van Baby Reni, voor fotograaf Hans Eijkelboom.  
Dakota Magdalena Mokhammad ziet zichzelf als een nomade die door verschillende werelden reist: ze werd geboren in Kazachstan, maar woont inmiddels tien jaar in Brabant, ze is via haar Afghaanse vader opgevoed met de Islam, en via haar Russische moeder met de Russisch-orthodoxe kerk, en ze ging een tijd als jongen door het leven maar is nu vrouw.   Haar installaties verkennen het lichaam en de constructie van (gender)identiteit, bijvoorbeeld in het werk “he/him” “she/her”: twee metalen kamerschermen tegenover elkaar, de een met in ovalen uitgesneden ornamenten, de ander met ornamenten in scherpere lijnen en uitstekende punten. Ze zijn duidelijk verschillend, maar zijn met zware ketens aan elkaar verbonden. Ook gebruikt Dakota vaak religieuze symbolen, zoals wanneer ze engelen in hun bijbelse functie als boodschappers vergelijkt met hormonen die fungeren als boodschappers in ons lichaam, of een aartsengel opvoert in een werk over dodelijk geweld tegen trans personen. 
Op de schilderkunstige werken van Mounir Eddib zijn sferische landschappen en silhouetten te zien, veelal in donkere kleuren. Door het toevoegen van speciale materialen krijgt Mounirs werk een sculpturale kwaliteit, bijvoorbeeld wanneer hij verf maakt door er schalie of hoogovenslak doorheen te mengen: restproducten van de mijnbouw die in zijn woonplaats Genk in Belgisch Limburg heeft plaatsgevonden. Ook spettert Mounir bijvoorbeeld teer op zijn schilderijen, en geeft hij ze randen en stroken van lood, elementen uit rituelen van de Imazigh-cultuur waar zijn moeder in geworteld is.   
Irene Hà, beter bekend onder haar artiestennaam Baby Reni, is afgestudeerd als modeontwerper maar is net zo goed kunstenaar te noemen. Haar werk gaat over het reproduceren en samplen van culturele invloeden, processen die door globalisering in een stroomversnelling zijn gekomen. Zo nam ze voor een recente installatie een aantal kledingstukken van westerse merken die hun ontwerp op Aziatische kleding baseerden, om die weer te reproduceren in stoffen die ze zelf heeft gevonden. In diezelfde installatie hing naast een traditioneel Vietnamese jurk, een eigen ontwerp met daarop een afbeelding van instant noodles. Hoewel Irenes ontwerpen en installaties er vaak vrolijk en kleurrijk uitzien, ingegeven door de pop- en internetcultuur van de jaren 2010, komt het werk niet tot stand zonder een gevoel van pijn over de vlucht van Irenes ouders uit Vietnam naar Nederland, en haar gevoel zich in zowel de Vietnamese als de Nederlandse culturen niet écht thuis te voelen.
Elizar Veerman begon als tiener met het portretteren van zijn vrienden op straat, en ontdekte al snel dat fotografie een goed medium is om meer zichtbaarheid te creëren voor de Molukse gemeenschap en cultuur. Na zijn portretten van meerdere generaties Molukkers in Nederland, richt hij zich op het vastleggen van jonge mannen die leven in de periferieën van grote Europese steden, zoals Amsterdam of Marseille. Op een warme en soms dromerige manier vangt hij in analoge foto's hoe ze zich via hun bewegingen, kleding en voertuigen profileren en zich hun omgeving eigen maken.
De installaties en schilderwerken van Ricardo van Eyk bevatten elementen van architectuur en bouwmaterialen. Zo maakte hij grote schotels van aluminium, waarin mysterieuze tekeningen zijn gemaakt én weer uitgewist, of bewerkte hij roestvrijstalen panelen met een slijptol, zodat ze veranderen in wonderlijk vervormde, spiegelende oppervlaktes. En voor zijn recentere werk rekt hij de grenzen van de schilderkunst op: over een klassiek frame komt een huid van verschillende lagen horrengaas, stijf gehouden meubellak, ondergronden worden bewerkt met gereedschap, of een doek wordt geperforeerd en opgevuld met pluggen. Kenmerkend voor Ricardo's werk is dat de gebruikte materialen vaak herkenbaar zijn, maar zelden worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn, en altijd een zekere openheid en poezië bevatten.
