Ahmad Mallah nam als kunstenaar het pseudoniem S.T.A.T.E.L.E.S.S. aan: zijn familie werd voor zijn geboorte verdreven uit Palestina, en Ahmad groeide op in Damascus in Syrië. Maar zonder juridisch erkende documenten en dus stateloos. Na het uitbreken van de gewapende revolutie daar, kwam hij in 2014 naar Nederland en kreeg hij een paspoort. Ahmads persoonlijke leven krijgt een prominente rol in zijn werk: in zijn afstudeerfilm Stateless horen we over zijn ervaringen in een Syrische gevangenis en hoe zijn leven daarna is verlopen, terwijl hij tatoeages plaatst op zijn buik en borst. Ook de verschrikkingen die nu in Palestina plaatsvinden komen op verschillende manieren terug in wat hij maakt: op polaroids zien we zijn naakte lichaam, gekneveld en soms geblinddoekt, met daar overheen rauwe streken verf die geweld suggereren en zijn identiteit op de foto uitwissen, zoals dat in het echt gebeurt bij de duizenden Palestijnen die worden vermoord. Voor zijn schilderijen kiest Ahmad voor een zachtere verwerking van de continue stroom gruwelijke beelden: ze worden weergegeven in gedempt roze, paars en oranje, en krijgen door de plaatsing van bloemen of een olijfboom op de voorgrond een minder intens karakter. Ahmad zet zijn werk daarnaast in om verschillende lagen van zijn identiteit te verkennen, zoals zijn queerness, of om af te tasten wat vertrouwen en communicatie in een liefdesrelatie betekenen, in de performances die hij samen met zijn partner Rebecca Lillich Krüger doet.
De sculpturen van Bas Oussoren hebben iets komischs en lichtvoetigs. Bijvoorbeeld de schoorstenen die zelf kaarsrecht staan, maar gemetseld zijn in een patroon dat scheef omhoog cirkelt, en waarvan de 'bakstenen' bij nadere bestudering handgesneden blokken hout blijken. Of de vier meter hoge poort die hij in Leiden plaatste, geïnspireerd op de statige architectuur die je in de binnenstad tegenkomt - maar dan uitgevoerd in pastelkleurige schuimblokken, waardoor het bouwwerk uit immense blokken snoep lijkt te bestaan. En voor een recent werk wilde Bas weten hoe ver je kunt gaan in het buigen van hout: het werd een sculptuur in de vorm van een sierlijke krul, van 5,5 meter hoog.
Het duo Sander Breure en Witte van Hulzen maakt performatieve installaties, waarin het gedrag van de mens onder de loep wordt genomen: welke sociale conventies zijn er, hoe verschillen die per situatie en ruimte waarin je je bevindt, en als je uitzoomt: welke grotere maatschappelijke factoren sturen dat gedrag?Het begon in de stationshal van Utrecht Centraal, waar vier performers een half jaar lang perfect synchroon 'reizigersgedrag' vertoonden, zoals scrollen op een telefoon of een slokje koffie nemen - een fascinerende breuk met de dagelijkse gang van zaken, voor wie er in de alledaagse drukte oog voor had. Later kwamen er ook sculpturen bij, schetsmatige mensfiguren die door hun ware grootte een aanzet tot interactie geven. Bijvoorbeeld in de tentoonstellingszaal in het Stedelijk Museum, die was gemodelleerd naar een ziekenhuis, met sculpturen die zijn gebaseerd op de verschillende persona die samen bepalen wat een ziekenhuis is: de verpleger en de arts, maar ook de schoonmaker en bestuurder. Ze stonden opgesteld langs de randen van de ruimte, zodat je als bezoeker aan alle kanten werd aangestaard, en de performers die aanwezig waren maakten fysieke gebaren en bewegingen die pijn, verveling of concentratie uitdrukten. In 2014 maakten Breure en Van Hulzen Het familieportret, een performatieve installatie waarvoor gesprekken van een doorsnee gezin zijn opgenomen, die vervolgens door acteurs in een installatie opnieuw werden uitgesproken. Door deze wisseling van context verandert onze perceptie van dit dagelijks taalgebruik en gedrag, en vallen er ineens andere dingen op. Tien jaar na dato is er een vervolg op dit werk, van 22 tot en met 24 november 2024 te zien in het Stedelijk Museum.
