Wijsheid #198 Leven of dood - Spreuken 12: 28

Wijsheid #197 Vergelding of beloning - Spreuken 12: 27

Wijsheid #196 Rechtvaardig of slecht - Spreuken 12: 26

Wijsheid #195 Neerslachtig of opgewekt - Spreuken 12: 25

Wijsheid #194 IJver of luiheid - Spreuken 12: 24

Wijsheid #193 Spreken of zwijgen - Spreuken 12: 23

Wijsheid #192 Welgevallig of gruwelijk - Spreuken 12: 22

Wijsheid #191 Rechtvaardig of goddeloos - Spreuken 12: 21

Wijsheid #190 Blijdschap of bedrog - Spreuken 12: 20

Wijsheid #189 Eeuwigheid of ogenblik - Spreuken 12: 19

Wijsheid #188 Medicijn of zwaard - Spreuken 12: 18

Wijsheid #187 Waarheid of valsheid - Spreuken 12: 17

Wijsheid #186 Dwaas of kloekzinnig - Spreuken 12: 16

Wijsheid #185 Dwaas of wijs - Spreuken 12: 15

Wijsheid #184 Zaaien en oogsten - Spreuken 12: 14

Wijsheid #183 Spreken of Zwijgen - Spreuken 12: 13

Wijsheid #182 Kwade of goede vrucht - Spreuken 12: 12

Wijsheid #181 Verzadigd of leeg - Spreuken 12: 11

Wijsheid #180 Betrokken - Spreuken 12: 10

Wijsheid #179 Bescheiden - Spreuken 12: 9