De werken van Serana Angelista raken zowel aan persoonlijke herinneringen en familiegeschiedenissen, als aan grotere historische thema’s. In de fotoreeks Promised Land zien we Serana’s vader, die in de jaren ‘70 van Curaçao naar Nederland emigreerde, zijn gezicht en die van andere geportretteerden bedekt met een kauri-schelp, die diende als koloniale valuta, maar ook spirituele waarde heeft in de Afro-Caribische diaspora. En in de fotoreeks The Trace combineert Serana beelden van Curaçao uit het privé-archief van diens moeder, gemaakt in de jaren ‘80, met foto’s die hen er zelf in 2015 maakte. We zien bladeren, palmbomen, cactussen en geiten, uit twee tijdsperiodes gecombineerd en met de hand afgedrukt. De projecten onderzoeken de kracht van persoonlijke archieven, en hoe die - bij gebrek aan vertegenwoordiging in bijvoorbeeld een nationaal archief - kunnen dienen als connectie met voorouders en belangrijke plekken in een familiegeschiedenis.   
Ahmad Mallah nam als kunstenaar het pseudoniem S.T.A.T.E.L.E.S.S. aan: zijn familie werd voor zijn geboorte verdreven uit Palestina, en Ahmad groeide op in Damascus in Syrië. Maar zonder juridisch erkende documenten en dus stateloos. Na het uitbreken van de gewapende revolutie daar, kwam hij in 2014 naar Nederland en kreeg hij een paspoort. Ahmads persoonlijke leven krijgt een prominente rol in zijn werk: in zijn afstudeerfilm Stateless horen we over zijn ervaringen in een Syrische gevangenis en hoe zijn leven daarna is verlopen, terwijl hij tatoeages plaatst op zijn buik en borst. Ook de verschrikkingen die nu in Palestina plaatsvinden komen op verschillende manieren terug in wat hij maakt: op polaroids zien we zijn naakte lichaam, gekneveld en soms geblinddoekt, met daar overheen rauwe streken verf die geweld suggereren en zijn identiteit op de foto uitwissen, zoals dat in het echt gebeurt bij de duizenden Palestijnen die worden vermoord. Voor zijn schilderijen kiest Ahmad voor een zachtere verwerking van de continue stroom gruwelijke beelden: ze worden weergegeven in gedempt roze, paars en oranje, en krijgen door de plaatsing van bloemen of een olijfboom op de voorgrond een minder intens karakter. Ahmad zet zijn werk daarnaast in om verschillende lagen van zijn identiteit te verkennen, zoals zijn queerness, of om af te tasten wat vertrouwen en communicatie in een liefdesrelatie betekenen, in de performances die hij samen met zijn partner Rebecca Lillich Krüger doet.
De sculpturen van Bas Oussoren hebben iets komischs en lichtvoetigs. Bijvoorbeeld de schoorstenen die zelf kaarsrecht staan, maar gemetseld zijn in een patroon dat scheef omhoog cirkelt, en waarvan de 'bakstenen' bij nadere bestudering handgesneden blokken hout blijken. Of de vier meter hoge poort die hij in Leiden plaatste, geïnspireerd op de statige architectuur die je in de binnenstad tegenkomt - maar dan uitgevoerd in pastelkleurige schuimblokken, waardoor het bouwwerk uit immense blokken snoep lijkt te bestaan. En voor een recent werk wilde Bas weten hoe ver je kunt gaan in het buigen van hout: het werd een sculptuur in de vorm van een sierlijke krul, van 5,5 meter hoog.   
Het duo Sander Breure en Witte van Hulzen maakt performatieve installaties, waarin het gedrag van de mens onder de loep wordt genomen: welke sociale conventies zijn er, hoe verschillen die per situatie en ruimte waarin je je bevindt, en als je uitzoomt: welke grotere maatschappelijke factoren sturen dat gedrag?Het begon in de stationshal van Utrecht Centraal, waar vier performers een half jaar lang perfect synchroon 'reizigersgedrag' vertoonden, zoals scrollen op een telefoon of een slokje koffie nemen - een fascinerende breuk met de dagelijkse gang van zaken, voor wie er in de alledaagse drukte oog voor had. Later kwamen er ook sculpturen bij, schetsmatige mensfiguren die door hun ware grootte een aanzet tot interactie geven. Bijvoorbeeld in de tentoonstellingszaal in het Stedelijk Museum, die was gemodelleerd naar een ziekenhuis, met sculpturen die zijn gebaseerd op de verschillende persona die samen bepalen wat een ziekenhuis is: de verpleger en de arts, maar ook de schoonmaker en bestuurder. Ze stonden opgesteld langs de randen van de ruimte, zodat je als bezoeker aan alle kanten werd aangestaard, en de performers die aanwezig waren maakten fysieke gebaren en bewegingen die pijn, verveling of concentratie uitdrukten. In 2014 maakten Breure en Van Hulzen Het familieportret, een performatieve installatie waarvoor gesprekken van een doorsnee gezin zijn opgenomen, die vervolgens door acteurs in een installatie opnieuw werden uitgesproken. Door deze wisseling van context verandert onze perceptie van dit dagelijks taalgebruik en gedrag, en vallen er ineens andere dingen op. Tien jaar na dato is er een vervolg op dit werk, van 22 tot en met 24 november 2024 te zien in het Stedelijk Museum. 