Kitty Maria onderzoekt als performancekunstenaar hoe het lichaam in onze maatschappij wordt ingezet voor werk. Hoe wordt het gedwongen aangepast om in een werkcontext te functioneren, bijvoorbeeld als het gaat om stewardessen? Hoe kun je in een laboratorium interactie hebben met machines op andere manieren dan de aan/uitknop? En wat betekent het om door ziekte een lichaam te hebben dat niet productief kan zijn in onze efficiënte werkcultuur?
Het teken- en schilderwerk van Fiona Lutjenhuis staat bol van de religieuze symbolen, wervelende patronen en menselijke gedaantes, die soms zijn uitgewerkt en soms zijn beperkt tot de vorm van een geest of silhouet. Wat ze weergeeft is bont en fantasierijk, en niet zelden beklemmend: vaak zijn het beelden en gevoelens, uit haar atypische jeugd als dochter van sekteleden die een vorm van Christendom aanhingen, vermengd met een geloof in aliens en geesten.
Fotograaf Ringel Goslinga gebruikt fotografie om de wereld vast te leggen en te bestuderen. Hij portretteerde de sociale omgeving van zijn beide gescheiden ouders, om uit te vinden waarom hun levens niet meer bij elkaar pasten. Hij legde een jaar lang de bekenden en onbekenden vast die een band hadden met zijn pasgeboren zoon. En voor zijn nieuwste project Aluk to Dolo, waarvan dit najaar een fotoboek verschijnt, reisde hij zijn opa achterna. Die besloot in 1933 als zendingsarts naar het Indonesische eiland Sulawesi te gaan, met als gevolg dat het gezin - inclusief de vader van Ringel - tijdens de Tweede Wereldoorlog in een Japans interneringskamp belandde.
Koen Hauser is een zelfverklaard foto-alchemist. Door het combineren van verschillende fotografische lagen en digitale bewerkingen, en door medewerking van AI, laten zijn beelden een wereld zien die geen fysieke basis heeft. Zo combineerde hij lelijke beelden uit straatadvertenties tot een zinderend gemarmerd kleurvlak van twaalf bij twee meter. Of zette hij AI in om afbeeldingen van het werk van Michelangelo uit een oude reisgids te transformeren tot wonderlijke vormen die je vaag bekend voorkomen, maar ook vervreemdend zijn. Het zijn werken die voortkomen uit een nieuwsgierigheid naar alles dat zich schuilhoudt achter het oppervlak van onze zichtbare werkelijkheid.
De conceptuele werken van Koen Kievits hebben verschijnen en verdwijnen als rode draad. Vanuit de vraag wat een afbeelding een afbeelding maakt, schuurt hij bijvoorbeeld lagen van foto's weg, tot er een opgeruwd oppervlak overblijft dat alleen nog verwijst naar de weggevaagde beeltenis. In een ander werk stroomt er zand uit een opgehangen frame, zodat de compositie in dat frame langzaam verdwijnt en het zand in een nieuwe gedaante op de vloer verschijnt. Naast het maken van dit conceptuele werk, richt Koen zich de komende tijd volop op schilderkunst. Bijvoorbeeld door oude ansichtkaarten na te schilderen, of landschappen weer te geven - een voorkeur die samenhangt met de bijzondere ervaringen die Koen al vanaf zijn jeugd minstens eens per jaar heeft op een oude boerderij op het Franse platteland, waar de tijd lijkt stil te staan en de natuur overweldigend en groots voelbaar is.
