Ds. Van Dijk over een jonge evangelist uit de zendingskerk (2)
Description
Geloof
‘Een vreugdevolle dag was het voor hem toen zijn vader in het midden van de gemeente te Nonongan beleed christen te willen worden en het geloof in de voorouderverering vaarwel te zeggen. Wat had hij zich vaak verzet tegen de roepstemmen van de Heere en wat was hij boos geweest op zijn zoon, die niet naar hem geluisterd had en toch dienaar van het Evangelie geworden was. Toch heeft hij later leren luisteren naar zijn zoon, die voor hem geworden was de wegwijzer naar Christus. Voor Pieter Sanka', zoals hij vroeger heette, was het een dag van dank aan God, Die het hart van zijn vader voor het Evangelie had willen openen.
Niet half
Het lag wel in de geaardheid van deze Palisungans (stamnaam van de familie) om iets niet half te doen. Zij behoorden wel tot de vooraanstaande families uit de Toradja bevolking, en hadden van vroeger nog wel heel wat slaven. Toen één van zijn slaven zich vrij wilde kopen daar hem een karbouw aan te bieden zeide hij: “Nu ik God en Zijn Woord heb leren kennen heb ik geen slaven meer. Voor God zijn wij gelijken geworden." Toen deze gewezen slaaf niet ophield de volgens de Toradja-gewoonte te betalen karbouw aan te bieden zeide hij: “Je kunt die karbouw aan mij geven maar ik geef hem meteen aan de kerk, want wij zijn de gelijken van elkaar."
Christen
Zo was ook Pieter Sanka' altijd een van de grootste tegenstanders van het instandhouden van oude adatgebruiken. Wat kon hij zich verzetten op vergaderingen als er gesproken werd van instandhouding van sommige adatgebruiken. Hij meende dat, al die oude gebruiken verband hielden met het oude heidendom en daar had een christen toch afstand van gedaan! Niet dat hij de christenen tot navolgers van Europese gewoonten aanzette, ook daar was hij erg tegen. De Toradja mag Toradja blijven, maar hij moet de Heere dienen met heel zijn hart.
Door deze houding had hij het niet altijd gemakkelijk tussen andere Toradja christenen. Velen vonden hem wel eens te star, te weinig soepel. Toch was hij een man van grote invloed. Men luisterde naar hem. Hij sprak met overtuiging omdat hij hart en leven verpand had aan de Heere en aan Zijn dienst.’