Kitty Maria onderzoekt als performancekunstenaar hoe het lichaam in onze maatschappij wordt ingezet voor werk. Hoe wordt het gedwongen aangepast om in een werkcontext te functioneren, bijvoorbeeld als het gaat om stewardessen? Hoe kun je in een laboratorium interactie hebben met machines op andere manieren dan de aan/uitknop? En wat betekent het om door ziekte een lichaam te hebben dat niet productief kan zijn in onze efficiënte werkcultuur?  
Het teken- en schilderwerk van Fiona Lutjenhuis staat bol van de religieuze symbolen, wervelende patronen en menselijke gedaantes, die soms zijn uitgewerkt en soms zijn beperkt tot de vorm van een geest of silhouet. Wat ze weergeeft is bont en fantasierijk, en niet zelden beklemmend: vaak zijn het beelden en gevoelens, uit haar atypische jeugd als dochter van sekteleden die een vorm van Christendom aanhingen, vermengd met een geloof in aliens en geesten. 
Fotograaf Ringel Goslinga gebruikt fotografie om de wereld vast te leggen en te bestuderen. Hij portretteerde de sociale omgeving van zijn beide gescheiden ouders, om uit te vinden waarom hun levens niet meer bij elkaar pasten. Hij legde een jaar lang de bekenden en onbekenden vast die een band hadden met zijn pasgeboren zoon. En voor zijn nieuwste project Aluk to Dolo, waarvan dit najaar een fotoboek verschijnt, reisde hij zijn opa achterna. Die besloot in 1933 als zendingsarts naar het Indonesische eiland Sulawesi te gaan, met als gevolg dat het gezin - inclusief de vader van Ringel - tijdens de Tweede Wereldoorlog in een Japans interneringskamp belandde. 
Koen Hauser is een zelfverklaard foto-alchemist. Door het combineren van verschillende fotografische lagen en digitale bewerkingen, en door medewerking van AI, laten zijn beelden een wereld zien die geen fysieke basis heeft. Zo combineerde hij lelijke beelden uit straatadvertenties tot een zinderend gemarmerd kleurvlak van twaalf bij twee meter. Of zette hij AI in om afbeeldingen van het werk van Michelangelo uit een oude reisgids te transformeren tot wonderlijke vormen die je vaag bekend voorkomen, maar ook vervreemdend zijn. Het zijn werken die voortkomen uit een nieuwsgierigheid naar alles dat zich schuilhoudt achter het oppervlak van onze zichtbare werkelijkheid.     
De conceptuele werken van Koen Kievits hebben verschijnen en verdwijnen als rode draad. Vanuit de vraag wat een afbeelding een afbeelding maakt, schuurt hij bijvoorbeeld lagen van foto's weg, tot er een opgeruwd oppervlak overblijft dat alleen nog verwijst naar de weggevaagde beeltenis. In een ander werk stroomt er zand uit een opgehangen frame, zodat de compositie in dat frame langzaam verdwijnt en het zand in een nieuwe gedaante op de vloer verschijnt. Naast het maken van dit conceptuele werk, richt Koen zich de komende tijd volop op schilderkunst. Bijvoorbeeld door oude ansichtkaarten na te schilderen, of landschappen weer te geven - een voorkeur die samenhangt met de bijzondere ervaringen die Koen al vanaf zijn jeugd minstens eens per jaar heeft op een oude boerderij op het Franse platteland, waar de tijd lijkt stil te staan en de natuur overweldigend en groots voelbaar is.     