Doris Boerman is gefascineerd door hoe we ons lichaam en uiterlijk manipuleren om een gewenste identiteit uit te drukken. Ze onderzoekt met haar werk de verbanden tussen het lichaam als presentatiemodel voor een identiteit, en de tentoonstellingsmuren als presentatiemodel voor kunst.Bijvoorbeeld door de muren van de white cube opnieuw te witten met 'foundation', er levensgrote sieraden doorheen te piercen of moedervlek-achtige structuren op aan te brengen, en op de opening drie actrices als fashionista's te laten rondlopen, die zich door hun hoge hakken, korte jurkjes en bijpassende tasjes onmiddellijk onderscheiden van het doorsnee kunstpubliek. Haar nieuwste werk zal gaan over het huis van Kim Kardashian, waarin in de reality-programma's rondom haar familie haar 'echte leven' is gesitueerd - een duizelingwekkend spiegelpaleis waarin de echtheid bestaat uit 'all natural' make-up en huidkleurige corrigerende onderkleding.
De mysterieuze schilderingen en objecten van Kasper Bosmans zijn vaak grafisch en verleidelijk, in sierlijke, heldere lijnen geschilderd of vormgegeven. Hun symbolische beeldtaal doet denken aan oude familiewapens, geïllustreerde boeken of digitale logo’s. Inhoudelijk combineren Kaspers werken verschillende verhalen en geschiedenissen, die samen met de zeggingskracht van de objecten zelf een nieuw verhaal construeren. Daarin is altijd aandacht voor een queer-perspectief: bijvoorbeeld in Kaspers project geïnspireerd op de excentrieke keizer van het Roomse Rijk Rudolf de Tweede, of in de werken die hij maakte over de botersmokkel tussen Nederland in België in de jaren ‘60 en ‘70, waarin de boter in Kaspers lezing glijmiddel werd voor opgewonden rondsluipende smokkelaars.
Het werk van Carel Lanters strekt zich al ruim veertig uit over verschillende media: sinds hij voor zijn afstuderen in 1981 de vorm van boomtakken in klei ving om er hoorns van te maken, maakt hij regelmatig objecten die op het grensvlak van instrument en sculptuur zitten. Carel doet daarnaast performances met een Ierse bagpipe, leerde zelf brons en aluminium te gieten, ontwierp hekken en bankjes voor de openbare ruimte, experimenteert met pinhole-fotografie, en laat zich waar dan ook inspireren door verhalen van andere mensen - omdat elke nieuwe ervaring waardevol kan zijn.
Voor Josse Pyl is onze omgeving te lezen als één groot web van taal: van letterlijke woorden, maar ook van symbolen, lijnen of klanken. En zelfs gedachten die in het onderbewuste ontstaan, krijgen op een bepaald moment de gedaante van taal. In zijn objecten, tekeningen en installaties zoekt Josse naar de beeldende vorm die je aan dit web van taal zou kunnen geven. Dat resulteert bijvoorbeeld in de installatie Can’t see my tongue. Op grote witte brokstukken van gips zijn reliëfs aangebracht: zwierige letters, een strip-achtig poppetje met een opengesperde mond als hoofd, tanden, iets dat lijkt op een geschreven zin zonder spaties - alles dwarrelt over elkaar heen. Of een tekeningenreeks, met onder meer het silhouet van een vallend mannetje, met gekleurde leestekens in zijn binnenste, een grote grijnzende tand, letters die uit de lucht lijken te vallen en een geïsoleerde kies waarin weer die aaneengeschreven zin opduikt. De mond en tanden nemen als portaal en producent van de spraak sowieso een prominente plek in in het werk van Josse, bijvoorbeeld als een reeks tanden samen een enorme letter op de muur vormt. Zijn tekeningen, sculpturen en video’s bevinden zich ergens tussen tekst en object - en als ze samen in een ruimte worden geplaatst, ontstaat er een volstrekt eigen grammatica.
Juha van 't Zelfde werkt als DJ, docent, filmmaker en organisator met het idee van collectieve creativiteit. Bijvoorbeeld in het ontwerpen van clubavonden waarin iedereen volledig zichzelf kan zijn en bijdraagt aan een open sfeer, in workshops die draaien om de vraag hoe je de clubscene klimaatrechtvaardig kunt laten opereren, maar net zo makkelijk in een collage-documentaire waarin langere historische lijnen van collectieve creativiteit worden aangewezen: van zwarte jazzmusici in het Amsterdam van de jaren ‘20 uit de vorige eeuw, via ideeën en daden van de Dada beweging, CoBrA, en Provo’s, tot het ontstaan van een iconische vrijplaats als de Amsterdamse discotheek RoXY.
Lotte Werkema maakt fictieve hulpstukken, objecten die je op je lichaam zou kunnen dragen. Ze hebben iets weg van medische braces, maar hebben zo hun eigen functionaliteit: ze krommen je vingers zodat alleen de middelvinger fier overeind blijft staan, ze laten je op je tenen lopen of verbinden je been met dat van iemand anders, zodat je samen kunt lopen. Het gebruik van hulpstukken is niet vreemd in het leven van Lotte, want ze heeft zelf een fysieke beperking. Die inspireert haar kunst op meerdere manieren, bijvoorbeeld in performances waarin ze gekleed in oranje wegwerkerskleding een zebrapad oversteekt, zonder rollator of rolstoel, of waarin ze zich van een trap laat vallen. Ook komt de fotoreeks waarin ze een tekstbord op hoofd draagt voort uit haar dagelijks leven: daarop staat steeds een ander zinnetje dat ze gebruikt als ze weer eens in het openbaar op de grond is gevallen.
Arash Fakhim gebruikt a-typische methodes en materialen om tot een alternatief te komen voor het traditionele schilderij. Wegwerptasjes worden bijvoorbeeld vermengd met epoxy en pigmenten, als ondergrond voor een blauw- of zeefdruk. Ook fotografeerde Arash een enkele streek van een kwast en zette die om tot sticker, waarmee vervolgens iedere ondergrond tot ‘schilderij’ kan worden gemaakt. Een andere fascinerende reeks werken zijn de video’s waarin Arash een object probeert te worden: naakt en geschminkt als geel vaatdoekje, witte sportsok of het rood en oranje van de vlammen van een kampvuur, dat hij zo goed mogelijk probeert te imiteren. Maar de laatste tijd zet de buitenwereld de noodzaak om werk te maken op losse schroeven: Arash is bezig aan een auto-biografische boek waarvoor hij zijn traumatische jeugd opnieuw onder ogen moet komen, en is gedesillusioneerd over het uitblijven van steun voor Gaza vanuit de zich normaal zo kritische beschouwende kunstwereld.
Er is een hele wereld aan trillingen, stralingen en magnetische velden om ons heen, die voor de mens niet waarneembaar is. Stef Veldhuis maakt deze natuurlijke signalen in zijn installaties hoorbaar, vaak via het perspectief van (niet-menselijke) dieren. Zo vertaalde hij de hartslag en spierspanning van een mossel naar orgelmuziek. Hij ontdekte dat bijen communiceren door elektromagnetische lading, en verwerkte dit samen met signalen van bliksem en kosmische straling in een compositie. En in de installatie Soil Dogs reageren keramieken honden op real time verkregen seismische gegevens uit Taiwan, en uit tentoonstellingsruimte Willem Twee in Den Bosch - in lijn met hun veronderstelde vermogen ver vóór de mens iets in de gaten heeft aardbevingen aan te voelen komen.
In een speciale reeks van Kunst is Lang - Kunst is Collectief - onderzoeken we hoe je als kunstenaar collectief kunt werken. In tien afleveringen vertellen kunstenaarscollectieven over hoe ze samenwerken, en wat hun overwegingen, twijfels, frustraties en overtuigingen zijn. Kunst is Collectief is een initiatief van online kunstmagazine Mister Motley en onderzoeksprogramma Collective Making. Dit project aan kunstacademie ArtEZ in Arnhem verkent hoe studenten meer kunnen samenwerken en welke vormen dat kan aannemen. Na 10 afleveringen Kunst is Collectief, keert Kunst is Lang weer terug in de reguliere vorm. In deze tiende en laatste aflevering hoor je Jeanne van Heeswijk, een kunstenaar die in haar eentje natuurlijk geen collectief is, maar wel al heel lang en in veel wisselende samenstellingen collectief werkt. Voor haar is collectief maken een poreus proces dat continu in beweging is, en iets dat nodig is om samen in beweging te komen en invloed te hebben op je eigen toekomst.