Doris Boerman is gefascineerd door hoe we ons lichaam en uiterlijk manipuleren om een gewenste identiteit uit te drukken. Ze onderzoekt met haar werk de verbanden tussen het lichaam als presentatiemodel voor een identiteit, en de tentoonstellingsmuren als presentatiemodel voor kunst.Bijvoorbeeld door de muren van de white cube opnieuw te witten met 'foundation', er levensgrote sieraden doorheen te piercen of moedervlek-achtige structuren op aan te brengen, en op de opening drie actrices als fashionista's te laten rondlopen, die zich door hun hoge hakken, korte jurkjes en bijpassende tasjes onmiddellijk onderscheiden van het doorsnee kunstpubliek. Haar nieuwste werk zal gaan over het huis van Kim Kardashian, waarin in de reality-programma's rondom haar familie haar 'echte leven' is gesitueerd - een duizelingwekkend spiegelpaleis waarin de echtheid bestaat uit 'all natural' make-up en huidkleurige corrigerende onderkleding.
De mysterieuze schilderingen en objecten van Kasper Bosmans zijn vaak grafisch en verleidelijk, in sierlijke, heldere lijnen geschilderd of vormgegeven. Hun symbolische beeldtaal doet denken aan oude familiewapens, geïllustreerde boeken of digitale logo’s. Inhoudelijk combineren Kaspers werken verschillende verhalen en geschiedenissen, die samen met de zeggingskracht van de objecten zelf een nieuw verhaal construeren. Daarin is altijd aandacht voor een queer-perspectief: bijvoorbeeld in Kaspers project geïnspireerd op de excentrieke keizer van het Roomse Rijk Rudolf de Tweede, of in de werken die hij maakte over de botersmokkel tussen Nederland in België in de jaren ‘60 en ‘70, waarin de boter in Kaspers lezing glijmiddel werd voor opgewonden rondsluipende smokkelaars.
Het werk van Carel Lanters strekt zich al ruim veertig uit over verschillende media: sinds hij voor zijn afstuderen in 1981 de vorm van boomtakken in klei ving om er hoorns van te maken, maakt hij regelmatig objecten die op het grensvlak van instrument en sculptuur zitten. Carel doet daarnaast performances met een Ierse bagpipe, leerde zelf brons en aluminium te gieten, ontwierp hekken en bankjes voor de openbare ruimte, experimenteert met pinhole-fotografie, en laat zich waar dan ook inspireren door verhalen van andere mensen - omdat elke nieuwe ervaring waardevol kan zijn.
Voor Josse Pyl is onze omgeving te lezen als één groot web van taal: van letterlijke woorden, maar ook van symbolen, lijnen of klanken. En zelfs gedachten die in het onderbewuste ontstaan, krijgen op een bepaald moment de gedaante van taal. In zijn objecten, tekeningen en installaties zoekt Josse naar de beeldende vorm die je aan dit web van taal zou kunnen geven. Dat resulteert bijvoorbeeld in de installatie Can’t see my tongue. Op grote witte brokstukken van gips zijn reliëfs aangebracht: zwierige letters, een strip-achtig poppetje met een opengesperde mond als hoofd, tanden, iets dat lijkt op een geschreven zin zonder spaties - alles dwarrelt over elkaar heen. Of een tekeningenreeks, met onder meer het silhouet van een vallend mannetje, met gekleurde leestekens in zijn binnenste, een grote grijnzende tand, letters die uit de lucht lijken te vallen en een geïsoleerde kies waarin weer die aaneengeschreven zin opduikt. De mond en tanden nemen als portaal en producent van de spraak sowieso een prominente plek in in het werk van Josse, bijvoorbeeld als een reeks tanden samen een enorme letter op de muur vormt. Zijn tekeningen, sculpturen en video’s bevinden zich ergens tussen tekst en object - en als ze samen in een ruimte worden geplaatst, ontstaat er een volstrekt eigen grammatica.
Juha van 't Zelfde werkt als DJ, docent, filmmaker en organisator met het idee van collectieve creativiteit. Bijvoorbeeld in het ontwerpen van clubavonden waarin iedereen volledig zichzelf kan zijn en bijdraagt aan een open sfeer, in workshops die draaien om de vraag hoe je de clubscene klimaatrechtvaardig kunt laten opereren, maar net zo makkelijk in een collage-documentaire waarin langere historische lijnen van collectieve creativiteit worden aangewezen: van zwarte jazzmusici in het Amsterdam van de jaren ‘20 uit de vorige eeuw, via ideeën en daden van de Dada beweging, CoBrA, en Provo’s, tot het ontstaan van een iconische vrijplaats als de Amsterdamse discotheek RoXY.
loading