In een speciale reeks van Kunst is Lang - Kunst is Collectief - onderzoeken we hoe je als kunstenaar collectief kunt werken. In tien afleveringen vertellen kunstenaarscollectieven over hoe ze samenwerken, en wat hun overwegingen, twijfels, frustraties en overtuigingen zijn. Kunst is Collectief is een initiatief van online kunstmagazine Mister Motley en onderzoeksprogramma Collective Making. Dit project aan kunstacademie ArtEZ in Arnhem verkent hoe studenten meer kunnen samenwerken en welke vormen dat kan aannemen. Na 10 afleveringen Kunst is Collectief, keert Kunst is Lang weer terug in de reguliere vorm. Dit keer is De Onkruidenier te gast, bestaande uit Jonmar van Vlijmen, Rosanne van Wijk en Ronald Boer. Ze zijn zelfbenoemd ‘ecosysteemfuturisten’ - ze zoeken in de natuur naar ideeën voor de onvermijdelijke aanpassing die we als mensen moeten gaan doen om in een veranderend landschap te overleven. Bijvoorbeeld in het meerjarenproject Sweet-Sweat, waarin wordt vooruitgekekenn naar een leven met zout water.
In een speciale reeks van Kunst is Lang - Kunst is Collectief - onderzoeken we hoe je als kunstenaar collectief kunt werken. In tien afleveringen vertellen kunstenaarscollectieven over hoe ze samenwerken, en wat hun overwegingen, twijfels, frustraties en overtuigingen zijn. Kunst is Collectief is een initiatief van online kunstmagazine Mister Motley en onderzoeksprogramma Collective Making. Dit project aan kunstacademie ArtEZ in Arnhem verkent hoe studenten meer kunnen samenwerken en welke vormen dat kan aannemen. Na 10 afleveringen Kunst is Collectief, keert Kunst is Lang weer terug in de reguliere vorm. In deze aflevering zijn kunstenaars te gast die betrokken zijn bij De School in Breda. Het gaat om een losvaste groep kunstenaars, die werken en samenzijn vanuit waarden als meerstemmigheid en het ontbreken van een hiërarchie. Hun samenwerking en omgang met elkaar is gebaseerd op vertrouwen en het geven van ruimte, en blijft bewust weg van een sluitende definitie, omdat een definitie altijd iets omlijnt - en daardoor automatisch iets anders uitsluit.
In de documentaire Kitten of vluchteling? probeert Tina Farifteh te achterhalen hoe onze empathie voor vreemdelingen werkt: Oekraïners in nood halen we met onze eigen auto op, terwijl mensen van verder weg of met een ander uiterlijk niet welkom zijn. Het werk ligt qua onderwerp in het verlengde van haar video-installatie The Flood, waarin je wordt ingeklemd tussen drie manshoge beeldschermen met beelden van de zee, terwijl een robotstem opdreunt hoeveel vluchtelingen op een bepaalde datum omkwamen tijdens hun poging Europa te bereiken. Dat werk onderzoekt de kwaadaardige metafoor van vluchtelingen als bedreigend water - ‘een tsunami van vluchtelingen, ons land wordt overspoeld door vluchtelingen’ - terwijl het juist de vluchtelingen zelf zijn wiens leven bedreigd wordt door het water. Toen Tina tijdens de filmopnames voor deze installatie de dijk opklom om de Waddenzee te bekijken, werd ze verliefd op het mooie uitzicht en verruilde Amsterdam voor het Friese dorpje Sexbierum - waar het ruime, vlakke landschap op wonderbaarlijke wijze herinneringen aan haar geboortestad Teheran omhoog haalt.